Bijzondere samenscholing aan de Terweeweg

Ruud Sep
Oegstgeest

De tuinman van het Moluks kerkelijk centrum in Houten heeft zich opgeworpen als verkeersregelaar. Hij maant langsfietsende scholieren tot stilte en vraagt vriendelijk of de overbuurman even wil wachten met het snoeien van de heg. En zouden de bezoekers alsjeblieft niet op de rijbaan willen staan maar zich willen opstellen op het trottoir?

Het is een bijzondere samenscholing, deze donderdagmiddag aan de Terweeweg in Oegstgeest, met enkele tientallen Molukkers en hooguit een handje vol blanke Nederlanders. Op de stoep van een woonhuis staan ze aandachtig te luisteren naar een voordracht over psalm 121 en naar verschillende toespraken in het Nederlandse en in het Moluks Maleis. En tot slot zetten nog even met zijn allen het Molukse volkslied in. Dat maak je niet iedere dag mee in een rustige woonwijk – en al zeker niet in Oegstgeest.

Wie even de tijd neemt om goed te kijken, ontwaart een paar bekende gezichten: Harry van Bommel, Kamerlid voor de SP, en John Wattilete, president van de Molukse regering in ballingschap RMS. In het kleine voortuintje zit op een tuinstoel Njonja Soumokil, de 82-jarige moeder des vaderlands van de Molukkers. Een 94-jarige veteraan uit het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) heeft naast haar zijn rollator geparkeerd. Van onder zijn blauwe baret salueert hij naar iedereen die hem gedag zegt.

Het bonte gezelschap is naar Oegstgeest gekomen om een plaquette te onthullen bij de bovenwoning waar de tweede RMS-president Chris Soumokil tussen 1927 en 1933 samen met zijn ouders woonde. De datum van 13 oktober is niet voor niets gekozen. Als Soumokil in 1966 niet door Indonesië terechtgesteld zou zijn, zou hij vandaag zijn 111e verjaardag hebben gevierd.

De huidige RMS-president is – hoe kan het ook anders – vol lof over zijn voorganger. „Het is een held die het verdient om te worden herinnerd, elke dag weer.” Van Bommel betoogt dat de Nederlandse regering nog het een en ander goed te maken heeft in de richting van de Molukse gemeenschap: Nederland mag wel wat meer druk uitoefenen op Indonesië om eindelijk eens bekend te maken wat er gebeurd is met het stoffelijk overschot van Soumokil, en het wordt hoog tijd voor excuses over de ’schandalige ontvangst’ van de Molukse KNIL-militairen in Nederland.

De plaquette is ontworpen door Jnunus Ririmasse, Moluks kunstenaar en voormalig treinkaper van De Punt. Hij bekijkt de plechtigheid vanaf een klapstoeltje op de stoep. Even verderop staat nog een toeschouwer met levendige herinneringen aan De Punt. George Flapper uit Groningen zat als passagier drie weken in de trein en ging zich na de kaping inzetten voor het zelfbeschikkingsrecht van Molukkers en Papua’s. „En begin nou niet over het Stockholm syndroom, want dat is echt je reinste flauwekul.”

Aan de weduwe Soumokil is de eer om de plaquette te onthullen. Samen met haar zoon trekt ze voorzichtig het doek weg dat voor de gegraveerde plaat is gehangen. Net op het moment dat een vliegtuig laag over het dorp scheert, houdt ze een korte toespraak in het Maleis. De ceremoniemeester vertaalt haar lijst van dankzeggingen naar het Nederlands.

Als tot slot ook nog het volkslied is gezongen, zijn er lekkere hapjes en mag iedereen even rondkijken in het huis waar de voormalige president woonde in de periode dat hij in Leiden rechten studeerde. Ook een huis even verderop, waar de familie vervolgens nog een jaar woonde voordat de terugreis naar Nederlands-Indië werd aanvaard, is opengesteld.

De hoogbejaarde oud-militair hoeft niet naar binnen. Zijn zoon begeleidt hem voorzichtig terug naar de auto. Hij heeft voor vandaag wel weer genoeg gezien en gehoord.

Maar hij wil nog wel wat kwijt. Tegen Van Bommel: „Geen woorden, maar daden.” En meer in het algemeen: „De Nederlandse regering is een grote leugenaar.”

Meer nieuws uit Leiden

Net Binnen

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.