Een nekverrekking voor zes Van Hoores
'Het woord is MACHTELOOS'. Dat staat in kapitalen op een muur van het Leidse stadhuis, een plek waar zoveel draait om woorden.
Het is de laatste strofe van een gedicht van Cees van Hoore. Jan Willem Bruins van de stichting Tegen-Beeld schilderde zes korte werken van de Leidse dichter hoog op de muur van het stadhuis, aan de kant van de fietsenstalling. In een geelomrande, geelblauwe cirkel. Burgemeester Henri Lenferink onthulde ze gisteren.
,,Ik hoop dat veel mensen hier even omhoog kijken om ze te lezen’’, zei de dichter. ,,En ik hoop dat ze dan geen nekverrekking oplopen. Hoewel, dat is weer beleg op het brood voor Leidse fysiotherapeuten.’’
Het is de tweede keer dat werken van Van Hoore op een muur in Leiden worden vereeuwigd.
Op een blinde muur van de flat Kiekendiefhorst werd ooit zijn ’Avond op het land’ geschilderd. Maar dat is door weer en wind vergaan. ,,Het zou fijn zijn als dat gerestaureerd werd.’’
Er staan nu 108 gedichten op muren in Leiden, vertelde Lenferink na de onthulling. ,,Er is geen stad waar je zoveel gedichten treft. En dit zijn volgens mij de eerste gedichten op de buitenmuur van een stadhuis.’’
Van Hoore en Tegen-Beeld maakten de gedichten in opdracht van de gemeente. Dat was ook voor het eerst. Ze moesten gaan over de dialoog tussen de Leidse bevolking en het stadsbestuur.
De gedachte van Van Hoore daarover? ,,Modder maar voort met je beraadslagingen. Er komt toch geen klote van terecht.’’ Maar dat staat natuurlijk niet in die cirkel.
Van Hoore nam de gelegenheid te baat om te pleiten voor meer werken van Leidse dichters in Leiden. ,,Frank Koenegracht en Anton Korteweg moeten ook tegen de muur.’’