Broersma vertelde erover in Scheltema, gisteravond tijdens het ’Groene IDeeCafé’, een tweewekelijkse avond over duurzame plannen. ,,Stadslandbouw is belangrijk om de link met gezond en eerlijk voedsel terug te krijgen’’, vindt de ondernemer. Hij bracht zijn visie eerder in de praktijk met een moestuin bij de Leidse meelfabriek. Olaf Boon, afkomstig uit de horecawereld, was onder de indruk van zijn ideeën en stelde voor samen iets op te starten.

,,We kwamen al vrij snel uit op paddenstoelen,’’ vertelt Broersma. ,,Het is een goede vleesvervanger, rijk aan eiwitten en vitamine. En erg makkelijk te kweken.’’

Zwembad

Voorlopig beginnen de mannen met grijze oesterzwammen en shiitake, naar het voorbeeld van de Rotterdammers van RotterZwam, die op koffieprut kweken in een oud tropisch zwembad. Voor de Leidenaren wordt het een kelder van 200 vierkante meter in het centrum. ,,We mogen die locatie gratis gebruiken. In ruil daarvoor heeft de verhuurder een mooi verhaal. Zij doen nu iets goeds met een locatie die anders als waardeloos wordt gezien’’.

Zodra de kelder gebruiksklaar gemaakt is, begint het duo nog voor het einde van het jaar met kweken. Een aantal Leidse horecaondernemers gaat de paddenstoelen afnemen en levert ook koffieprut. Het enige dat hij nog mist is de bakfiets om straks de oogst energieneutraal en snel rond te brengen. De combinatie van koffiedik en zwammen kweken is een van de honderd voorbeelden van ‘blauwe economie’ uit het wereldwijd bekende boek van Gunter Pauli. Dit economisch principe gaat uit van iets waardevols maken uit eerder waardeloze zaken. Zoals uit koffiedik, dat voor restaurants waardeloos afval is. Broersma: ,,In een kopje koffie zit maar 0,2 procent van de koffieboon, de rest gooi je weg.’’

Koffieprut

Aan dat koffieafval hoopt Leidse grond dus op den duur een boterham te verdienen. Als de koffieprut niet meer genoeg voedingsbodem bevat om paddenstoelen op te laten groeien, zetten speciale ’tijgerwormen’ het spul om in compost. ,,Dat kan weer naar andere stadslandsbouwers in Leiden, om de grond te verbeteren’’, voorziet de paddenstoelenkweker.

De eerste oogst moet begin 2015 plaatsvinden. Eerst vijf tot tien kilo per week. ,,We beginnen klein, en kunnen daarna de productie opschalen en meer soorten kweken.’’ De mannen gaan zelf tuinieren. Op de den duur hoopt Broersma workshops te gaan geven en ‘iets met lekker eten’ te doen. Hun eerste idee: bitterballen van oesterzwam.