Ken van Hasselt gooit zijn eigen sausje over Foreholte heen

Ken van Hasselt: ,,Ik ken de cultuur van een dorpsclub.’’© Fotografie Hielco Kuipers

Gertjan van Geen
Voorhout

Niemand is onvervangbaar, maar in het eerste jaar in de eredivisie moeten de handbalsters van Foreholte het doen zonder de trainer/coach die hen daar bracht. Aan Ken van Hasselt de taak om Ricardo Clarijs te doen vergeten bij de club die onder diens leiding in drie jaar tijd opklom van de tweede divisie naar het hoogste niveau van Nederland. ,,Ik ga het niet heel anders doen’’, zegt de 35-jarige geboren Limburger. ,,De basisafspraken zijn al gemaakt door Ricardo. Ik gooi er alleen een eigen sausje overheen voor een iets andere smaak.’’

Zijn wieg stond misschien in dé handbalprovincie van Nederland, aan zijn tongval is dat niet meer te horen. Sinds negen jaar woont Van Hasselt in het Westen, in Kudelstaart. Zijn eerste club, Blauw Wit, bestaat inmiddels niet meer maar speelt inmiddels als fusieclub BFC in de eredivisie. Hij kwam er via een vriendje terecht. ,,Ik ben pas laat begonnen, op mijn elfde en werd als rechtshandige op de rechterhoek geposteerd. Dat is een plek waar je terecht komt als je niet echt de beste speler bent. Eén jaar later stopte de keeper en werd mij gevraagd in het doel te gaan staan.’’

Het bleek een gouden greep. ,,Vijf jaar later debuteerde ik in de eredivisie en speelde ik in het nationale jeugdteam. Eén jaar later maakte ik de overstap naar V&L. Keeper zijn is best een leuk vak. Je bent het allerlaatste redmiddel. Als jij je dag hebt, bepaal je het verloop van de wedstrijd. Je moet er ook beetje gek voor zijn, want die ballen komen hard op je af. Ik heb ze op heel wat vervelende plaatsen gehad. Pas toen mijn vriendin zwanger raakte, wist ik met zekerheid dat alles nog werkte.’’

Als proces manager bij EMS in Amsterdam is coachen ook zijn dagelijkse bezigheid. ,,Een sporter speelt in een bepaald systeem. De praktijk leert dat externe factoren daarop van invloed zijn. De scheidsrechter, het publiek, iemand kan een slechte dag hebben. De kunst van de coach is de verbindende factor te zijn. Dat doe ik in mijn werk ook. Een werknemer wordt beïnvloed door zijn manager, een telefoontje of een klant. Ik heb een coachende rol daarin.’’

In de - mede door Clarijs gesteunde - zoektocht naar zijn opvolger, trof Foreholte in Van Hasselt een trainer die bij het Amsterdamse Aristos de mannen en de vrouwen onder zijn hoede had. Die dubbelfunctie wilde hij toch al neerleggen, maar toen de Voorhoutse club interesse toonde, werd dat gevoel al snel wederzijds. ,,Ik vond het zeer interessant. Dit is een ploeg die wil en zeer gemotiveerd is. Er zit ook balans in. Als ik ga door wisselen, is er niet veel niveauverschil. Iets wat je bij andere ploegen wel ziet. Daar is het verschil tussen basis en bank veel groter.’’

Het typische dorpse karakter van Foreholte is daarbij geen belemmering. ,,Ik kom uit Neerbeek, een dorp van 2500 inwoners. Ik begrijp de cultuur. Je hoort onderdeel van de club te worden, kunt het niet maken om het zakelijk te houden en alleen maar voor het handbal te komen. Daarbij: ik heb bij veel clubs gespeeld, maar nergens heb ik zo’n strakke organisatie gezien als hier. Foreholte heeft een enorme professionaliseringsslag gemaakt.’’

Dat topscorer Wendy Smits komend seizoen geen deel meer uitmaakt van het team, kan een voor- en nadeel zijn. ,,De ploeg is verder hetzelfde gebleven. Dat we zonder Wendy verder gaan, betekent dat andere speelsters op gaan staan.’’

Zware start

Met de twee zwaarst mogelijke tegenstanders begint Foreholte aan het avontuur in de eredivisie.

Zaterdag komt landskampioen VOC op bezoek in De Tulp. Dat is de nieuwe club van Ricardo Clarijs. VOC kon zich vorige week net niet plaatsen voor het hoofdtoernooi van de Europa Cup. Dalfsen, vorig seizoen onttroond als landskampioen, bereikte wel het hoofdtoernooi en is over twee weken de tegenstander.

Foreholte mikt op handhaving. ,,VOC, Dalfsen en ook Quintus zijn veel te sterk’’, zegt Van Hasselt. ,,Daar hebben wij niets te verliezen. Zij moeten elke ploeg daaronder af kunnen schieten, anders hebben ze het slecht gedaan. Aan ons de opdracht om niet afgeschoten te worden. De vraag is of je vertrouwen in je eigen spel kunt houden, als je een aantal keren verliest. Ik schat in dat we drie of vier ploegen onder ons kunnen houden. Het mooiste zou zijn als we een plek bij de eerste zes halen.’’

Meer nieuws uit Sport Regionaal

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.