Nieuwe uitdaging voor Nederlandse tuinbouw
Een vanille-orchidee in bloei.© Foto Rogier van Vugt
Een goudmijn of een fiasco? De Nederlandse tuinbouw staat voor een nieuwe uitdaging: vanille. Het is na saffraan de duurste specerij ter wereld en wordt vooral in Madagaskar verbouwd. In het Science Café Vanille in de Hortus Botanicus van Leiden werden vorige week plannen gepresenteerd om Nederlandse vanille werkelijkheid te maken.
Waarom moeten er nieuwe gewassen verbouwd worden? Volgens onderzoeker Filip van Noort zijn telers altijd op zoek naar nieuwe verdienmodellen. ,,Er is een wereldwijd tekort aan vanille. Dit komt vooral door ziektes en klimaatproblemen in producerende landen als Madagaskar en Mexico. Producenten zijn zo bang voor een mislukte oogst, dat ze te vroeg gaan oogsten en de kwaliteit van de vanille erg slecht is.’’
De vanille in een kas verbouwen zou daarom beter zijn, zegt Van Noort. ,,We kunnen de gewassen veel beter beschermen tegen ziekte en betere controle houden. Zo kunnen we ook de arbeid optimaliseren en de kwaliteit garanderen’’, zegt de onderzoeker. Een andere reden voor het verbouwen in een kas is dat de telers niet afhankelijk zijn van het weer. Zo kunnen ze het hele jaar door kweken.
Het beoogde bedrijf moet ’Dutch Vanilla Growers’ gaan heten. ,,Het doel is commerciële vanilleteelt in Nederland’’, zegt communicatiemedewerker van glastuinbouwbedrijf Lans Wilko Wisse over het bedrijf, dat uit vijf individuele ondernemingen zal bestaan. Wisse hoopt op den duur niet meer afhankelijk te zijn van Madagaskar en zelf toonaangevend te worden op de wereldmarkt. Toch zijn er ook nog veel dingen onduidelijk. Zo is er nog geen verwachting van het aantal oogsten per jaar en is het succes ook afhankelijk van de prijs op de wereldmarkt.
De grote vraag is of het wel gaat lukken. De vanille-orchidee is namelijk een moeilijke plant om in de natuur te verbouwen, laat staan in een kas. De bestuiving van de vanille-orchidee gaat namelijk erg moeizaam. Bijen die de orchidee in gaan om nectar te zoeken, komen erachter dat er helemaal geen nectar in zit. Als de bij beseft dat hij genept is, vliegt hij weer weg. Op de weg naar buiten blijven zaadjes plakken op de rug van de bij en die zou hij dan weer kwijtraken bij de volgende vanille-orchidee. De bij leert echter na een paar keer dat er geen nectar in zit en gaat er ook niet meer in. Het slagingspercentage in het wild ligt dan ook maar op één procent.
Arbeidskosten
De oplossing is met de hand bestuiven. Dit brengt echter ook weer problemen met zich mee, want niet alleen zijn er de arbeidskosten aan verbonden, de orchidee is ook maar een klein deel van de ochtend open. In die korte tijd moet de teler met een klein stokje het stuifmeel tegen de stamper aanduwen. Als je te laat bent, gaat de orchidee dicht en is de kans op bestuiving voorbij. Om dit proces te optimaliseren, hebben de masterstudenten van onderzoeker Barbara Gravendeel een 3D-print gemaakt van een bij en een vanille-orchidee. ,,Op deze manier kunnen de onderzoekers oefenen om optimale bestuiving te krijgen’’, zegt Gravendeel. Een andere masterstudent heeft een apparaat gemaakt dat handmatige bestuiving makkelijker maakt.
Het bedrijf zit duidelijk nog in de onderzoeksfase en is vooral op zoek naar optimalisatie. Buiten het bestuiven is ook de bloei een zorg. Hiervoor moeten de vochtigheid, voeding en temperatuur goed zijn. Gravendeel heeft in museum Naturalis in Leiden vanillestokjes verzameld en een kaart gemaakt met de afkomst van de stokjes. ,,Zo kunnen we zien welke omstandigheden het beste zijn’’, zegt Gravendeel.