Wijkzusters: 'Meer tijd voor de client'

Judith van Santen, Ingrid Akerboom en Margriet de Graaf van Buurtzorg Kaag en Braassem.

Marieta Kroft
Regio Leiden

Buurtzorg maakt een stormachtige ontwikkeling door, sinds de oprichting in 2006. Elke maand ziet directeur Jos de Blok van de landelijke thuiszorgorganisatie tussen de 150 en 200 nieuwe collega-verplegenden verspreid over heel Nederland erbij komen. Ook in de regio is de groei zichtbaar.

In Leiden bijvoorbeeld: het eerste team van maximaal twaalf verplegenden vestigde zich er een half jaar geleden, plannen voor een tweede team zijn er al. Alphen aan den Rijn, tot voor kort een witte vlek, kreeg afgelopen donderdag zijn eerste Buurtzorgteam. Kaag en Braassem begon vijf jaar geleden met zes wijkverplegenden met de eigen wijze van thuiszorg verlenen. Inmiddels zijn er dertig actief. Wat is hun geheim? Het antwoord komt uit Roelofarendsveen.

Zoeken

Het is even zoeken naar nummer 98 van het Noordeinde. ,,Buurtzorg?'' Een verkoopster van de schoenenwinkel denkt diep na als haar de weg naar het thuiszorgkantoortje wordt gevraagd. Ze loopt mee naar buiten. En wijst naar een onopvallend pandje op hetzelfde terrein. ,,Volgens mij moet het daar zijn.''Dat klopt. Slechts een sticker op de ruit, maakt duidelijk dat Buurtzorg hier is gevestigd.Wijkzusters Ingrid Akerboom, Margriet de Graaf en Judith van Santen hebben hun ronde langs de cliënten er voor deze dag op zitten. De middagen gaan op aan onder meer het overleg met de huisarts, eventuele intake-gesprekken voor nieuwe cliënten, het maken van de planning en andere administratieve klussen.

Tijd

Alle drie waren ze vijf jaar geleden betrokken bij de oprichting van Buurtzorg in de gemeente Kaag en Braassem. Nog steeds werken ze er met plezier, zo blijkt tijdens het gesprek. ,,Iedereen doet hier alles: wondverzorging, injecties geven en mensen helpen bij het wassen'', probeert Akerboom het succes uit te leggen. ,,Cliënten krijgen voor specialistische en minder specialistische handelingen dezelfde verpleegkundige over de vloer. We zijn daardoor gemiddeld langer bij iemand dan vroeger, toen de wijkverpleegkundige alleen langs kwam voor de specialistische handelingen. Een voordeel is dat we meer tijd hebben voor een cliënt.''Morfinepomp Wie bij Buurtzorg werkt, werkt hooguit 24 uur per week. Is deze man of vrouw vrij, dan komt er een collega, maar het is altijd iemand uit hetzelfde team van maximaal twaalf verplegenden. De Graaf: ,,Wij kennen onze cliënten en zij kennen ons. Zij hoeven maar ons telefoonnummer te bellen, en ze weten dat ze meteen een voor hen bekende verpleegkundige aan de telefoon krijgen.'' Geen centrale receptie dus die een hulpvraag aanhoort en doorgeeft.

Morfinepomp

De Graaf is officieel ziekenverzorgende. Ze heeft iets minder bevoegdheden dan haar hoger opgeleide collega's. ,,Veel maakt het niet uit. Het enige verschil is dat ik de morfinepomp niet mag bedienen. Heb ik bereikbaarheidsdienst, dan zorg ik ervoor dat mijn achterwacht altijd iemand is die de bevoegdheid wel heeft.''Van Santen legt uit dat ook bij groei van Buurtzorg, de persoonlijke, kleinschalige benadering behouden blijft. ,,Neemt het aantal cliënten toe, dan komt er een team bij. Vandaar dat we op 1 maart met een derde team zijn begonnen. Zo blijven de lijntjes kort. Elk team heeft in principe zijn eigen huisartsen. We kennen elkaar en dat maakt het overleg makkelijk. We hebben elkaars 06-nummers en kunnen elkaar te pas en te onpas bellen.''Zelfsturend Kenmerkend voor Buurtzorg is het grotendeels ontbreken van leidinggevenden. Elk team is zelfsturend en dat slaat aan bij de medewerkers: Buurtzorg Nederland is in 2011 en 2012 uitgeroepen tot de beste werkgever in de categorie met minimaal duizend medewerkers. Vorig jaar heeft de thuiszorgorganisatie alleen de KLM aan zich voorbij zien vliegen. Met elkaar de toko draaiend houden, maakt het werk extra aantrekkelijk, vertellen de drie collega's. Akerboom: ,,Functioneringsgesprekken houden we met elkaar. Vacatures die ingevuld moeten worden? Dat regelen we zelf. De planning, het organiseren van de zorg rondom een cliënt, doen we zelf. Dat maakt wel dat we ons extra verantwoordelijk voelen.'' Van Santen: ,,Het is juist het totaalplaatje dat ons werk zo mooi maakt.''

700 teams

Elke maand komen er teams van Buurtzorg bij. Inmiddels staat het aantal op 700 en het aantal medewerkers op 8000. Hoelang blijft dat zo doorgaan? De drie vrouwen weten het niet. Enerzijds slaat de vergrijzing toe, blijven mensen langer thuis wonen en zien ze ook dat de ziekenhuizen sneller dan vroeger mensen naar huis sturen. Werk genoeg dus. Anderzijds, worden mensen die zorg nodig hebben veel meer dan vroeger gestimuleerd zichzelf te redden, eventueel met de hulp van familie, kennissen en andere vrijwilligers. Bovendien komt er steeds meer concurrentie. Kijk naar Kaag en Braassem; voordat Buurtzorg er in 2009 kwam, was alleen Activite er actief in de thuiszorg. Nu trekt er al een derde organisatie de wijken in: Wijdezorg, de eigenaar van onder meer zorgcentrum Jacobus in Oude Wetering. ,,Voor ons staat vast dat we ons werk voor onze cliënten blijven uitvoeren, zoals we dat nu ook doen.''Groei Ook directeur De Blok maakt zich niet druk om een verdere groei. ,,Ik ben er niet op uit om elke maand nieuwe teams op te zetten. Zo'n initiatief moet echt bij de verplegenden zelf vandaan komen. Als een clubje de koppen bij elkaar steekt en zich bij ons meldt, dan helpen we ze. Melden ze zich niet, dan is dat ook goed. We hoeven geen winst te maken. Vandaag weet ik waar wat gebeurt, morgen kan het opeens anders zijn.''Judith van Santen, Ingrid Akerboom en Margriet de Graaf: wijkzusters van het eerste uur bij de Buurtzorgteams in Kaag en Braassem.foto leidsch dagblad

Meer nieuws uit Leiden

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.