Sjaak Swart, Edwin van der Sar, Marc Overmars: op De Toekomst loopt een schat aan voetbalervaring rond. Het interview wordt kortstondig onderbroken. ,,Hoe gaat het met u?’’, vraagt Mazraoui keurig beleefd aan mede-Alphenaar John Heitinga, die hem met een knuffel begroet.

De carrière van Mazraoui (20) is in een stroomversnelling geraakt. Hij begon afgelopen seizoen nog op amateurbasis bij Jong Ajax, als enige speler zonder contract. ,,Dat is de voetballerij, hè. Zo ben je niemand, zo behoor je vast tot de selectie van Ajax 1. Het balletje kan raar rollen.’’

Waar teamgenoten in een auto van de club reden, pendelde Mazraoui nog maar anderhalf jaar terug dagelijks met de trein op en neer van Alphen naar het jeugdcomplex van de Amsterdammers. Hij wist de clubleiding alsnog te overtuigen van zijn kwaliteiten, waarna hij zijn krabbel zette onder een verbintenis die deze zomer zou aflopen. ,,In de jeugd was ik een klein mannetje en moest ik altijd op mijn tenen lopen. Achteraf heb ik daar profijt van gehad. Ik ben een doorzetter. Ze zeggen: hard werken verslaat talent als talent niet hard werkt. Daar kan ik me in vinden. Je kunt nog zo goed zijn, met talent alleen kom je er niet.’’

Dromen

Dit seizoen zette de stormachtige ontwikkeling van de multi-inzetbare alleskunner zich door. Mazraoui ontpopte zich tot één van de leiders van het beloftenelftal, dat volop meestrijdt om de titel in de Jupiler League. Begin februari maakte hij zijn debuut in het eerste van Ajax, thuis tegen NAC (3-1), een maand later werd hij door trainer Erik ten Hag definitief overgeheveld naar de A-selectie en inmiddels staat de teller op vier invalbeurten in de eredivisie. Vorige week werd zijn aflopende contract bovendien opengebroken en verlengd tot de zomer van 2021. ,,Of ik verrast ben door hoe snel het gaat? Dat niet. Het zijn doelen die ik mezelf gesteld had voor dit seizoen en ik ben vrij realistisch. Natuurlijk is het mooi als die uitkomen, maar dit is pas het begin. Ik wil nu doorpakken en zo snel mogelijk richting een vaste basisplaats. Dat is voor komend seizoen het grote doel. Dit nieuwe contract geeft rust en er spreekt vertrouwen uit. Nu is het aan mij om dat waar te maken.’’

In het begin keek Mazraoui nog wel op tegen zijn nieuwe teamgenoten, maar inmiddels voelt het volledig vertrouwd tussen de ’grote jongens’. ,,Ajax 1 is waar ik altijd van droomde, sinds ik hier als jochie terechtkwam. Ik leef nu mijn droom.’’

Met één medespeler heeft hij een bijzondere band. ,,Hakim Ziyech is mijn grote broer. Hij ontfermt zich over me, geeft me adviezen. Zoals afgelopen zondag, toen ik inviel tegen Heracles. Dan zoekt ’ie me even op en zegt hij: kom op Nous, gas geven.’’

Nationaal elftal

De Marokkaanse Nederlander is jeugdinternational in zijn vaderland, waar Ziyech speelt voor het nationale team, dat zich geplaatst heeft voor het WK van komende zomer in Rusland. Oranje lijkt niet direct een optie voor Mazraoui. ,,Vooralsnog is een keuze niet aan de orde, maar in principe heeft Marokko een streepje voor. Zij hebben me als eerste uitgenodigd. Het zou raar voelen om te switchen. Aan het WK denk ik totaal niet, maar als ik één ding geleerd heb, is dat het in het voetbal snel kan gaan. We zien wel.’’

Waar Mazraoui als een komeet omhoog schoot, verloopt een bewogen seizoen voor Ajax moeizaam. In de voorbereiding was er het drama rond Abdelhak Nouri, die aan hartfalen ernstig hersenletsel overhield. Ook op sportief vlak gaat het niet goed. De Amsterdammers werden al vroeg uitgeschakeld in Europa en de KNVB Beker, namen tussentijds afscheid van trainer Marcel Keizer en dreigen voor het vierde seizoen op rij naast de landstitel te grijpen. Sterker, als PSV komende zondag in eigen huis de onderlinge topper wint, zijn de Eindhovenaren al kampioen.

Mazraoui: ,,Ik denk dat wij de beste selectie hebben, maar daar koop je niks voor. Ajax heeft tot nu toe alle toppers - tegen Feyenoord, PSV en AZ - gewonnen. Daaruit blijkt weer: kampioen word je tegen de kleintjes. Het wordt lastig om PSV nog in te halen, maar zeg nooit nooit. Als we ze zondag verslaan, delen we toch een flinke tik uit.’’