Leids gedicht op bierviltjes in de stad

De bierviltjes.© Leidsch Dagblad

Janneke Dijke
Leiden

Als het op muziek gezet zou worden, zou het zomaar het Leids Volkslied naar de kroon kunnen steken. Ter gelegenheid van 3 oktober schreef de Leidse stadsdichter Wouter Ydema dit jaar een loflied op de stad. Een lied dat zijdelings de geschiedenis van Leiden liefkoost, maar dat vooral het mooie van het hedendaagse Leiden bezingt. Van een kauw die een koekje steelt tot de wateroverlast in de Kooi.

De verzen van het gedicht zijn afgedrukt op bierviltjes. Deze liggen verspreid door diverse cafés in de stad. De fanatieke verzamelaar heeft de serie van negen viltjes inmiddels misschien compleet. De slimmerik heeft een setje gekocht bij het Servicepunt van de 3 October Vereeniging. Voor wie tot nu toe slechts flarden voorbij hoorde komen, hier de volledige versie. Wie maakt er komend jaar een melodie bij?

Het Rapenburg de Herengracht

Een schitterend gezicht

Een biertje op een bootterras

Het laatste avondlicht

Dat nog in alle glazen speelt

Een kauw die als een dief

Het koekje van mijn schotel steelt

Zo heb ik Leiden lief

De Leidse Hout of Het Plantsoen

Of toch het Ankerpark

Van boom tot boom van bloem tot bloem

Met schoffel en met hark

Oranje pakken in het groen

Een bontgekleurd motief

Van paars en geel tot vermiljoen

Wat heb ik Leiden lief

Van carillon tot klokkenspel

Romantisch en Gotiek

Op ieder uur en op de helft

Weerklinkt de klokmuziek

Van booggewelf tot booggewelf

Van spitsboog tot ogief

Ik tel er zelf een kerk of elf

En ik heb Leiden lief

De stad wordt oud en steeds verbouwd

Haar aangezicht doorkliefd

Door staal en steen door merg en been

Pak aan en alstublieft

Al wordt de Burcht door stad verwurgd

Die zich rond haar verhief

Al zwemt de Kooi bij grote dooi

Toch heb ik Leiden lief

Ze zeggen wel de tijd gaat snel

Maar niemand die het ziet

Hier hangt de bui van peen en ui

Die druipt in het vergiet

Van klapstuk met het Leids ontzet

En hutspot haast massief

De haringvloot met wittebrood

Dan heb ik Leiden lief

En ieder jaar bevrijdt men haar

Met optocht feest en lied

Met veel vertoon langs Joppenszoon

De kermis in’t verschiet

Het reuzenrad onthult de stad

In vogelperspectief:

Die mensen daar zijn Leienaar

En hebben Leiden lief!

Een heel district wordt opgeschrikt

De stad staat op z’n kop

En stratenvol gaan uit hun bol

Men hijst de vlag in top

Waarop, voornaam, de sleutels staan

Met elke hoge pief

In pandjesjas en Leidse das

Zij hebben Leiden lief

Koraalzang of een kermiskraam

Een wankel evenwicht

Op elke muur in ieder raam

De stad is een gedicht

En bovenaan staat steeds haar naam

Als bij een liefdesbrief

Zij zal voortaan hierin bestaan

Zo heb ik Leiden lief!

Meer nieuws uit Leiden

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.