Fusiepartners Roodenburg zijn op
’Mister Roodenburg’ Jan Lovink. © Archieffoto
Van twaalf clubs terug naar vijf of zes? Het Leidse voetbal beleeft spannende tijden. We volgen het in deze rubriek op de voet.
Roodenburg viert volgend seizoen het negentigjarig bestaan, maar echt veel reden voor een feestje is er niet. ,,Het is de vraag of we in 2027 het eeuwfeest vieren’’, realiseert Jan Lovink, clubman in hart en nieren, zich.
Nominatie
Sportpark Leiden-Noord komt weliswaar voor in de toekomstplannen van de gemeente, vertaald in het plan Voetbal Vitaal, maar wie er straks gaan voetballen is onduidelijk. Onder de clubs die op de nominatie staan om te verhuizen, is er weinig animo.
Lovink: ,,GOL Sport stond hier ingetekend, maar daar zijn wij geen voorstander van. Wij hebben zelf veel allochtone leden en daarmee maak je de segregatie alleen maar erger. Bovendien komt een groot deel van hun achterban uit de buurt van de Boshuizerkade, dus ook in dat licht is een verhuizing onlogisch. Verder werd ook Leidsche Boys genoemd. Daarmee is gesproken, maar zij willen niet weg van de Vliet. Ze betalen daar precies 1,86 euro per jaar voor de huur van hun kantine, een uitkomst van de onderhandelingen rondom het gedwongen vertrek van de ’Kade’ in 2003.’’
Omdat FC Boshuizen geen jeugd meer heeft en met Docos flirt, blijven er weinig smaken over. ,,Het ziet er naar uit dat we zelfstandig moeten overleven. Dat kan, maar zal zwaar worden.’’
Overlevingskansen
Het voormalig voetbalbolwerk, dat in 1973 nog streed om het (amateur)kampioenschap van Nederland en tal van profvoetballers voortbracht, heeft nog maar dertien teams in competitie. Toch ziet Lovink ’overlevingskansen’.
,,We moeten niet kijken naar het verleden, dat is zinloos. We hebben een prima accommodatie en zijn financieel kerngezond. Ons enige probleem is het teruglopende ledenaantal en - in het verlengde daarvan - het gebrek aan kader. We werken hard om de organisatie op poten te krijgen. Zo hebben we heel wat opgeleide trainers. Als die nieuwe wijk achter de Kooi er komt en we weten daar onze slag te slaan, zie ik de toekomst best rooskleurig in. Dan gaan we de honderd zeker halen.’’