Universiteit Leiden slordig met kunst
Tientallen kunstwerken die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) had uitgeleend aan de Universiteit Leiden, zijn vermist. Mogelijk hangen ze bij oud-studenten, -docenten en emeritus hoogleraren thuis aan de muur. Tien jaar nadat de verdwijning aan het licht kwam, koopt de universiteit de kwestie af door de rijksdienst 72.826 euro te betalen.
Tijdens een inventarisatie in 2005 stelde het Instituut Collectie Nederland (een voorloper van de RCE) vast dat het 211 kunstwerken had uitgeleend aan de universiteit. Voor een deel gaat het om werken uit de BKR-regeling, die bestond van 1956 tot 1987 en die kunstenaars een inkomen verschafte in ruil voor kunst. Van 67 kunstwerken kon de universiteit de verblijfplaats niet meer achterhalen. Het gaat om werk van kunstenaars die weinig naam hebben gemaakt, maar er er zijn ook doeken bij van bekende Nederlandse schilders als Jan Cremer, Ger Lataster, Anton Martineau en Jacob Zekveld.
De schilderijen waren bedoeld om de universitaire gebouwen te verfraaien, zegt woordvoerder Dolf Muller van de Rijksdienst. Ze hingen sinds de jaren ’70 in gangen en op kamers van docenten. Opmerkelijk genoeg zijn ook een beeld, een stoel en een nachtkastje verdwenen.