Aarzelingen in Rijnwoude over Oude Rijnzone
Hoe groot zijn de risico's die de projecten in de Oude Rijnzone tussen Bodegraven en Leiden met zich meebrengen? Zijn er nog meer konijnen uit de hoge hoed te verwachten zoals de - inmiddels door Rijnwoude afgewende - komst van afvalgigant Vliko naar Groenendijk die vorig jaar plotseling in stukken over de Oude Rijnzone opdook?
Het zijn vragen waarmee de Rijnwoudse gemeenteraad worstelt. Politici willen zich goed laten informeren voordat ze zich vastleggen in niet meer terug te draaien regelingen. Rijnwoude wil daarom op 3 juni van gedachten wisselen met onder meer provinciebestuurder Tonny van de Vondervoort. Op 1 juli neemt de raad vervolgens een besluit over deelname aan de ''
'Gemeenschappelijke Regeling De Oude Rijnzone', zo besloot de politiek deze week.
Op 1 juli besluit de raad ook over een bedrag van 325.000 euro aan voorbereidingskosten en 1,1 miljoen euro als bijdrage in het begrote tekort voor de Oude Rijnzoneprojecten. Het ziet er wel naar uit dat Rijnwoude dat geld op tafel gaat leggen, want anders zou de aanleg van bijvoorbeeld de Máximabrug in gevaar kunnen komen.
In de Oude Rijnzone moeten de komende jaren projecten als herstructurering en aanleg van nieuwe bedrijventerreinen, woningbouw, een ongelijkvloerse kruising op de N11 ter hoogte van Zoeterwoude en de aanleg van de Máximabrug worden uitgevoerd. Voor de uitvoering werken Bodegraven, Alphen, Rijnwoude, Zoeterwoude en Leiderdorp nauw samen.
Om alle projecten te kunnen uitvoeren, is er nog een tekort van 42,3 miljoen euro. Het rijk draagt 30 miljoen in het tekort bij en de provincie 5,5 miljoen. De gemeenten moeten naar rato van het inwonertal 8,3 miljoen euro bijdragen. Dat betekent voor Leiderdorp een bedrag van 1,5 miljoen euro, voor Zoeterwoude 5 ton, voor Rijnwoude 1,1 miljoen, voor Alphen 4,1 miljoen en voor Bodegraven 1,1 miljoen euro.