De politie vond de kluis al een dag na de roof terug, in de woning van de 26- en 22-jarige Lissenaren, in de directe omgeving van de Heereweg. Op de kluis zaten de afdrukken van de handpalmen van de broers.

Tijdens de zitting twee weken geleden bij de Haagse rechtbank kwamen de broers met het verhaal dat de kluis opeens in de woning stond, zonder dat ze wisten waar die vandaan kwam.

De broers bekenden wel dat ze een vriend hadden geholpen het gevaarte uit de woning aan de Heereweg te tillen. Agenten kwamen de kluis op het spoor toen ze de twee een dag na de inbraak met een derde verdachte in een auto aanhielden. Uit de zakken van de 22-jarige visten ze een grote hoeveelheid 50 euro biljetten.

Het OM wilde dat hij een celstraf van acht maanden zou krijgen, waarvan een maand voorwaardelijk. Tegen de oudere broer eiste het OM zes maanden cel, waarvan een maand voorwaardelijk.

De derde verdachte, een 44-jarige autobestuurder, zou tachtig dagen cel moeten krijgen. De rechtbank heeft ervoor gekozen om de drie verdachten dezelfde celstraf van 150 dagen te geven, waarvan een deel voorwaardelijk.

De bewoner van het pand aan de Heereweg had bij de rechtbank een schadeclaim ingediend van 54.500 euro. Omdat de dieven de kluis van de trap hadden gegooid, was er in de woning veel schade ontstaan. Bovendien zaten er in de kluis veel kostbare spullen.

De rechtbank vindt de claim van de bewoner echter slecht onderbouwd. Die heeft alleen recht op een immateriële schadevergoeding van 270 euro.