Cobie Wolvers: Van flitstrein naar ’kerken’ in Hoogmade

Cobie Wolvers: ,,We staan in vuur en vlam na de brand in de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortekerk in Hoogmade.’’© Foto Hielco Kuipers

Paul van der Kooij

Wie verdient de titel Man/Vrouw van 2019? De redactie van het Leidsch Dagblad selecteerde negen mannen en vrouwen. Interviews met hen staan deze dagen in de krant. Vanaf 31 december kunt u (tot en met 12 januari) uw stem uitbrengen via het formulier in de krant of op onze website.

In deze aflevering Cobie Wolvers. Dat een maand na de brand in de katholieke kerk van Hoogmade weer wekelijks diensten in de kern werden gehouden, is volgens mede-parochianen vooral aan haar te danken. Niet alleen achter de schermen werkte ze daar hard aan, ook in vergaderingen maakte ze heel goed duidelijk hoe belangrijk het is om bij elkaar te blijven. Ook om de kans te vergroten op de zo vurig gewenste terugkeer van een eigen kerk.

Verkeerde aannames. Toen ze streed tegen de plannen voor een hogesnelheidslijn (hsl) tussen Rotterdam en Schiphol, ging Cobie Wolvers die met wiskundige precisie te lijf. Hoezo een nieuwe lijn door het Groene Hart wanneer die amper sneller is dan een ’opgewaardeerde oude’? En waarom leg je hem zo aan dat treinen er 300 km/uur kunnen rijden? Harder dan 250 gaan ze er tussen optrekken en afremmen door toch niet.

Toen pastoor Jack Glas op 7 november dit jaar, drie dagen na de kerkbrand in Hoogmade, bij haar thuis een noodrooster onthulde voor de parochiekern Hoogmade/Woubrugge bekroop haar net zo’n vreemd gevoel als bij de hsl. Volgens dat rooster zou in ieder geval tot begin februari maar één keer in de vier weken in Hoogmade worden gekerkt. „Want”, zo verklaarde Glas de keuze van zijn pastorale team, „in de protestantse kerk hier passen maar veertig stoelen en het is te veel werk om per dienst alles op te bouwen in de school.”

Stemmen kan hier.

Wolvers wist dat die beweringen niet klopten: „Er kunnen er namelijk ruim honderd in. En dat zou genoeg zijn.” En hoezo was het steeds weer opbouwen te veel werk? In Woubrugge was dat toch veertig jaar lang gebeurd? Ook zou Hoogmade meer geschikte locaties tellen dan de school alleen, waar die zondag een dienst was gepland. „En hoezo een noodrooster tot februari? Zo’n periode is, hoe goedbedoeld ook, veel te lang. Dat versterkt de pijn bij parochianen die net hun kerk in rook hebben zien opgaan.” Ook voorvoelde ze: „Nu staan we in vuur en vlam. Na zo lang kerken in Rijpwetering is dat gemeenschapsgevoel gedoofd.”

Zachte zaken

Eigenlijk is huisvesting niet het pakkie-an van Cobie, maar van echtgenoot Paul. Terwijl zij al jaren vrijwilliger is bij ’zachte zaken’ als de liturgie, zit hij de beheercommissie parochiekern voor. „Maar omdat Paul niet thuis was, wilde de pastoor het mij vertellen.” Na Glas’ vertrek voelde ze een nieuwe missie opkomen, redenerend: „Als ik ergens bij word betrokken, dan mag ik me er ook mee bemoeien. Ik ben nu eenmaal geen wegloper!”

In de discussies over de hsl werd Wolvers door besluitvormers genegeerd en kreeg ze pas jaren na de aanleg gelijk. Nu voelde ze dat haar wens om in Hoogmade te kerken, breed werd gedragen. „We moesten het pastorale team dus laten zien dat daar geschikte zalen voor zijn én mensen die ze bij toerbeurt willen in- en uitruimen.”

Wolvers prikte met pastor Marjo Hoogenbosch een datum voor zo’n parochie-avond en trok er vanaf dat moment flink aan. Omdat het secretariaat onbereikbaar was door de brand, voerde ze zelf alle e-mailadressen in. Verder zette ze - ’in goed overleg’ - de verschillende opties in Hoogmade naast die van Rijpwetering. Het onderzoek van haar clubje leerde dat de Drieluik voor gewone zondagsdiensten het beste scoorde op punten als zelfstandig zijn en de mogelijkheid om de saamhorigheid te bewaren. Voor ’rouw en trouw’ hadden de protestantse kerk en ’Rijpwetering’ betere papieren. Op verzoek van de pastor, ’die ruim tevoren over de resultaten beschikte’, deed Wolvers daar tijdens de avond verslag van.

Vervolgens gebeurde er iets opmerkelijks: het pastorale team bleef vasthouden aan het noodrooster en parochianen kwamen daartegen in het geweer. Dat is niet waar Cobie het net over had”, klonk bijvoorbeeld. En: „Wanneer het 8 december lukt om hier in de Drieluik een dienst te houden, waarom dan niet ook wekelijks daarna?” In de emotionele discussie die daarop ontstond, voelde ook Wolvers zich vrij om haar zegje te doen. Uiteindelijk beloofde het pastorale team nog eens naar de zaak te kijken. Het leverde het gewenste resultaat op. Zo zijn er elke zondag diensten in de Drieluik, dankzij een zaalteam dat volgens haar ’staat als een huis’.

Mooie maar ook verdrietige momenten heeft Wolvers ’intens beleefd’ in de eigen kerk, zoals rond het overlijden van haar dochter. „Op zulke momenten voelde ik dat ik werd gedragen. Een gevoel dat werd versterkt door de gemeenschap met wie je zo veel deelt en waar - zoals ik al vroeg voelde - zoveel vertrouwen heerst. Zo kreeg ik alle ruimte om voorbedes te maken en voor te gaan in diensten. En wie vertrouwen geeft, krijgt trouw terug. Mooi is dat na de brand nog meer mensen eraan willen trekken, al hebben nog niet alle ’oude’ en ’nieuwe’ vrijwilligers een nieuwe taak. En je wilt iedereen betrokken houden tot er weer een kerk staat.” Hoe die er uit moet zien? Dat is niet haar pakkie-an.

Lees hier alles over de verkiezing M/V van het Jaar 2019

Stemmen kan hier.

Meer nieuws uit Leiden

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.