De koning en zijn onderdanen

Robbert Minkhorst

Ik ben eigenlijk wel benieuwd wat de nummer negen van de tien kilometer bij het NK Afstanden dacht over de uitspraken van Sven Kramer, aan de vooravond van dat toernooi.

Kramer mopperde dat het bij trainingen in Thialf veel te druk is met al die ’lifestyleschaatsers’, types die zo’n beetje negende worden op een tien kilometer op een titeltoernooi. Kramer heeft maar last van zulke types, klaagde hij. Ze zitten hem in de weg. Hij, de grote kampioen, kon zo totaal niet serieus bezig zijn met zijn topsport.

Ik denk dat Kramer hier zichzelf in de weg zit. Een koning kan niet zonder zijn onderdanen. Juist de schaatsers die Kramer verslaat, maken hem tot een ware kampioen. En er moeten wel tegenstanders blijven óm te verslaan.

Vanwege de controverse van Kramers uitlatingen namen mensen het meteen voor hem op. In Nederland houden we van polderen, niet van mensen die de dijken doorsteken, dus als iemand eens durft, moeten we dat koesteren. Anderen parasiteren op Kramers succes, hoorde ik. En dat de ware topsporter het beste voor zichzelf moet kunnen eisen.

Ik vond het vooral egocentrisch, en schofterig bovendien naar de collega’s die hem mede groot maken. Het echte probleem is ook niet dat er teveel schaatsers zijn, maar dat er te weinig ijs is.

Meer nieuws uit Sport

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.