Speeltijd

Joris Zandbergen

De afgelopen tijd, terwijl ZZ Leiden gemakkelijk z’n potjes won, werd ik herinnerd aan het belang van speeltijd. Als we een paar stappen overslaan, dan vertegenwoordigt speeltijd namelijk keiharde cash.

In de uitwedstrijd tegen Rotterdam begon Eddy Casteels met zijn beide, nieuwe, Amerikanen. Toen die opstelling aanvankelijk niet het gewenste resultaat opleverde – ZZ stond achter bij rust – greep de coach terug op een vijftal waarmee hij vertrouwd was. De beslissing sorteerde effect: met vijf Nederlanders in het veld liep Leiden weg. Op de bank zaten Marquise Simmons en Cashmere Wright als veredelde cheerleaders.

Mannelijkheid

Ik schrok mij een hoedje. Voor Nederlandse aankopen is op de bank zitten al niet leuk, voor aanwinsten die eerst langs de IND moeten, is het bijna een aanslag op hun mannelijkheid. Beelden van de eerste helft van het seizoen schoten weer over mijn netvlies. Stutz en Scott die als bankspelertjes vanuit de junioren zaten te verpieteren. Wright probeerde zijn gelaat in de plooi te houden toen hij in garbage time werd ingezet, maar je hoorde hem zowat denken: fuck this.

Het gaat er niet om Casteels nu aan te wijzen als zondebok. De coach had legitieme redenen om de spelers op te stellen die hij opstelde, niet in de laatste plaats omdat hij niet achterop wilde raken in de race om de eerste plaats. Onder zijn leiding verliest Leiden al twee seizoenen niet van de onderste vier. In de DBL word je echter geen kampioen tegen de kleintjes, zoals Don Leo ooit zei.

Toppers

In de Nederlandse eredivisie heb je succes als je van de toppers wint, en zelfs de DBL heeft er daar een paar van. Dus de hoog aangeschreven en goedbetaalde Amerikanen liever gisteren dan vandaag geïntegreerd, als de ambitie verder reikt dan: altijd winnen van de mindere goden. Want je ‘yanken’ heb je wel nodig als het straks om de knikkers gaat. Of niet, maar haal ze dan niet en ga vol de strijd aan met wat je al had, kent en waardeert.

Hoe dan ook, ik zag de Leidse Amerikanen ‘riding the pine’ en schrok dus. Zeker voor Amerikanen is speeltijd van levensbelang. Spelen betekent statistieken en dat vertaalt zich weer naar geld: betere contracten, in bij voorkeur betere leagues. Zoiets past natuurlijk niet altijd binnen het teamplaatje, waarmee ik helemaal niet wil zeggen dat deze mannen per definitie geen teamspelers zijn. Maar: ze zijn ‘hired guns’. Ze vertonen hun kunsten voor de hoogste bieder, en de kans is groot dat ze na een seizoen weer ergens anders aan de slag moeten. Basketbal als business dus, zo gaat dat.

Bombarie

Je onvermijdelijk met veel bombarie binnengehaalde Amerikanen op de bank parkeren, leidt doorgaans tot scheve gezichten bij de heren, en in het licht van het voorgaande is dat niet vreemd. Je komt dan aan hun brood. Stel dat ene De Jong uit Leiden graag naar het buitenland zou willen, en je laat hem alleen de laatste 1:30 spelen van de tweede helft, ik zeg maar wat. Kijk eens hoe leuk hij daar op reageert. Toen ik beide Amerikanen dus op de bank zag zitten in Rotterdam, vreesde ik dat ze mentaal zouden uitschakelen.

Gelukkig kwam daarna de wedstrijd tegen Aris. Er was voor beide heren ruim speeltijd en volgens mij haalden beiden een dikke voldoende, ook omdat ze meer deden wat de coach van hen verwachtte. Want het staat natuurlijk wel buiten kijf dat de coach het volste recht heeft om een stevig eisenpakket neer te leggen.

Crisis

Een nieuwe crisis leek in de kiem gesmoord, en dat gaf mij de tijd om over andere dingen na te denken. Rondom het bekertreffen met dat sympathieke Red Stars kwamen er verhalen los over spelers die ‘het’ niet hebben gered. Terence Robinson zou onder Toon van Helfteren te weinig speeltijd hebben gekregen en daarom geen volwaardige eredivisiespeler zijn geworden.

Ook over een back-up guard uit Toons tijd in Werkendam bereikte mij een dergelijk verhaal. Ik moet toegeven, het irriteerde mij enigszins en natuurlijk komt dat ook omdat ik de bondscoach zeer goed en ook aardig vind. Laat ik het maar gelijk hebben gezegd.

Opleiden

Ten eerste vind ik het de voornaamste taak van een hoofdcoach bij een topteam in de eredivisie om prijzen binnen te halen. Voor het opleiden van jonge talenten zouden er andere mensen binnen de club moeten zijn. Van Helfteren won bij Leiden alles wat er te winnen viel, dus heeft hij het goed gedaan. Casteels verricht zeer goed werk met die jonge gasten (en dan ga ik niet zeuren dat je in de DBL op je 23ste nog als talent kan worden aangemerkt) maar ik vind dat hij afgerekend moet worden op het succes van ZZ1. Opleiden is een middel, geen doel.

Bovendien waren er in de tijd dat die jongens geen speeltijd kregen nog minstens negen andere eredivisieclubs. Als het slechts aan de coach lag, en niet ook aan blessures en/of andere interesses, hadden ze nu toch wel 150 eredivisieduels achter hun naam? Worthy en Mo kwamen ook op jonge leeftijd aan Leiden, ‘paid their dues’ en zijn nu belangrijke internationals. Ik ben het namelijk wel eens met Casteels dat je speeltijd moet verdienen.

Meer nieuws uit Sport

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.