Khalid Choukoud zette de toon voor snelle Singelloop
Khalid Choukoud heeft misschien wel de toon gezet. Met hem kreeg de Singelloop in 2008 een razendsnelle winnaar, eentje met olympische aspiraties ook. De Haagse atleet trainde destijds bij Leiden Atletiek in de trainingsgroep van Bram Wassenaar.
Toeval of niet, sinds Choukouds verbluffend snelle rondgang over de Leidse singels ging de zege in het officieuze wereldkampioenschap van Leiden alleen nog maar naar atleten uit de stal van de gelauwerde trainer uit Voorschoten. In 2009 ging Choukoud op herhaling, waarna Sven Grundeken het stokje overnam en de edities 2010 en 2011 op zijn naam schreef.
Daarna was het de beurt aan de piepjonge Noah Schutte, die als Singelbewoner letterlijk door zijn eigen voortuin naar de overwinning snelde, zowel in 2012 als in 2013. Hoewel de Leidse student nog 21 jaar moet worden, is hij al bijna te oud voor deelname aan de hardloopwedstrijd-voor-het-hele-gezin. Dat wil zeggen: zijn atletiekcarrière is in zo’n stroomversnelling terechtgekomen, dat de Singelloop niet gemakkelijk meer in zijn sportagenda past.
In iets mindere mate hebben zijn clubgenoten Vincent Mensen (winnaar editie 2014) en Flores Weverling (‘titelverdediger’) last van conflicterende belangen. Ook zij naderen - in de slipstream van Schutte - de nationale subtop, met de bijbehorende sportieve verplichtingen zoals competitiewedstrijden en buitenlandse trainingskampen. Maar als de agenda dat toelaat, geeft trainer Wassenaar hun oogluikend toestemming om te schitteren in eigen stad.
Mochten alle Leidse toppers ontbreken, dan staan ongetwijfeld andere hardlopers op om met de eer te gaan strijken. Eén van de eerste kleppers die zijn komst heeft aangekondigd is Arjan van der Hoorn van De Spaartaan uit Lisse, zoon van oud-winnaar Martien van der Hoorn. In het vrouwenveld, dat in het verleden wel eens werd aangevoerd door de Boskoopse topatlete Maureen Koster, was Inge Heus vorig jaar de beste. Ook oud-winnares Liselotte Andriesse uit Zoeterwoude behoort vrijwel elk jaar tot de snelste vrouwen.
Het publiek kan de wedstrijdlopers herkennen aan de lage (oftewel ‘snelle’) startnummers, die de organisatie jaarlijks verkoopt aan 150 atleten.