Tekort aan middeldure koophuizen
Het aantal middeldure koopwoningen in Leiden is te laag. Daardoor is verhuizen onmogelijk voor Leidenaars die uit hun te goedkope of te kleine huurwoning weg willen zonder de stad te verlaten. Dat blijkt uit het eerste van zes onderzoeken naar 'scheefwonen' dat burgemeester en wethouders laten uitvoeren.
In ongeveer de helft van alle 25.540 sociale huurwoningen in Leiden (huur tot maximaal 648 euro) woont een huishouden 'scheef', zo blijkt uit het door onderzoeksbureau Rigo uitgevoerde onderzoek. Daarmee wijkt Leiden niet af van het landelijk gemiddelde. Waar de stad volgens het onderzoek wel in afwijkt, is de verhuisbehoefte. Ongeveer de helft van de scheefwoners wil verhuizen, en zo'n 37 procent van alle andere Leidenaars. Landelijk heeft respectievelijk een derde en 22 procent die drang om te verhuizen.
Een deel van het hogere Leidse cijfer is te verklaren, zo merkt Rigo op, door het grote aantal studenten; vele verhuizen immers na de studie. Verhuizen is echter wel een belangrijke oorzaak van scheefwonen in de stad, zo blijkt uit het rapport. Er zijn veel te weinig huizen, met name voor gezinnen, die voor de scheefwoners betaalbaar zijn. ,,Het is blijven zitten óf de stad verlaten'', concludeert Rigo.