De Kaasmarkt gaat binnenkort op de schop. Er komt een nieuwe indeling, meer groen en aan de kant van de Oude Rijn ook een rijtje huizen. Maar als de herinrichting is afgerond, keert ook een substantieel aantal parkeervakken terug voor auto’s. Dat is zonde, vinden de wijkverenigingen.

De gemeente liet op aandringen van verschillende partijen wel onderzoeken wat een ruime parkeerkelder kost onder het plein. Een garage met tweehonderd plekken kwam op twintig miljoen, en voor eentje met honderd plaatsen is de helft van dat bedrag nodig. Stevige prijzen die volgens het stadsbestuur niet eenvoudig zijn terug te verdienen. Bovendien ontstaat dan concurrentie met de gemeentelijke parkeergarage aan de Hooigracht boven de Albert Heijn-supermarkt. Kortom: het is in meer opzichten een te hoge prijs voor een geheel autoloze Kaasmarkt.

Lees ook: ’Kaasmarkt beter af met parkeergarage’

Dat vinden de twee wijkverenigingen niet alleen een teleurstellende conclusie, maar ook de wijze van becijferen deugt niet in de ogen van de voorzitters Foppe van Rees Vellinga en Arthur Elias. Want als er onder de Kaasmarkt een garage komt, hoeft er geen verdieping te worden gebouwd op de bestaande Hooigrachtgarage, zoals de bedoeling is.

Dat voordeeltje komt in de berekeningen van de gemeente nergens voor. Bovendien vertegenwoordigt een groen plein in een versteende stad een grote waarde, ook al is die niet in euro’s weer te geven. Toen onlangs werd besloten dat op plein bij de Garenmarkt geen parkeervakken terugkeren als de garage eronder af is, ging in de lokale politiek gejuich op. Van Rees Vellinga en Elias vragen zich af waarom raadsleden niet nog een keer willen jubelen, maar dan om de Kaasmarkt.

Zo niet, dan is er sprake van ’een grote gemiste kans om bij te dragen aan Leiden als een gezonde en groene Stad.’ Bij de eerste raadsvergadering in het nieuwe jaar komt de brief over de Kaasmarkt aan de orde.