Vijftien jaar Sportgeneeskunde in Alrijne

Tessa de Wekker
Leiderdorp

Bij een verjaardag hoort een traktatie. De afdeling Sportgeneeskunde van het Alrijne Ziekenhuis is vijftien jaar geworden. Taart werd er niet geserveerd, maar het ziekenhuis trakteerde fysiotherapeuten en trainers van regionale sportclubs woensdag wel op een avondvullend symposium vol interessante sprekers.

Bijna honderd belangstellenden luisterden naar presentaties over knieklachten bij kinderen, het belang van drinken tijdens het sporten, sportpsychologie en positief coachen. De presentaties werden gegeven door leden van het Sportnetwerk Ommedijk.

Daarin werken de drie sportartsen van het Alrijne Ziekenhuis samen met fysiotherapeuten, podotherapeuten, voedingsdeskundigen en sportpsychologen in de regio. ,,Binnen het netwerk kennen we elkaars specialiteiten. Op die manier kunnen we sporters helpen zo snel mogelijk weer op hun niveau terug te komen’’, zegt Michael van der Werve.

Hij was in 2001 de eerste sportarts die in het toenmalige Rijnland Ziekenhuis kwam werken. Het Leiderdorpse ziekenhuis was het achtste in Nederland dat een afdeling Sportgeneeskunde opende. ,,Sportgeneeskunde binnen het ziekenhuis was toen helemaal niet gebruikelijk’’, zegt Van der Werve.

5000

Sportartsen waren meestal werkzaam in Sport Medische Adviescentra. SMA’s bestaan nog steeds, maar Van der Werve en zijn twee collega’s Dieke Kok en Maarten Verschure zijn niet meer weg te denken uit het ziekenhuis. In de vijftien jaar dat de afdeling Sportgeneeskunde bestaat, is er veel veranderd. ,,Toen ik hier begon, had ik een parttime baan’’, zegt Van der Werve. ,,Nu zijn we met zijn drieën. We zijn van ongeveer 1000 naar 5000 behandelingen per jaar gegaan.’’

Ook de aard van de behandelingen is nu anders. Sportartsen werken nu veel curatief. Ze behandelen blessures. Voorheen deden ze met name sportmedische keuringen. Bovendien zijn het lang niet alleen sporters die de drie behandelen. Van der Werve: ,,Mensen denken vaak dat sportartsen zich alleen bezighouden met topsporters. Topsporters vormen maar een heel klein deel van de patiënten die we behandelen. We zien veel breedtesporters, maar ook steeds meer mensen met niet-sportgerelateerde klachten.’’

Kanker

Zo zijn Van der Werve en zijn collega’s betrokken bij de behandeling van patiënten die revalideren van een hartoperatie. Ook de oncologie is een belangrijk werkterrein voor de sportarts geworden. ,,Bewegen wordt steeds meer vanaf het begin van de diagnose kanker in het behandeltraject opgenomen. Wie fitter is, kan de behandeling beter aan’’, zegt Van der Werve.

Ongeveer de helft van de patiënten die hij in een jaar ziet, zijn sporters. ,,Wij houden ons bezig met de belasting en de belastbaarheid van mensen. Dat is de kern van ons werk.’’

Is sportarts dan eigenlijk wel de goede naam voor het beroep? In 2014 is de sportarts erkend als medisch specialisme na een strijd van tientallen jaren. ,,Toen is er ook over de naam nagedacht. Maar sport- en beweegarts of belasting- en belastbaarheidarts is zo’n mond vol.’’

Sinds de erkenning als medisch specialisme is het werk van sportartsen eenvoudiger geworden. Wilde Van der Werve voorheen een foto of MRI-scan laten maken, dan moest hij zijn patiënt eerst doorverwijzen naar bijvoorbeeld een collega orthopeed. Die mocht dan de foto aanvragen.

Direct kon niet, want dan werd het niet vergoed door de zorgverzekeraars. Inmiddels is de curatieve zorg en de inspanningsdiagnostiek van sportartsen ingebed in de basiszorgverzekering. Dat scheelt een hoop rompslomp en maakt het leven van zowel arts als patiënt een stuk makkelijker. Van der Werve: ,,De sportarts is sinds de erkenning veel toegankelijker geworden.’’

Meer nieuws uit Sport

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.