Mening over EU altijd al pragmatisch
In de bundel Van Aanvallen! Naar verdedigen? wordt de Nederlandse houding ten aanzien van de EU vergeleken met het Nederlandse voetbalspel. Nederland heeft, net als het Nederlands elftal, steeds vaker een defensieve opstelling.
Het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne, dat in april plaatsvindt, lijkt in lijn te zijn met die terughoudendheid. „Het associatieverdrag wordt door veel mensen gezien als een nieuwe stap in de uitbreiding van de EU met Oekraïne”, aldus politicoloog Hans Vollaard van de Universiteit Leiden die de bundel samenstelde. „Tegenstanders van het verdrag zeggen dat wij straks ons geld, werkgelegenheid en macht moeten delen met de Oekraïners.”
’Minder EU’ is een steeds vaker ingenomen standpunt, terwijl Nederland in het verleden juist vooraan leek te staan als het Europese samenwerking betrof. Krijgen de twijfels over Europese integratie de overhand en zijn Nederland en Europa niet langer elkaars bondgenoten? Vollaard onderzocht samen met Jan van Harst en Gerrit Voerman (beide Rijksuniversiteit Groningen) de opstelling in Nederland ten opzichte van Europese integratie vanaf 1945 tot 2015 om te zien of er werkelijk een verandering in standpunten is geweest. De auteurs belichten verschillende politieke spelers en tonen dat de meningen in Nederland nooit eenduidig waren. „Nederland wordt altijd op één hoop gegooid, maar rechters, ambtenaren en burgers delen niet dezelfde meningen over de EU. Wij wilden juist hun uiteenlopende standpunten belichten”, zegt Vollaard.
Wilders
Volgens Vollaard was en is Nederland verdeeld over Europese integratie en de overwegende houding van de meeste politieke spelers is altijd economisch pragmatisch geweest. In jaren ’90 van de vorige eeuw werden politieke kwesties als uitbreiding van de Europese Unie, de euro en een gezamenlijk asiel- en migratiebeleid nieuwe punten op de agenda; politieke integratie is een belangrijker thema geworden. Al veel langer waren niet alle Nederlandse politieke spelers daar even positief over, merkt Vollaard op.
Ook vandaag de dag blijven meningen verdeeld. De PVV en in mindere mate SP zijn de politieke tegenstanders van de huidige koers van Europese integratie en vooral de PVV weet vaak de aandacht te trekken. Vollaard: „Maar Nederland is meer dan Wilders alleen. De achterban van D66 denkt anders over Europese integratie dan die van de PVV en SP.”
Referendum
De meeste Nederlandse politici en kiezers houden vast aan de pragmatische houding en geven geen gehoor aan een roep om de EU te verlaten. „We zien dat het moeizaam loopt, maar voor veel mensen is er geen beter alternatief”, verklaart Vollaard. Toch verwacht Vollaard weinig toegeeflijkheid van de Nederlandse kiezer tijdens het aankomende referendum. „De voorstanders in het debat hebben het moeilijk want zij moeten betogen dat de economische samenwerking met een corrupt land als Oekraïne voordeel oplevert voor Nederland.”
Hoewel het referendum kiezers de mogelijkheid biedt om zich uit te spreken over een Europese kwestie, denkt Vollaard dat het vooral teleurstelling gaat veroorzaken. „Ook al stemmen kiezers tegen, er zijn veel EU-landen die al voor het verdrag hebben gestemd. Dan wordt het lastig om met een Nederlandse nee-stem rekening te houden”, legt hij uit.
Zonder Nederlandse goedkeuring treedt het verdrag formeel niet in werking, maar gezien de huidige verhoudingen zullen er maar weinig aanpassingen voor Nederland worden gemaakt. Vollaard: „Hierdoor gaan de tegenstemmers zich meer afvragen of zij als burgers nog invloed kunnen uitoefenen op Europese besluitvorming.”
De bundel Van Aanvallen! Naar verdedigen? wordt donderdag gepresenteerd op de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden.
Voor meer informatie: http://www.montesquieu-instituut.nl/