Genieten van een rampjaar
Een historische, 45 kilometer lange fietstocht door de polders van het Groene Hart, dat is de rampjaarroute. Het startpunt ligt in Woerden, maar is niet makkelijk te vinden.
Het pad slingert vanuit Woerden langs de Oude Rijn, de Meije en de Van Teylingenweg. Het gebied daartussen werd in 1672 onder water gezet om te voorkomen dat het Franse leger vanuit Utrecht heel Nederland zou innemen.
Het beginpunt is even zoeken, want we kunnen de borden niet vinden. De tocht gaat langs de Singel met uitzicht op fort en kasteel Woerden. Het historische karakter gaat verder op het smalle Jaagpad, waar aan weerszijden vervallen industriële panden staan, met kleurrijke graffiti op de muren.
Vanuit het centrum van de stad loopt het fietspad zeventien kilometer langs rivier de Oude Rijn. Aan de andere oever zijn villa’s te zien waar schapen en lammeren grazen. De was hangt buiten te drogen en aan de weg ligt een geitje in de zon te genieten. Roeiers varen voorbij. „Stuurboord rechts”, wordt er geroepen terwijl ze flink vaart maken.
De eerste tekenen van de oude waterlinie komen we tegen bij de kanalen de Dubbele Wiericke en de Enkele Wiericke, die zich afsplitsen van de Oude Rijn. Vlak voor de Dubbele Wiericke ligt Nieuwerbrug en twee kilometer verder, voorbij de Enkele Wiericke, ligt Fort Wierickerschans.
Grasmantel
Het fort is gebouwd in 1673 als verdedigingswerk tegen de Fransen. De typische vorm van de vesting valt op, ook al bevinden de muren zich een groene grasmantel. De voormalige waterlinie ligt tussen de Wierickerschans en Woerden, de kant waar de Fransen vandaan kwamen.
We steken de Oude Rijn over nabij Zwammerdam en vervolgen onze weg langs het watertje de Ziende. Daar is een uitkijkpunt op fraaie landschappen die tot in de verte te zien zijn. De tocht gaat verder over een lange kronkelweg, de Meije, met vele landerijen. Overal zijn dieren met hun jonge kroost te zien.
Aan de ene kant de Nieuwkoopse Plassen en aan de andere kant de polders die in het rampjaar onder water werden gezet. Het hoogteverschil tussen de twee gebieden is goed te zien. Rechts kijken we op de huizen neer, terwijl we links tegen het natuurlandschap opkijken; de slootjes liggen niet op gelijke hoogte. Her en der staat een molen om het water weg te pompen. Na elke bocht worden we verrast door kleine kraampjes langs de weg, met verse eieren en planten die voor een paar euro te koop zijn. Op de route ligt ook een camping, die niet te missen is door de schreeuwende papegaai in de voortuin.
Kostuumdrama
Het is jammer dat de route nog niet ontdekt is door fietsend Nederland, want op de Meije worden we teruggevoerd in de tijd. Even lijkt het alsof we ons in een kostuumdrama uit de zeventiende eeuw bevinden. De grote, groene tractor die met veel gebrom de weg opdraait, verstoort deze droom.
De route gaat verder over de Hollandse Kade, door het moeras van de Haeck.
Daar staat een steigerhouten uitkijktoren. Vanaf het hoogste punt kijken we uit over de Nieuwkoopse Plassen, waar de eenden op het water neerstrijken.
Via de Slikkendammersluis gaan we Woerdens Verlaat in, een lieflijk dorpje in het Groene Hart. Hier en daar steekt een mast uit boven het riet. Na Woerdens Verlaat, gaat de route verder door de polders. Vanaf de Van Teylingenweg beginnen we met aftellen: nog acht kilometer tot het eindpunt.
Volgens de website is de route in drie uur te fietsen, maar wij zijn als niet ervaren fietsers pas na vier uur weer bij de start.