'Romeinen zijn gek op blond haar'

Het Romeinse leger exerceert in de arena. Foto Leidsch Dagblad

Centurio Gaius Cassius Silvester in zijn commandotent. Foto Leidsch Dagblad

Albertje verft de wol met rietpluimen. Foto Leidsch Dagblad

Foto Leidsch Dagblad

1 / 4
Alieke Hoogenboom

Meisjes in linnen tunica’s kijken naar twee jonge Romeinen die op het marktplein zwaardvechten. Ze wijzen en giechelen. Op een houten bankje voedt een vrouw haar baby. Bij het huis van de pottenbakker uit Voorburg worden poffertjes gebakken en langs het pad maken de soldaten zich op voor de dagelijkse training. Het dorp Trajectum ad Rhenum in het Alphense themapark Archeon oogt zo authentiek, dat het lijkt alsof je tweeduizend jaar terug in de tijd gaat.

,,Geschiedenis is niet droog en saai, als je het tot leven brengt’’, weet David Richardson. Dertig jaar geleden richtte hij in Engeland de re-enactgroep Legio II Augusta op. Tijdens het Romeins Festival zijn de acteurs twee weken te gast. ,,Het is een traditie, we komen hier al twintig jaar’’, zegt hij. Slapen doen de spelers in het dorp. In de logeerkamer van het pottenbakkersgezin of in de herberg.

Als klein jongetje raakte Richardson gefascineerd door de Romeinse tijd, omdat zijn geschiedenisdocent kleine forten en kastelen meebracht en daarbij spannende verhalen vertelde. De Romeinse tijd draait volgens Richardson niet alleen om het leger. Ook ambachtslieden, gewone burgers en gladiatoren horen bij die periode. ,,Wij laten alle personages zien. Het is een echt Romeins dorp.’’

Schildmuur

In het kamp van de legionairs zit Gaius Cassius Silvester in zijn commandotent. Hij is een centurio, de hoogste officiersrang die een normale burger in het Romeinse leger kan behalen, en geeft leiding aan tachtig soldaten. ,,Ik sta altijd voorop, geef bevelen en moedig ze aan, maar buiten het Archeon ben ik gewoon Erik de Wagt.’’ Hij is beleidsmedewerker aan de Universiteit Leiden en twintig keer per jaar kruipt hij in de huid van een Romein. Een fascinatie voor die periode kreeg hij op 12-jarige leeftijd. ,,Internet was er toen nog niet, maar ik keek op televisie kinderprogramma’s over de Romeinse tijd.’’

Trots kijkt hij naar zijn uitrusting. ,,De Romeinen zijn een voortvarend volk, met een sterke organisatie, mooie spullen en architectuur. Het voelt als thuiskomen.’’ Naast zijn officierstent hangen dierenhuiden en op de tafel liggen rollen papyrus, gemaakt van een moerasplant uit Egypte. ,,Als ik van de generaal orders krijg, schrijf ik die direct op en stuur ze rond.’’ Wat De Wagt voornamelijk intrigeert, is de tactiek van het Romeinse leger. In plaats van één tegen één te vechten, vormen ze een front door een schildmuur om zich heen te bouwen. De Wagt kijkt ernstig. ,,Bij elkaar blijven en de linie rechthouden, is het belangrijkst. Dat is onze kracht.’’

Echte soldaten

Een groep bezoekers marcheert op de bevelen van Joerie van Sister, de Romeinse soldaat Marcus Sisterius Barbatus, over het pad langs het kamp van de legionairs. De jongens hebben een vrijgezellenfeest. Van Sister geeft vijf keer per dag les aan bezoekers en probeert in een korte tijd echte soldaten van ze te maken. ,,Ik ben archeoloog en gespecialiseerd in de Romeinse tijd’’, zegt hij. ,,Vier dagen per week werk ik bij het Archeon. Zowel op kantoor, als in het park. Het is mijn studie, hobby en werk tegelijk. Dat vind ik fantastisch.’’ Van Sister moet zich haasten. Over tien minuten begint in de arena het gladiatorengevecht en hij moet zich nog omkleden. ,,Zo’n gevecht moet je meemaken. Het is een spektakel!’’

Een stuk verderop staat het kamp van de Frisii, een Germaans volk dat boven de rivier woont. De Frisii en de Romeinen zijn bondgenoten. Volgens stamhoofd Arnulf is er weleens ruzie, maar dat lossen ze dan snel weer op. ,,We hebben elkaar nodig. Wij leveren ze jongens voor in het leger, graan, barnsteen én vrouwenhaar. Het liefst blond, daar zijn de Romeinen gek op’’, zegt Arnulf. ,,Ze maken er pruiken van.’’ De Romeinen leveren op hun beurt ijzer, olijfolie en wijn.

Stoofpot

Arnulf gaat op een boomstronk bij de tent zitten. Zijn taak in het kamp? ,,Bier drinken en schreeuwen’’, zegt hij lachend. Maar daar is niets van te merken. Hij houdt het vuur in de gaten en speelt met de kinderen. ,,Ach, dat is zo gegroeid’’, zegt hij. ,,Iedereen in het kamp wil zijn steentje bijdragen. Onze taakverdeling is voor de Romeinse tijd misschien wel een beetje modern.’’

Albertje, een Frisii, roert door een pot met peren die op de gloeiende kolen staan te pruttelen. ,,Vandaag staan er stoofperen op het menu, maar een soep met veel groenten vinden we ook lekker. Het is net wat er in de omgeving groeit.’’ Albertje heeft het maar druk vandaag, want ze is ook bezig met het kleuren van wol. Dat doet ze met rietpluimen. ,,Het is een flinke klus, maar dat vind ik juist zo leuk aan terug gaan in de tijd. Door dit personage te spelen, ervaar ik hoe dingen die in de moderne tijd zo vanzelfsprekend zijn, vroeger werden gedaan.’’ Albertje is docent en leest veel geschiedenisboeken. Ze wil kinderen iets over de Germanen in de Romeinse tijd leren. ,,Spelenderwijs leren kinderen veel meer over de geschiedenis’’, stelt ze.

Stamhoofd Arnulf heeft vooral belangstelling voor wapens, maar voor vechten dan weer niet. ,,Dat vind ik een beetje nep. Ik ben geïnteresseerd in de verhalen erachter.’’ Uit de huls die aan zijn riem is bevestigd, haalt hij een recht, langwerpig zwaard dat is bedoeld om iemand in één keer doormidden te hakken. Hij beweegt het heen en weer en glundert. ,,Over dit wapen kan ik uren praten.’’

Het Romeins Festival is t/m 17 augustus.

Meer nieuws uit Leiden

Net Binnen

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.