Leidse scherven: ’Hier heeft iemand ooit uit gedronken’
Wie denkt dat archeologen hun gevonden voorwerpen alleen met zachte borsteltjes aanraken, raakte zaterdag tijdens de Nationale Archeologiedagen nog net niet in shock. De Leidse stadsarcheoloog Barbara Gumbert leegde zonder pardoes een fikse plastic zak met historische potscherven op tafel. „Ze zijn al kapot dus het is niet erg als er iets afbreekt.”
Zo, de toon was gezet tijdens de workshop Ranking the pots in het depot van Erfgoed Leiden en Omstreken aan de Boisotkade.
De in geschiedenis en archeologie geïnteresseerde deelnemers mochten deze zaterdagochtend potscherven uit de ijzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen in hun handen nemen. „Archeologen vinden veel potscherven want aardewerk ging kapot, kon niet worden hergebruikt, werd weggegooid en vergaat niet. Dat is fijn want potscherven helpen om een vindplaats te dateren”, aldus Gumbert.
De topstukken belanden in musea maar de meeste scherven worden in een doos gestopt en naar het depot aan de Boisotkade gebracht. Daar staan 3.400 dozen vol scherven te wachten op een geïnteresseerde onderzoeker. Een selectie van die scherven is door depothoudster Anne Hiske Grimme geselecteerd om het publiek kennis te laten maken met archeologie, zoals afgelopen zaterdag.
De acht deelnemers die op de workshop waren afgekomen, kregen twee zakken met potscherven om op volgorde van leeftijd neer te leggen. Een lastige klus want de allemaal in Leiden gevonden scherven dateren van de ijzertijd tot aan de 19e eeuw. „Klop maar eens met de scherf op tafel”, moedigt Gumbert haar cursisten aan. „Je hoort verschil want het aardewerk werd steeds harder gebakken. Je ziet ook duidelijk verschil op de breuklijnen, soms is het glad en soms heel ruw.”
Behalve op het geluid selecteert ze de potscherven op vorm, versiering en glazuur. Het laatste blijkt een handig middeltje om een tweedeling te maken want glazuur dateert altijd uit de latere eeuwen. Ondanks deze tip blijkt de opdracht knap lastig. Alleen de potscherf uit de ijzertijd waarbij de met de vingers aangebrachte versiering zichtbaar is, blijkt uiteindelijk op de juiste plek te liggen.
Na een uitleg van Gumbert en Grimme, ondersteund met soms gerestaureerd aardewerk, krijgen de deelnemers een tweede kans met een nog grotere zak potscherven. Dit keer is het resultaat beter maar nog verre van perfect. Niemand vindt het erg want de uitleg en de speurtocht vindt iedereen geweldig.
„Zo leuk dat dit allemaal potscherven uit Leiden zijn. Bijzonder ook om te bedenken dat iemand heeft gedronken uit dat potje waarvan jij een scherf in handen hebt”, aldus de Leidse Estella Kranenburg. Grimme: „Voor ons zijn deze scherven normaal maar als jullie straks een schilderij van Rembrandt zien, zie je opeens dat potje met de gele slibstrepen. Dat is toch leuk om te weten.”