Antonio Cavé presenteert met ’Pareltje aan de Vliet’ nieuw Voorschotens bier

Antonio Cavé, met zijn Pareltje. ,,Al het mooie van Voorschoten moet in mijn bier samenkomen.’’© Foto Leidsch Dagblad

Gertjan van Geen
Voorschoten

Het is en moet vooral een hobby blijven, maar stiekem hoopt hij dat heel Voorschoten binnenkort aan zijn bier zit. Zaterdag presenteert Antonio Cavé zijn Pareltje aan de Vliet. ,,Al het mooie van Voorschoten moet in mijn bier samenkomen’’, zegt hij.

De achternaam doet in Leiden zeker een belletje rinkelen. Wies Cavé stond bekend als de zingende caféhoudster van Wagen88 op het Noordeinde. ,,Ik heb haar nooit gekend’’, grinnikt Cavé. ,,Maar ze was getrouwd met een neef van mijn vader.’’

Cavé werd zelf geboren in Leiden, maar mag zich op zijn 48ste volbloed Voorschotenaar noemen. Hij trouwde een meisje uit het dorp - zijn jeugdliefde - en woont er meer dan de helft van zijn leven. Dat er technisch gezien december vorig jaar al een Voorschotens bier op de markt kwam - en hij dus werd beroofd van de primeur - doet niets af aan het enthousiasme. ,,Dat was iemand uit Leidschendam-Voorburg. Ik ben toen even gestopt met brouwen, want dat vond ik niet leuk. Ik heb wat aan de receptuur gedaan en afficheer me nu als ’De brouwer uit Voorschoten’.’’

Het vervaardigen van alcoholhoudende dranken boeide Cavé al langer. Begonnen met wat brouwsels op basis van extracten, stapte hij over op secco, de sprankelende witte wijn, in vaatjes van vijf liter. Het bier trok zijn aandacht in de Verenigde Staten. ,,Ik was voor mijn werk bij Nike in Oregon, in het Noordwesten. Dat was een grote craft brewery scene. Heel veel brouwerijen en tapperijen; op bijna elke straathoek. Dat inspireerde me om zelf ’vol mout’ te gaan brouwen in plaats van met extracten. Alles vanuit huis.’’

Zijn eerste bier is een American Pale Ale, een bier met drie verschillende hopsoorten en citrus, speciaal voor de zomerse avonden en wat lichter dan de bekendere en steeds populairdere Indian Pale Ale. Zaterdag presenteert hij hem, eerst om 14.00 uur bij slijterij Adegeest en om 17.00 uur is iedereen welkom in café De Lindeboom in de Voorstraat. Op het etiket staat een afbeelding van de paardenmarkt, ergens vroeg in de achttiende eeuw. Aan de smaak is niet te merken dat het Voorschotens is, in die zin dat er geen streek- of dorpsproduct in is verwerkt. Voor de productie zelf vond hij onderdak bij een brouwerij in Purmerend. ,,Thuis kan ik zestig à zeventig liter produceren, maar de eerste batch is duizend liter. Ik weet niet hoe snel die op is, maar ik heb de afspraak dat we snel kunnen opschalen.’’

Ervan kunnen leven, lijkt hem vooralsnog niet reëel. ,,Ik moet wel heel veel bier verkopen om mijn baan op te kunnen geven. Voorlopig kost het alleen maar geld en heb ik de investering er nog lang niet uit. Ik heb ook helemaal niet de ambitie om over heel Nederland te verkopen. Voorschoten en omstreken is meer dan genoeg. En loopt het niet, dan is het een mooie ervaring geweest waar ik veel van geleerd heb.’’

Meer nieuws uit Leiden

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.