Eerherstel voor Zuid-Afrikaanse oorlogsslachtoffers
Het is de grootste maritieme ramp uit de Zuid-Afrikaanse historie. Bijna honderd jaar na dato spreekt het verhaal van de SS Mendi, nabij Engeland gezonken in de vroege ochtend van 21 februari 1917, nog immer tot de verbeelding. Van de ongeveer negenhonderd opvarenden verdronken er ruim zeshonderd. Van de meesten is nooit meer iets vernomen. Vijf slachtoffers spoelden later aan in Nederland. Zij liggen in Noordwijk begraven.
Abram Leboche, Arosi Zenzile, Sitebe Molide, Natal Kazimula en Sikaniso Mtolo. Twee grafstenen op de Algemene Begraafplaats houden de herinnering aan vijf soldaten van het South African Native Labour Corps (SANLC) levend. Zij stierven voordat ze ook maar enige rol van betekenis hadden gespeeld in de Eerste Wereldoorlog.
Hoewel de Unie van Zuid-Afrika sinds 1910 een zelfstandige staat binnen het Britse Gemenebest was, kon de roep uit Londen om troepen te leveren nauwelijks worden genegeerd. Het waren de blanke inwoners die de strijd aangingen, met als triest dieptepunt de slag bij Deville Wood (Bois d’Elville), waarbij in juli 2016 zo’n 2500 mannen in enkele dagen tijd het leven lieten. ,,Maar, de Britten vroegen ook om de steun van zwarte Zuid-Afrikanen. Hun regering wilde ze eigenlijk niet naar Europa laten gaan. Daar werd immers veel liberaler gedacht en waren de opvattingen over segregatie heel anders’’, zegt Mark Sijlmans.
Geweren
De Noordwijker verrichte de afgelopen jaren uitvoerig onderzoek naar de in Noordwijk begraven oorlogsslachtoffers. De Mendi vormt daarin een bijzonder hoofdstuk. ,,Uiteindelijk werd ingestemd met het sturen van zwarte Zuid-Afrikanen, maar de mannen kregen geen geweren. ’Straks wordt op ons geschoten’, was de redenatie. Ze mochten ook niet dicht bij het front komen en moesten in een afgesloten kamp wonen. Ze mochten wel schepen lossen.’’
De manschappen van de Mendi zouden in Le Havre worden gelegerd, maar zo ver kwam het nooit. Sijlmans: ,,De Mendi was vanuit Kaapstap naar Plymouth gevaren en daarna op weg naar Frankrijk. In de nacht van 20 op 21 februari was het enorm mistig. Omdat de bemanning geen hand voor ogen kon zien, werd vaart geminderd en de misthoorn gebruikt. De SS Darro, een drie keer zo groot schip, was net op weg van Frankrijk naar Engeland. De kapitein was angstig aangelegd. Uit vrees een gemakkelijke prooi voor de Duitsers te zijn, minderde hij geen vaart en klonk er geen misthoorn’’.
Gejammer
,,Bij Isle of Wight ramde de Darro de Mendi nagenoeg midscheeps. In tegenstelling tot de Mendi zonk de Darro niet. De kapitein zette de motoren in zijn achteruit, liet het schip enige tijd liggen, maar deed vervolgens helemaal niets. Twee uur lang was wel het gejammer aan boord hoorbaar. De escorte die de Mendi begeleidde, heeft nog wel mensen kunnen oppikken. Omdat er ook Engelse bemanningsleden verdronken, is de kapitein van de Darro vervolgd. Zijn vaarbevoegdheid werd voor een jaar ingenomen.’’
Vlak voordat de Mendi aan de Zuid-Engelse kust naar de zeebodem verdween, speelde zich volgens de overlevering aan boord een bijzonder tafereel af. ,,Dominee Dyobha zou met verschillende bemanningsleden nog een oorlogsdans op het zinkende schip hebben uitgevoerd.’’ Dat van veel van de opvarenden nooit meer iets is vernomen, is volgens Sijlmans niet zo vreemd. ,,Het schip was voor de oorlog omgebouwd. Er kwamen kanonnen aan boord en in het ruim kwamen slaapplekken. Snel ontsnappen was er niet bij, vooral ook omdat door de aanvaring deuren en dergelijke waren verbogen.’’
Voor zover Sijlmans weet, zijn er niet meer dan 26 opvarenden aangespoeld: twintig in Engeland, één in Frankrijk en vijf in Nederland. Twee lichamen werden in Egmond gevonden, één in Zandvoort en van twee slachtoffers is het onbekend. Allen zijn herbegraven in Noordwijk.
Mtolo
,,Vooral het verhaal van Mtolo is het meest interessant’’, zegt Sijlmans, waarna hij de ID-kaart van de man laat zien. Die leerde hem dat Mtolo afkomstig was uit KwaZulu-Natal. Via, via kwam hij in contact met een nazaat, een vrachtwagenchauffeur. Niet alleen de taal vormde een barrière, de luide radio en de achtergrondgeluiden van straat, maakten het telefoongesprek er niet gemakkelijker op. Wat volgde was een wekenlange stilte, totdat Sijlmans het opnieuw probeerde. De zoektocht kwam hem toen op de nodige verwijten te staan. ,,Ik kreeg te horen dat ik de repatriëring van Mtolo tegenhield, maar ik heb daar niets mee te maken. Het was een beslissing van de Britse regering dat geen van de slachtoffers terug zou keren. Dat gold dus ook voor de Zuid-Afrikanen, maar dat wisten zij niet.’’
,,De familie heeft nooit veel meer geweten dan dat hun opa opeens was verdwenen. Hij zou zijn weggegaan om werk te zoeken. Een andere versie is dat hij met een boot zou zijn vertrokken. Totdat ik belde en mailde. Dat opa na zoveel jaar was gevonden, verklaarde meteen de rampspoed binnen de familie’’, zegt Sijlmans.
Medicijnman
Mtolo’s geest zou pas tot rust komen als hij op geboortegrond wordt bijgezet. Omdat de Britten daar geen toestemming voor geven, heeft de familie zijn heil tot een medicijnman gezocht. ,,In de zee bij Durban is een kip geofferd zodat Mtolo’s geest met zijn begraven broer kon worden herenigd. Op de terugreis vanuit Durban mocht de kleinzoon volgens het ritueel niet praten, maar vlak bij de kraal schoot de achterklep van de wagen open en riep hij toch wat. Ze geloofden dat de geest van Mtolo via die klep weer wegging. Voor die mensen echt een drama. De enige optie die nu nog rest, is de geest ophalen in Noordwijk, maar zo’n reis is onbetaalbaar.’’
Sinds zijn vertrek uit KwaZulu-Natal hangt er al een mysterie rond Mtolo, al zegt Sijlmans meteen dat elk bewijs vooralsnog ontbreekt. ,,Zijn broer zou een moord hebben gepleegd, waarna hij de schuld op zich nam. Mtolo werd daarvoor ter dood veroordeeld, maar toen hij werd opgehangen, brak het touw en mocht hij vertrekken.’’
Herdenking
De vijf Zuid-Afrikaanse bemanningsleden die in Noordwijk liggen begraven, worden komende zaterdag herdacht. De plechtigheid op de Algemene Begraafplaats begint om 10.30 uur.
Naast vertegenwoordigers van de SA Legion of Military Veterans, woont loco-burgemeester Gerben van Duin de plechtigheid namens de gemeente Noordwijk bij. Na deze ceremonie gaat het gezelschap naar het monument op de Koningin Wilhelmina Boulevard. Bij de gedenksteen die speciaal is neergezet om de oorlogsslachtoffers te eren die in Noordwijk zijn aangespoeld of liggen begraven, wordt nog een korte herdenking gehouden.
Volgend jaar is het honderd jaar geleden dat de Mendi verging. Bij die gelegenheid worden postuum medailles uitgereikt. ,,Iedereen die in de Eerste Wereldoorlog had gevochten kreeg een medaille, alleen de zwarte jongens niet. Zij ontvingen ook geen financiële vergoeding. Volgend jaar krijgen de nabestaanden alsnog een medaille’’, aldus Mark Sijlmans. Hij deed uitvoerig onderzoek naar de buitenlandse militairen die op de Algemene Begraafplaats in Noordwijk zijn bijgezet.