Leidse blogger: 'Promovendi zijn een apart soort mensen'
Elien Doorduijn. Foto Iris Nijman
Zo’n vierduizend mensen behaalden vorig jaar hun doctorstitel in Nederland. Vaak na jarenlang hard werken, tegen een niet al te hoog salaris. Het fascineert wetenschapsjournalist Iris Nijman uit Leiden: waarom doen ze dit, en welke problemen komen ze tegen?
Ze gaat op zoek naar antwoorden op die vragen op een blog, dat geheel is gewijd aan promovendi: medium.com/promovendi-in-beeld. Zo’n twee keer per maand portretteert ze een onderzoeker, die vertelt over zijn promotieonderzoek.
Nijman studeerde biomedische wetenschappen aan de Universiteit Leiden en specialiseerde zich in wetenschapscommunicatie. Daarna ging ze aan het werk in de journalistiek en de uitgeverswereld. Veel van haar vrienden deden iets anders: zij verwierven een plek als promovendus aan de universiteit. ,,Ik merk aan hen dat het best lastig is om uit te leggen wat ze precies doen. Als wetenschapscommunicator vind ik het leuk om voor mensen begrijpelijk te maken wat hun onderzoek inhoudt.’’
Promovendi zijn een apart soort mensen, zegt Nijman. ,,Je moet het aankunnen: zestig uur per week werken, voor een best laag salaris.’’ De redenen die mensen ervoor aanvoeren zijn divers. ,,Sommigen doen het puur omdat ze een baan nodig hebben. Hiermee ben je toch weer vier jaar verder. Anderen zijn echt heel gemotiveerd. Ik heb vrienden die met cellen werken, dat zijn hun kindjes. Ze gaan ook in de weekeinden naar het lab.’’ Het argument dat een promotieplek de kans op een baan vergroot, trekt Nijman in twijfel. ,,Postdoc-plekken zijn nóg schaarser. Slechts een klein deel van de promovendi blijft onderzoeker aan de universiteit.’’ Ziet Nijman zichzelf ooit promoveren? ,,Als ik een onderzoeksplaats tegenkom die bijvoorbeeld te maken heeft met communicatie in de gezondheidszorg, dan sluit ik dat niet uit.’’
Een fragment uit een van Nijmans artikelen:
Tumorcellen kunnen slim zijn. Zó slim, dat ze zich verstoppen voor het afweersysteem en niet gedood kunnen worden door conventionele therapieën. Daar komt Elien Doorduijn in beeld. Deze promovenda wil met haar onderzoek aantonen dat er wel degelijk immuuncellen zijn die de tumorcellen kunnen opruimen. Maar dan moeten haar experimenten wel eerst lukken natuurlijk.
In een klein ’promovendihokje’ verstopt in een gang van het doolhof dat het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heet, werkt Elien aan haar promotieonderzoek bij de afdeling klinische oncologie. Krap twee jaar is zij bezig en vastberaden om de buitenwereld ervan te overtuigen dat er een manier moet zijn om een type onzichtbare tumorcellen aan te vallen met lichaamseigen afweercellen.
De eerste resultaten zijn veelbelovend, maar nog niet voldoende. In de laatste jaren van haar promotieonderzoek hoopt Elien nog meer bewijzen te kunnen leveren voor haar hypothese. ,,Wat ik nog heel graag zou bereiken met dit onderzoek, is echt laten zien dat de afweercellen de tumoren kunnen opruimen.” Het concept bewijzen waar haar onderzoeksgroep nu in gelooft, zou heel mooi zijn. Elien heeft er wel vertrouwen in. En daarna? ,,Door in het onderzoek. En naar het buitenland, misschien Amerika.”