Even weg zijn, stil zijn
Je even terugtrekken uit alle hectiek van het dagelijks leven, dat kan in een stiltecentrum. Je hoeft er niet voor in God te geloven.
Zorginstellingen hebben vaak zo’n stiltecentrum, waar je je gedachten de vrije loop kunt laten. Een plek waar je even op adem kunt komen na een aangezegde dood bij de oncoloog of het overlijden van een geliefde. Maar ook bij goed nieuws, zoals bijvoorbeeld een geslaagde ivf-behandeling, is het stiltecentrum daar voor een moment van rust.
’Te midden van drukte en bedrijvigheid, van onrust en spanningen’, zo is te lezen op de eerste verdieping van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), in een hoekje naast het Leidse Plein. ’Een stiltecentrum, als een plaats om je even terug te trekken, en alleen te zijn. Om je gedachten maar wat te laten gaan, of juist te ordenen, om concentratie te zoeken’.
Sober en neutraal ingericht, dat is het LUMC-stiltecentrum. Er hangt een klein icoontje van Maria met kind, maar dat is het enige religieuze aspect aan de ruimte. Er liggen dichtbundels, met onder meer werk van psychiater/dichter Rutger Kopland: ’Weggaan is iets anders dan het huis uitsluipen. (...) Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven’. Bezoekers kunnen - tegen betaling - een kaarsje aansteken en hun gedachten toevertrouwen aan een ’gedachteboek’.
Profvoetballers
’Heer ik bid voor mijn neefjes’, staat op eerste bladzijde van het gedachteboek. ’Wilt u hen leiden in voetbal, dat mijn neefjes doorzetten en zich ontwikkelen tot profvoetballers. In Jezus naam, amen’. Boven de boodschap zijn vier plaatjes van beroemde voetballers geplakt, al mag dit eigenlijk niet. ’Verzoeke respectvol om te gaan met wat anderen opgeschreven hebben’, staat naast het boek. ’Geen commentaar’ en ’geen plaatjes plakken’.
De rest van het boek is gevuld met serieuzere zaken. ’Here God, dankbaar dat er in dit land zoveel gedaan kan worden aan de kanker’. ’Dankbaar dat wij in paradijs Nederland wonen, waar de gezondheidszorg zo goed is’. En: ’Ben ontzettend verdrietig: alweer slecht nieuws’. Aan de data is te zien dat veel ziekenhuisbezoekers gebruik maken van deze terugtrekplek. De laatst genoteerde opmerking is van die dag. ’Here, laat geen oorlog komen. Laat er vrede zijn tussen de Verenigde Staten, Rusland, China en Syrië’. Sommige patiënten gebruiken het boek voor een dankwoord aan artsen en verpleegkundigen.
Hans Evers, hoofd van de dienst geestelijke verzorging in het LUMC, beheert de stiltekamer. ,,Wij doen het onderhoud en zorgen dat het boek er keurig bij ligt. We kijken ook een klein beetje mee in het boek, om te kijken of er niks in staat waar mensen zich aan kunnen storen. Nee, we halen er niks uit.’’
Er staat een meter aan gedachteboeken op de afdeling, ze worden allemaal bewaard. ,,Ouders van een te vroeg geboren kindje of ouders van een overleden kindje komen later nog wel eens langs. Soms na een jaar. En dan vragen ze of ze nog even in het boek mogen kijken waar ze in geschreven hebben. Dat mag. Zo kunnen ze terugkeren naar de emoties van dat moment.’’
Tompouce
Het zijn niet alleen patiënten die de ruimte bezoeken. Of, zoals Evers het verwoordt, ’zichzelf eerst op een tompouce in het restaurant trakteren en daarna op een stiltebezoekje’. ,,We hebben een medewerker die elke dag vanuit Alphen aan den Rijn naar het LUMC fietst en dan de dag begint met een korte meditatie. Vanuit de stilte de dag beginnen. Zó indrukwekkend. Mijn broer werkt in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam en die doet dat ook; hij begint elke dag met een half uur stilte.’’
Een enkele keer dient het stiltecentrum als trouwplek, maar verder dient de ruimte niet voor evenementen. Evers: ,,Nee, geen yogalessen of mindfulnesstrainingen. We willen dat de ruimte altijd toegankelijk is, dag en nacht. Alleen voor een bruiloft maken we wel eens een uitzondering. Het komt voor dat patiënten in het ziekenhuis te horen krijgen dat ze niet meer lang te leven hebben en dan alsnog snel willen trouwen. Een à twee keer per jaar gebeurt dat. En dan zoeken ze toch vaak naar een sfeervolle plek. Dan kunnen wij hen het stiltecentrum aanbieden.’’
Eigenlijk heeft het LUMC twee stiltecentra, want naast de algemene ruimte is een aparte gebedsruimte voor moslims. Ook daar is het stil en gaat het om bezinning, maar uit praktische overwegingen is er toch voor gekozen hen een aparte gebedsruimte te geven. Evers: ,,Moslims bidden vijf keer per dag, ze gebruiken een matje, hebben water nodig om zich te reinigen. Die ruimte wordt heel intensief gebruikt. We zorgen dat de grond heel schoon is en wassen de matjes heel regelmatig.’’
Kapel
Ook het Alrijne-ziekenhuis beschikt over stiltecentra, zowel in de Leidse als Leiderdorpse vestiging. In het voormalige Diaconessenhuis in Leiden is op de tweede etage een kapel waar patiënten en andere ziekenhuisbezoekers een kaarsje aan kunnen steken of iets opschrijven. In Leiderdorp kunnen bezoekers zich terugtrekken in een modern ingerichte ruimte op de vijfde verdieping, waar Koran, Bijbel en gedichten beschikbaar zijn voor iedereen. Er is een pilaar waar bezoekers hun gedachten kunnen opschrijven, en op de vloer is aangegeven waar Mekka ligt. Moslims kunnen in Leiderdorp voor hun gebeden gebruik maken van het stiltecentrum. In Leiden kunnen ze terecht in een aparte ruimte op de eerste verdieping.
Signalen
Het ’gedachtenisboek’ in het Leidse Alrijne is even ontroerend als dat in het LUMC. ’Lieve Heer. Weer ben ik hier om u te benaderen’, schrijft een vrouw. ’Ik vind het af en toe moeilijk om te blijven geloven. Ik mis de vele signalen. Maar goed, er zijn mij mooie dingen gebeurd, vaak in barre tijden. Ergens weet ik toch dat u daar de hand in heeft. Ik bid daarom in stilte en brand een kaarsje voor een verbetering van de wereld.’
Kracht
Een ander heeft de dood aangezegd gekregen: ’Lieve Heer, het leven gaat me ontglippen, geef me kracht’. Er zijn patiënten die hun lotgenoten sterkte toewensen: ’Graag wens ik iedereen die net als ik nu in het ziekenhuis ligt, heel veel beterschap toe.’ Of ze vinden troost: ’Fijn om hier weer te zijn’.