De Leidse hongersnood
Het verhaal blijft hangen: de arm van Van der Werf / archieffoto
Pieter Adriaensz. van der Werf zal altijd verbonden blijven met het beleg en ontzet van Leiden. Aan hem kleeft immers het heldhaftige verhaal dat hij zijn arm aanbood als etenswaar toen 'zijn' volk, geplaagd door honger, begon te morren en overgave aan de Spanjaarden overwoog. Natuurlijk bedankten de Leidenaren voor dit aanbod. Ze hielden toch liever een knorrende maag. Althans, zo gaat het verhaal. Maar was de honger in Leiden in die dagen echt zo nijpend?
Dat valt waarschijnlijk wel mee. Historisch onderzoek heeft namelijk aangetoond dat er ten tijde van het ontzet nog steeds paarden in de stad zijn. Met andere woorden: eten is er nog wel. En tijdens de bevrijding brengen de geuzen niet alleen haring en witbrood, maar ook kaas. Als de honger echt zo schrijnend is geweest, zou toch ook de kaas de overlevering hebben doorstaan.Verschillende historici hebben zich hier over gebogen. Wat vast staat, is dat het gros van de doden tijdens het beleg - en dat waren er duizenden - het loodje hebben gelegd als gevolg van de pest en niet door voedseltekorten. En daar zit waarschijnlijk meteen een deel van de verklaring voor dit stukje 'geschiedvervalsing'.Dat de Leidenaren geleden hebben tijdens het beleg is zeker, net zo zeer als dat er veel mensen dood zijn gegaan. Ook mag duidelijk zijn dat er tijdens de maandenlange belegering geen eten in overvloed was. Maar de pest wordt in die dagen gezien als een straf van god. En dat is natuurlijk jammer als je in een godsdienstige oorlog verwikkeld bent en zelf overtuigd bent aan de goede kant te staan.Natuurlijk moet het 'lijden' van de stad na 1574 een plek krijgen in de Leidseherinnering. Maar de pest lijkt daar niet de meest voor de hand liggende kapstok voor. Honger wel. Dat biedt als collectieve herinnering namelijk de nodige voordelen. Ten tijde van het beleg zijn de Leidenaren allesbehalve eensgezind. Er zijn Spaansgezinde katholieken en Oranjegezinde protestanten. Maar iedereen heeft honger.Dat is dus een gevoel waarin iedereen zich herkent.Daarbij verschaft de gedeelde honger Leiden een soort solidariteitsgevoel dat goed van pas komt in de navolgende decennia waarin de stad echt tot bloei zou komen. Het gevoel dat de Leidenaren, ondanks tegenslagen, met elkaar stand weten te houden.En de uitdeling van haring en wittebrood als symbool van het verdrijven van de honger door de bevrijdende watergeuzen, heeft ook nog iets 'bijbels'. Denk maar aan Jezus die zijn hongerige aanhang ooit met vissen en broden voedde bij het Meer van Galilea.Deze collectieve hongerherinnering, die al vrij snel na het ontzet wortelt in het geheugen van de Leidenaren, vormt dan ook een uitstekende voedingsbodem voor het beroemde verhaal van Van der Werf die zijn arm aanbood. De oorlogsburgemeester verwerft daarmee een heldenstatus. Al is het verhaal beter blijven hangen dan de herinnering aan de man zelf.Aan het einde van de jaren zestig is Leiden driftig de verpauperde binnenstad aan het vernieuwen waarbij het gebruik van de sloopkogel niet wordt geschuwd. Er gaan een hoop pandjes tegen de vlakte. Zo ook het huis op de hoek van de huidige Van der Werfstraat en de Legewerfsteeg.Pas een paar jaar later, in 1972, wordt ontdekt dat dat pand het voormalige woonhuis van Van der Werf was.