In 60 seconden: De groene geur

1 / 2
Wilfred Simons

Het was een warme meimaand. Elke zondagavond zat ik, student, op een bankje van het NS-stationnetje Heemstede-Aerdenhout te wachten op de trein naar Leiden. Vanuit de duinen waaiden dichte geurwolken aan, van duindoorn en den, duinroos, vlier en kamperfoelie. Ik snoof de geuren op, diep, diep ademde ik in. Heerlijk. Dit was geen geur meer. Het was eerder alsof een parfumnevel over Kennemerland rolde.

Eenmaal in de trein, zette ik het raampje wijd open om de groene geur zo lang mogelijk te volgen. Dat kon toen nog. Bij Bennebroek rook ik hem goed, bij Hillegom vervaagde hij, bij Lisse bespeurde ik de laatste sporen in de avondschemering, bij Sassenheim loste hij op. Als ik in Leiden op het Stationsplein stond, was de avond overgegaan in nacht. Onder de lantaarns snoof ik nog eens diep - maar nee. Leiden rook niet vies, Leiden rook naar niets.

Een maand later, na opnieuw zo’n hallucinante treinreis, snoof ik opnieuw de geuren van de binnenstad op. Opeens rook ik wél iets. Een geur, zoeter, bloemiger, dieper en groener dan ooit uit de duinen was gekomen. In een flits dacht ik: ’dit is de beste geur uit de natuur’. Wat kon dat bedwelmende parfum zijn? Het was lindebloesem! Als het om geur gaat, zijn de Leidenaars onderbedeeld - maar in juni worden ze ruimschoots gecompenseerd.

Meer nieuws uit Leiden

Net Binnen

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.