Terugkeer in hoofdklasse lonkt voor honkbalfanaat Allan Hazel (33)
Honkballer Allan Hazel wil na acht jaar terug naar de hoofdklasse: ,,Ik ga door met honkbal tot ik niet meer kan.’’ Foto United Photos/Martijn Buskermolen
Afbouwen is voor hem geen optie. Allan Hazel nam eens een kijkje bij een honkbalwedstrijd op een laag niveau en wist één ding zeker: dat nooit. ,,Spelen voor spek en bonen, ik ben bang dat ik dat niet trek’’, zegt de 33-jarige Alphenaar. ,,Er moet iets op het spel staan, met voor Nederlandse begrippen goedgevulde tribunes.’’
Acht jaar nadat Hazel voor het laatst een wedstrijd in de hoofdklasse speelde, lonkt voor de ervaren honkballer van het Haarlemse DSS een terugkeer op het hoogste niveau. ,,Het is een apart verhaal’’, zegt de ultieme liefhebber bescheiden.
Heerlijk vindt hij het, twee wedstrijden spelen per weekeinde. Middagvullend soms, afhankelijk van de score. Veel generatiegenoten moeten er niet meer denken. In de lagere regionen wemelt het dan ook van spelers met een verleden op het hoogste niveau. ,,Ik neem mijn vriendin gewoon mee’’, grijnst Hazel. ,,Gelukkig vindt zij honkbal ook leuk, om naar te kijken. Ik vind het spelletje te mooi om te missen.’’
Pijn
Met pijn in het hart moest hij als speler van hoofdklasser ADO besluiten een stapje terug te doen. Het hoofdklasseritme was niet meer te combineren met zijn werk. Een niveau lager beleefde hij fijne jaren bij overgangsklasser Sparks. Het schortte alleen aan kwaliteit, een winnaarsmentaliteit en dus succes. In de strijd om een plaats in de play-offs ging het steeds net mis.
De met een groot loopvermogen gezegende midvelder werd vorig jaar benaderd door het ambitieuze DSS. Hij besefte daar wél om promotie te kunnen spelen. In de reguliere competitie eindigde de Haarlemse club dit seizoen bovenaan met bijna louter overwinningen. ,,Het is echt een uniek buitenkansje geweest.’’
Tussen veelal schoolgaande teamgenoten voelt Hazel zich weer even jong en gretig als in zijn topjaren. ,,Iedereen denkt en leeft hier honkbal’’, ervaart hij. ,,Daardoor voel ik mij helemaal op mijn plaats, als honkbaldier. Het is wel even wennen om de oudste speler te zijn. Ik probeer mijn teamgenoten wat mee te geven door mijn ervaring over te dragen. Ik wil me laten horen, die jongens scherp houden.’’
Fysiek valt het hem steeds zwaarder het intensieve ritme van twee trainingen en twee wedstrijden vol te houden. Sinds hij een paar jaar geleden zijn achillespees afscheurde, wordt hij geteisterd door pijntjes. ,,Het lichaam is niet meer wat het was’’, klinkt het enigszins weemoedig. ,,Ik probeer mezelf fit te houden met extra fitnesstrainingen.’’
Vervelend
Uitgerekend aan de vooravond van de play-offs kreeg hij weer last van zijn achillespees. Niet ernstig, wel vervelend. Hazel vond dat hij klaar was voor de dubbele ontmoeting met RCH van eergisteren en gisteren (11-2 winst en 6-6). Zijn coach nam hem tegen zichzelf in bescherming. ,,Als het niet echt nodig is, kan ik beter even aan de kant blijven. Daar heeft hij wel gelijk in.’’ Hij schiet in de lach. ,,Maar de volgende wedstrijd ben ik er zéker weer bij.’’
Hazel kan zich geen weekeinden zonder honkbalveld herinneren. Hij is er bijna geboren en letterlijk opgegroeid, met een vader die op het hoogste niveau speelde. Handen8wrijvend denkt hij aan het vooruitzicht van een terugkeer in de hoofdklasse. ,,Het is nog een lange weg, maar waarom niet? Wij hebben het beste team. Ik zie het positief in.’’
Over het einde van zijn carrière heeft hij nog nooit nagedacht. ,,Ik ga door met honkbal tot ik niet meer kan, tot mensen mij er op wijzen dat ik niet meer mijn eigen spelletje kan spelen. Tegenstanders moeten wel denken: verdorie, daar heb je hem.’’