Waken voor het rode stoplicht tijdens Leiden Marathon

Sportarts Michael van der Werve weet precies waar de hardloopschoen wringt voor de deelnemers aan Leiden Marathon.© Foto Jordy Kortekaas

Robert Toret
Leiderdorp

De drukte hangt sterkt af van de weersomstandigheden, maar iedere editie ziet sportarts Michael van der Werve weer meer deelnemers aan Leiden Marathon zijn verzorgingspost binnen strompelen met meer fysieke klachten dan hem lief is. ,,Het grootste probleem is dat mensen zichzelf schromelijk overschatten.’’

Van der Werve is sinds 2001 verbonden aan het Alrijne Ziekenhuis (voorheen Rijnland Ziekenhuis, RT) en bemant al jaren de medical unit, net voorbij de finishlijn, samen met een professioneel team, waaronder collega Maarten Verschure. ,,Het is goed opletten hoe mensen over de meet komen. Als je ze in de ogen kijkt, weet je doorgaans wel hoe ze eraan toe zijn.’’

Zondag 20 mei 2012 is een inktzwarte dag in de geschiedenis van de Leidse marathon, die dit weekend voor 27ste keer gelopen wordt. Op die dag, vandaag exact vijf jaar geleden, zakte een 41-jarige man vlak na het voltooien van de halve marathon in elkaar. In het ziekenhuis bleek de hartstilstand die hem getroffen had hem fataal te zijn geworden. Van der Werve: ,,Ik was er toevallig die keer niet bij, maar dat is natuurlijk een horrorscenario. Al ben je erop ingesteld dat zoiets kan gebeuren. Mensen kunnen al tien jaar met een te hoge bloeddruk rondlopen, zonder dat zelf te weten. Onervaren lopers herkennen signalen minder snel, wat wel belangrijk is als je zo’n inspanning levert.’’

Wat Van der Werve maar wil zeggen: het uiterste van je lichaam vragen, is niet geheel ongevaarlijk. Toch kan een gedegen voorbereiding dat risico voor een groot deel wegnemen. ,,Het begint natuurlijk met voldoende trainingsarbeid, dat is het allerbelangrijkste. Dat blijkt al uit het feit dat het gek genoeg zelden lopers van de hele marathon zijn, die wij na de finish zien. Die mensen zijn doorgaans zo goed getraind, hebben zoveel hardloopervaring en kennen hun lichaam zo goed, dat ze precies weten waar ze mee bezig zijn. Het zijn vooral deelnemers aan de tien kilometer en de halve marathon die zichzelf soms behoorlijk tegenkomen. Een jonge vent die drie keer per week op het voetbalveld staat en denkt: dat doe ik wel even, met mijn basisconditie. Nou, dat kan dan nog wel eens vies tegenvallen. Intervalsport is niet te vergelijken met duursport. Ze denken er veel te makkelijk over, hebben de neiging veel te hard van start te gaan en komen halverwege de man met de hamer tegen. En daar win je het niet van. Vaak laten ze zich ook opjagen door degene die voor ze loopt of door wie ze ingehaald worden. Ik kan toch niet voorbijgelopen worden door een krasse knar of een vrouw? Maar ja, als die al duizenden kilometers meer in de benen hebben, ga je ze echt niet bijhouden hoor. Hoe lastig dat ook te verkroppen is.’’

Optrainen

Naast die lange termijnvoorbereiding van het jezelf ’optrainen’ zijn ook de keuzes die je kort voor de wedstrijd maakt van cruciaal belang. ,,Allereerst is het belangrijk om goed uitgerust aan de start te verschijnen. Ik ken ook voorbeelden van deelnemers die de avond ervoor tot in de late uurtjes in de kroeg hadden gestaan en de nodige alcohol ingenomen hadden. Meestal heb je de dag erna dan weinig zin om heel veel water te drinken en ja, dat is natuurlijk vragen om uitdroging. Verder is het goed om na te denken over je kledingkeuze. Veel mensen zijn geneigd om dat nieuwe, trendy shirtje met die felle kleurtjes dat ze speciaal voor de gelegenheid gekocht hebben, aan te doen. Ik zal altijd adviseren iets aan te trekken dat je al eerder hebt gedragen. Als de stof schuurt en je krijgt er rode oksels of kapotte tepels van, word je echt niet vrolijk. Goed materiaal is sowieso belangrijk. Een shirtje moet goed ademen, schoenen moeten voldoende ondersteuning bieden aan je gewrichten. Dat is toch nog net even belangrijker dan dat je er goed uitziet.’’

Tot slot speelt ook voeding een doorslaggevende rol, aldus Van der Werve. ,,Het is goed om je energievoorraad twee tot vier uur voor de start nog even aan te vullen door een koolhydraatrijke maaltijd te nuttigen. Dat koolhydraat ’stapelen’, daar beginnen marathonlopers trouwens al een paar dagen van tevoren mee. Zo sla je glycogeen in je spieren op, de suiker die je lichaam tijdens het hardlopen verbrandt. Hoe langer je op koolhydraten kunt blijven lopen, hoe minder snel je je vetvoorraad hoeft aan te spreken om energie te leveren. Dan tast je dus in je reserves en dat ga je merken. Het is daarom ook belangrijk om voldoende bij te eten en drinken. Dat voelt voor een onervaren loper heel onwennig, omdat je spijsverteringsstelsel tijdens het leveren van zo’n prestatie als het ware on hold staat. Maar ook dat kun je aanleren.’’

Kwaaltjes

Van der Werve en zijn collega werken tijdens de marathon samen met de leden van de medische commissie en de medewerkers van het Rode Kruis, die zich vooral richten op deelnemers met kleine kwaaltjes. ,,Schaafwonden, blaren, spierpijn en kramp. Wij zijn er voor de heftigere gevallen. Oververhitting of juist onderkoeling, ernstiger letsel aan spieren of gewrichten of totale uitputting. Deelnemers die heel ’appelig’ over de finish komen en na drie toegediende infuuszakken nog steeds continu in de kramp schieten. Ieder jaar zijn dat er toch weer enkelen tot enkele tientallen, sterk afhankelijk van het weer. Wat dat betreft zijn de verwachtingen voor deze editie erg gunstig. Een graad of veertien, vijftien, droog, weinig wind. Dan kun je je hitte goed kwijt. Oftewel: ideaal hardloopweer.’’

Van der Werve gebruikt voor het leveren van een grote inspanning een stoplicht als metafoor. ,,Je begint op groen, komt op het einde op oranje en moet waken voor het rode stoplicht. Tips? Het allerbelangrijkste is dat je naar je lijf luistert. Je lichaam kan verbazingwekkend veel hebben. Maar je kunt ook ’overvragen’. Dat je in een poging de halve marathon onder de twee uur te lopen te diep gaat. Dat moet je voorkomen. Zoek de grens op, maar ga er niet overheen. De meeste deelnemers zijn geen topatleten, maar leveren - op hun eigen niveau - wel een topprestatie. Dat is ook het mooie van zo’n dag. Ik hoop het in ieder geval heel rustig te hebben en lekker van de wedstrijd te kunnen genieten. Net zoals ik zou doen als ik als toeschouwer voor mijn huis in Leiden zou zitten, waar de marathon ook langskomt. En dan juichen op de finish voor de winnaar.’’

Meer nieuws uit Sport Regionaal

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.