Het stadsbestuur zoekt al jaren naar mogelijkheden om de ongebreidelde groei van studentenhuizen en bijbehorende overlast in woonwijken in te perken. De meest recente poging bestaat uit een quotum-systeem. Per straat wordt een maximum gesteld aan het aantal in kamers opgedeelde woningen. Verder gaat Leiden intensief illegale studentenpanden opsporen en moeten de fietsen van bewoners bij de legale kamerwoningen voortaan inpandig worden neergezet.

Studentenverenigingen en belangenorganisaties vrezen dat door deze regels er honderden studenten in korte tijd hun kamers worden uitgezet. Volgens het stadsbestuur valt dat wel mee. Op de eerste plaats nemen de benodigde procedures nogal wat tijd in beslag. Bovendien zijn de eigenaren van panden die moeten stoppen met kamerverhuur verplicht om nieuwe huisvesting te zoeken voor de bewoners, of ze financieel compenseren.

Desondanks krijgen de studentenverenigingen nu uitdrukkelijk steun van de regionale jongerenafdelingen van VVD, CDA, GroenLinks en D66. Ook zij zien niets in de Leidse plannen. In een gezamenlijk manifest staat onder meer: ’dit voorstel mist volledig het doel waarvoor het is bedacht: Leiden leefbaarder maken voor iedereen.’ Wat volgt zijn negen actiepunten zoals ’geen enkele student mag op straat komen door dit beleid.’ En als de voorgestelde regels er tóch komen, dan ’moet er meer gebouwd worden om het beleid te compenseren’. Bovendien is ’ inpandig stallen van fietsen onveilig en onhaalbaar’.

Op sociale media laat de grootste partij van Leiden, D66, al weten dat de jongerenclubs een aantal terechte punten hebben. Komende donderdag (28 november) vergadert de lokale politiek over het onderwerp.