Uit onderzoek van de Inspectie SZW (de voormalige arbeidsinspectie) is gebleken dat Peinemann werkte ’zonder stabiliteitsberekeningen en zonder ballastplannen’. Het bedrijf handelde tegen de fabrieksinstructies die een ’maximale scheefstand’ van 0,3 graden voorschreven, had de risico’s van een tandemhijs niet geïnventariseerd en had ook geen rekening gehouden ’met eventuele windbelasting van de hijslast’.

Dat is allemaal wel ernstig, maar daar staat tegenover dat het bedrijf ’vanaf het begin verantwoordelijkheid heeft genomen’. ,,Het heeft bijgedragen aan een steunfonds voor de getroffenen, en meegewerkt aan alle onderzoeken’’, schrijft het OM in een persbericht. Het heeft zelf ook een onderzoek ingesteld en ’structurele maatregelen’ genomen om te voorkomen dat zo’n hijsongeluk nog eens zou gebeuren.

Voor het OM is ook belangrijk dat Peinemann netjes is omgegaan met de gedupeerden. Het bedrijf heeft (via de verzekering) ’de hoogte van de schade vastgesteld en betaald’ en ook andere kosten van de slachtoffers vergoed. Die afhandeling heeft een tijdje geduurd en omdat het OM de uitkomst wilde kennen voordat zij de zaak wilde afwikkelen, heeft het op de kop af vier jaar geduurd voordat er een transactievoorstel kon worden gedaan.

Het OM vindt dat Peinemann niet voor de rechter gedaagd hoeft te worden. Als het bedrijf zou zijn gedagvaard, had de officier van justitie op de rechtszitting eenzelfde eis uitgesproken.’’