Hoe de startlijst van de Leiden Marathon tot stand komt
Jesper van der Wielen is blikvanger bij de Leiden Marathon.© Foto Karel Delvoye
Een bont gezelschap van atleten trekt zondag door de straten van Leiden en de omringende plaatsen. Het samenstellen van de groep blikvangers bij de Leiden Marathon is een spel van vraag en aanbod. Hoe gaat dat in zijn werk?
Voormalig atleet Dave Klink is sinds vorig jaar verantwoordelijk voor het ’elitedeelnemersveld’. Ver voordat de stad in marathonsferen komt, heeft hij al in zijn hoofd welke toppers uit binnen- en buitenland aan de start moeten verschijnen. Zij worden persoonlijk door hem benaderd, of via hun manager. Gedurende het jaar krijgt hij ook regelmatig berichten van atleten die zichzelf aanbieden, al dan niet via een managementbureau.
In lang niet alle gevallen is het haalbaar ze naar Leiden te halen. ,,Veel atleten verdienen hun geld met het beoefenen van hun sport. Zij proberen zo veel mogelijk startgeld te krijgen. Maar als een atleet echt graag hier wil starten, komen we er altijd wel uit. Dan doen we allebei water bij de wijn.’’
Bij het samenstellen van een aantrekkelijke startlijst begint Klink bij de Nederlandse deelnemers. Daar bouwt hij aan de hand van persoonlijke records van atleten een deelnemersveld omheen. Een secuur werk, want de buitenlanders moeten niet te snel zijn, maar ook niet te langzaam. ,,Het liefst heb ik een Nederlandse winnaar’’, zegt Klink. ,,Tegelijkertijd is het belangrijk dat de winnaar een goede tijd loopt, want daardoor ga je internationaal meetellen. Dat maakt ons aantrekkelijker. Als atleten weten dat ze hier een snelle tijd kunnen lopen, zijn ze eerder geneigd te komen.’’
Voor zijn gevoel is het Klink gelukt een fraaiere namenlijst samen te stellen dan in zijn eerste jaar bij de Leiden Marathon. Hij is vooral trots op de deelname van de nationale toppers Jesper van der Wielen en Elizaba Cherono aan de 10 kilometer. Gerenommeerde atleten, met meerdere Nederlandse titels achter hun naam. ,,Echte trekpleisters.’’
Met de verandering van het parcours in 2012 heeft de organisatie ook het beleid radicaal omgegooid: het draait niet meer om grote namen. Ook de nummer 3522 is belangrijk, zoals organisator Tjeerd Scheffer het eens omschreef.
Klink realiseert zich dat het plezier van zulke lopers niet afhangt van de kracht van de winnaar en winnares. In veel gevallen ontgaat die strijd hen zelfs volkomen. Toch vindt hij het belangrijk om geld uit te geven aan ’namen’. Om kwantitatief te groeien, is volgens hem kwaliteit nodig. Alleen een marathon met uitstraling kan over de gehele breedte succesvol zijn.
Met een fractie van het budget van de marathons van Amsterdam en Rotterdam kiest Leiden ervoor om alleen op bepaalde afstanden versterking van buitenaf te halen. Dit jaar gebeurt dat dus vooral op de 10 kilometer, omdat daar aansprekende atleten voorhanden zijn.
Aan de klassieke marathon werd vorig jaar geen geld uitgegeven. Dat leverde een winnende tijd van 2:38:02 op, niet bepaald een visitekaartje voor het evenement. Om die reden heeft de organisatie nu besloten voor een snellere tijd te gaan, door Ethiopiërs en een Keniaan vast te leggen. Heel spectaculair zullen hun tijden niet worden, verwacht Klink. Dat heeft niet alleen met het windrijke parcours te maken. ,,Kalendertechnisch valt de Leiden Marathon niet gunstig. Voor goede tijden zou eind april beter zijn.’’