Factcheckers Universiteit Leiden: de strijd om het frame woedt voort
Peter Burger en Alexander Pleijter.© Foto Hielco Kuipers
De verdrinkingsdood van het Syrische peutertje Alan Shenu, die op 2 september 2015 dood aanspoelde op het strand van Bodrum, raakte iedereen. Maar niet iedereen op dezelfde manier, zeggen factcheckers en mediaonderzoekers Peter Burger en Alexander Pleijter van de Universiteit Leiden.
Al snel bleek dat in de publieke opinie twee visies op dit nieuws om voorrang streden:
1. Wij mogen niet toestaan dat mensen in de Middellandse Zee verdrinken en moeten zorgen voor veilige manieren om vluchtelingen de overtocht te laten maken.
2. Het is een grote schande dat ouders zulke risico’s nemen met hun kinderen. Hun overtocht over de Middellandse Zee is volstrekt onverantwoord; als die ouders niet zo gevaarlijk hadden gedaan, leefde Alan Shenu nu nog.
Alan Shenu, dood op het strand van Bodrum.© Foto AFP/Dogan News Agency
Deze twee manieren om tegen de werkelijkheid aan te kijken, heten ’frames’. Deze van oorsprong wetenschappelijke term uit de communicatiewereld is bijna ingeburgerd in het dagelijks taalgebruik. Frames, (Engels: ’kaders’), helpen ons om de verwarrende werkelijkheid om ons heen te verklaren.
Het is vrijwel onmogelijk om nieuwsberichten met een neutrale blik te lezen, te beluisteren of te bekijken. ,,Iedereen heeft een frame’’, zeggen Burger en Pleijter in koor. ,,Wie het nieuws bekijkt zonder frame, gaat er schouderophalend aan voorbij. Zonder frame kun je niet uitleggen hoe een kwestie in elkaar steekt.’’
Eigen oordeel
Als een frame eenmaal is gevormd, is het bijna niet meer te veranderen. Nieuws wordt altijd vanuit hetzelfde frame geïnterpreteerd. Vanuit welk frame, kan de lezer beoordelen door een blik te werpen op de deze foto die op 2 februari vorig jaar is genomen in het vluchtelingenkamp Moria in Griekenland. Hier ziet u:
1. Vluchtelingen die warme jassen, mutsen en sjaals dragen omdat ze het koud hebben en die zich vervelen, omdat ze zijn opgesloten.
2. Ongure vreemdelingen die met dikke jassen, petten, sjaals en mutsen hun identiteit verhullen en die zijn opgesloten om te voorkomen dat ze misdaden plegen.
Vluchtelingen in het kamp Moria op Lesbos© Foto ANP
Strijd
Frames zijn al zo oud als het nieuws, maar politieke strijd om frames is nieuw. Althans in Nederland, waar lange tijd de mentaliteit ’leven en laten leven’ de overhand had. Dat is een erfenis van de verzuiling, die de Nederlandse samenleving moest ’pacificeren’.
De zuilen hadden de samenleving gedepolitiseerd, conflicten waren er doorgaans alleen ín de zuilen. Als belangen botsten, sloten de politieke voormannen van de zuilen compromissen in Haagse achterkamertjes.
Wie vanuit zijn eigen frame probeert een ander te overtuigen, zoekt naar de feiten die daarbij passen. Dat vinden Burger en Pleijter prima, zoals iedereen zich aan die feiten houdt.
Maar soms prevaleert het frame boven de werkelijkheid en wordt gebruik gemaakt van informatie die niet altijd zo feitelijk is - desinformatie, onbewuste of bewuste misleiding, die bedoeld is om de ander op het verkeerde been te zetten.
Scheldwoord
Nepnieuws is de gangbare term ervoor, maar de twee hebben een beetje moeite met dat woord. ,,Voor de Amerikaanse president Trump is nepnieuws het scheldwoord voor berichten die hem niet zinnen’’, zegt Pleijter. ,,Er valt veel onder: totaal verzonnen nieuws, bevooroordeeld, vertekend nieuws.’’
Het doel van de onderzoekers is om de discussie eerlijk en zuiver te houden. Dát er strijd is tussen frames - dat beschouwen ze als een gegeven.
,,Onze ambities zijn beperkt: we willen de feiten controleren en het publiek de kans geven om er kennis van te nemen. We zijn dan ook blij dat Google onze factchecks bovenaan zet in de zoekresultaten. We leveren de gegevens aan waarmee mensen zich een mening kunnen vormen. We willen geen frames veranderen.’’
Factcheckers
Burger en Pleijter zien genoeg werk om te doen, maar worden gehinderd door het feit dat er weinig geld en mankracht beschikbaar is. Soms factchecken ze met hun tweeën, soms kunnen ze een beroep doen op studenten.
In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar, hadden ze veertig studenten. ,,Dat was geweldig’’, zegt Pleijter. ,,Toen konden we soms wel twee of drie beweringen per dag checken.’’
Factcheckers zijn in zekere zin toezichthouders op de media, en vervullen daarmee een vergelijkbare rol als de Consumentenbond of de ANWB. Waarom wordt dit werk gedaan door twee onderzoekers in een marginaal hoekje van de universiteit?
Waarom is er geen Nationaal Factcheck Instituut met veertig man in Den Haag?
,,Tja’’, zegt Pleijter, ,,ik zou niets liever willen! Maar zolang er geen blijvende financiële ondersteuning is, blijft het kwakkelen. Dat, terwijl factchecken niet eens zo duur is; ik bedoel - je hebt er geen deeltjesversneller voor nodig.’’