De hete brij van het Leidse voetbal
Wie de staat van het sportpark van Docos in de Mors in ogenschouw neemt, weet genoeg, zucht Jasper van Marwijk, voorzitter van die vereniging. Vorig jaar kreeg Docos er een vijfde veld bij, van buurman vv Leiden - waarmee de ergste nood was geledigd.
,,Alleen: drie daarvan zijn gras en ze worden dramatisch onderhouden’’, moppert Van Marwijk. Zodra het gaat regenen, worden ze afgekeurd. Dat is dit seizoen al drie keer gebeurd, en dan moet de winter nog komen. Waar moeten we heen met onze vijftig teams?’’
Hij kijkt verlekkerd naar Voorschoten ’97, waar de accommodatie aantrekkelijker want beter is, meer kunstgras is, en waar bovendien uitbreiding op handen is, heeft Van Marwijk begrepen. ,,Reken maar uit waar onze spelers over een paar jaar voetballen’’, klinkt het onheilspellend.
Van Marwijk beklaagde zich al eens over het ledenverlies aan die club. ,,Gelukkig hebben we dat redelijk kunnen keren, door zelf actiever te worden. Door jeugd extra trainingen te geven, wat andere dingen met ze te doen dan alleen maar voetbal. Zo hebben we jeugd kunnen behouden.’’ Hij vreest dat het slechts voor tijdelijk is.
Bedreiging
Dat de aantrekkingskracht van verenigingen als Voorschoten ’97, Meerburg, RCL, ASC, Oegstgeest en UDO een bedreiging vormt voor het Leidse voetbal, wordt in ’Voetbal Vitaal’ ook onderkend.
Die notitie is een eerste antwoord van de gemeente op de problemen waarmee voetbalverenigingen kampen. Leiden is, in elk geval in het voetbal, in last. Sommige clubs zien het ronduit somber in. Gekweld door schulden, ledenverlies, een terugloop aan sponsors, slechte onderkomens en/of sportieve armoe leiden ze een kommervol bestaan.
Want als diezelfde clubs nota bene zelf al vragen om fusies, en smeken om ingrijpen? Jarenlang duldden ze feitelijk geen bemoeienis. Allemaal wilden ze hun eigen boontjes blijven doppen.
Uitgaande van ’Voetbal Vitaal’ zijn fusies onvermijdelijk. Daarin staan de voorwaarden waar de Leidse clubs aan zouden moeten voldoen: een minimum ledenaantal (vier- tot vijfhonderd), eigen jeugd, voldoende vrijwilligers, een sluitende exploitatie en schuldenvrij.
Maar sindsdien is het stil.
,,Het lijkt wel alsof we in een soort vacuüm terechtkomen’’, zegt Docos-voorzitter Van Marwijk. ,,We zijn in afwachting’’, reageert diens collega Willem Pikaar. ,,Er moet een doorbraak komen’’, beaamt Joop van Oven, de aanstaande preses van FC Boshuizen.
,,De gemeente kan nog steeds kiezen voor de koude methode - een sanering’’, vult Raymond Keur aan, voorzitter bij Roodenburg, danwel (dus) clubs aan hun lot overlaten. Maar voor eigen beul spelen: ,,Dat kun je niet van een voorzitter van een vereniging vragen’’, vindt Keur. ,,Dat is moreel verwerpelijk.’’
Roodenburg roept al jaren dat het wil fuseren. FC Boshuizen, GHC, FC Rijnland: idem. Sinds de zomer is ook bekend dat Docos best bereid is tot samengaan. En toch: Er gebeurt maar niets.
Alsof iedereen om de hete brij heen blijft draaien. Wie wacht er op wie?
Doorbraak
,,Wij zien het onderzoek bij ons door de VVCS Academy al als een doorbraak’’, aldus Van Oven. ,,Dat moet laten zien hoe je in fusieverband een moderne club moet inrichten die op een hoog niveau speelt. Het is te vroeg om nu al namen te noemen.’’
,,Ik vind nog steeds Lugdunum een logische partner voor ons’’, reageert Keur. Het aanzoek staat nog altijd. ,,Sinds de voorzitter daar weg is, is het stil geworden. Er wordt van die kant uit geen tijd in gestoken om het verder te bespreken. Tja. It takes two to tango.’’
Hoe Lugdunum er over denkt, is niet bekend. Op een verzoek van de krant om een reactie, blijft het stil. Althans, waarnemend voorzitter Koos Keijzer meldt zich wel, maar laat weten: ,,We hadden met alle clubs afgesproken om nog geen nadere mededelingen naar de pers toe te doen. Dat is geen onwil, maar een afspraak. Daar wil ik me aan houden.’’
GHC, Leidsche Boys en LSVV ’70 geven helemaal geen gehoor. GOL Sport wil eerst een gesprek op het stadhuis en ’kijkt dan verder’.
,,Wij wachten op het plan van aanpak van de gemeente’’, meldt Pikaar. ,,Als de gemeente met iets komt, kan er wat gaan gebeuren.’’
FC Rijnland heeft trouwens niet stilgezeten. Het diende samen met vv Leiden en korfbalvereniging Crescendo een voorstel in, over een gedeeld sportcomplex in de Mors, en vergaande onderlinge samenwerking. Dat is op het stadhuis niet (meteen) afgewezen, maar wel als voorbarig bestempeld. In elk geval concludeert Pikaar: ,,Ons plan staat op drijfzand.’’ Verder voerde de club verkennende gesprekken met Leidsche Boys en GHC, maar die liepen op niets uit.
Uitgesteld
De gemeente zou in september inderdaad zelf met iets komen, maar dat blijkt te zijn uitgesteld. ,,Het plan van aanpak is in concept klaar’’, laat een woordvoerster weten. ,,Wij verwachten het in oktober voor te leggen aan de voorzitters van de voetbalverenigingen, dit met hen te bespreken en vervolgafspraken te maken. Hiervoor zullen ze de komende week een uitnodiging ontvangen.’’
Er valt niettemin best te achterhalen welke kant het op gaat. In een eerder gesprek met deze krant zei sportwethouder Frank de Wit dat hij ’uitgaat van het bestaande sportareaal’. De huidige voetbalcomplexen liggen in de vijf Leidse windstreken: Noord, De Vliet, de Boshuizerkade, De Mors en de Kikkerpolder. Negen clubs komen niet aan het vereiste ledenaantal. Tegelijk schroomt De Wit niet om clubs te verhuizen, zei hij, of om ze te laten inschikken. Verenigingen die niet aan hun betalingsverplichtingen (blijven) voldoen, verspelen hun rechten. ,,We zullen niet weglopen voor moeilijke keuzes’’, kondigde de D66’er aan.
Obstakel
Clubs verplaatsen kon wel eens een obstakel worden. UVS-kapitein Mat de Tombe ziet bijvoorbeeld een grote club voor zich - in de eigen Kikkerpolder. ,,Dan kun je echt een vuist maken, en denken aan een hoofd- of topklasser.’’ Daarbij heeft hij zitten denken aan Docos. ,,Dan ga je naar een vereniging met een kleine 1600 leden toe. Dat wordt een grote, stevige club.’’
Van Marwijk kent de gedachte van zijn collega. Maar de naam UVS ligt gevoelig in De Mors. ,,Jij weet hoe de hazen lopen’’, lacht hij. Bovendien: ,,Hij stelt er wel bij dat het dan in de Kikkerpolder gebeurt.’’ En ook al zou Docos daarmee terugkeren naar zijn oorsprong: ,,De Stevenshof en De Mors vormen ons achterland. Het is maar de vraag of onze leden meegaan.’’ Hij vindt het ook zonde om juist een gezonde club met een grote jeugdafdeling - na UVS de grootste in Leiden - uit de Mors weg te halen.
FC Rijnland staat evenmin te trappelen. Als het toch moet, dan zegt voorzitter Pikaar: ,,Wij gaan ons hok niet zomaar verlaten. Daar hebben we onze zure muntjes voor betaald. Daar willen we iets voor terugzien.’’
Van Marwijk wijst erop dat er voor Docos geen noodzaak is voor een fusie, al voerde hij oriënterende gesprekken met GHC en Boshuizen, en hoorde hij de plannen van de buren aan. ,,Wij voldoen aan alle voorwaarden van de gemeente. En ik denk dat wij de enige zijn in Leiden. Wij gaan niet de last van een schuld van een ander op onze schouders nemen. We gaan autonoom verder, een fusie aan of samenwerken met rugbyclub DIOK.’’
Een belangrijke les voor de clubs is dat de vorige fusies niet zo geslaagd lijken. Misschien zelfs zijn mislukt, slijpt Keur (Roodenburg) aan. ,,Boshuizen is een eersteklasser. Maar als je achter dat decor kijkt, zie je dat de club helaas moeilijk functioneert.’’
FC Boshuizen, in 2002 ontstaan uit VNA, UDWS, LFC en JAG, was in 2009 bijna failliet. Nu heeft GHC (een fusie tussen VCL en De Sleutels) grote moeite om het hoofd boven water te houden. ,,Dat is zeker waar’’, geeft Van Oven toe. ,,Het voetbal lijdt aan bloedarmoede, zeker wat betreft de aanwas van jeugd. Het is best een probleem dat zoveel jeugd de grens overtrekt. Vaak zijn de clubs daar ook beter geaccommodeerd.’’
De Tombe (UVS): ,,Het wordt best nog een hele klus, denk ik.’’
Keur, tenslotte: ,,Misschien moet je aan dit fusieverhaal een quizvraag verbinden, als je wat kruidige suggesties wilt.’’
Waarvan akte.
De auteur is voetballer bij Docos.