Samenwonen voor beginners in het Leidse Nico van der Horstpark
De honderd prefab stapelwoningen aan het Nico van der Horstpark staan in een carrévorm rond een grote binnentuin.© Foto’s Taco van der Eb
Halverwege 2018 verrees een nieuwe wijk op de grens tussen Leiden en Voorschoten. Het Nico van der Horstpark bestaat uit honderd woningen, de helft voor statushouders en de andere helft voor sociale huurders. De sociale organisatie Peen en Ui hielp bij het opbouwen van een ’samenlevinkje’, maar is inmiddels vertrokken. Hoe staat het nu met de samenhang?
„Is dit ei” vraagt de Afghaan Abdul aan Joost. „Nee, geen ei. Dit is ui”, legt de Nederlandse biologiestudent uit. Abduls driejarige zoontje Mohammed geeft enthousiast de planten water met zijn minigieter, terwijl Abdul meer groenten aanwijst en de voor hem onmogelijke uitspraak van de Nederlandse woorden oefent. Met een aantal buren zijn ze voor hun woning een kleine moestuin begonnen. Behalve ui groeit er tomaat, peper en een klein appelboompje.
Joost en Abdul zijn twee bewoners van het Nico van der Horstpark, een complex dat zo’n anderhalf jaar geleden is gebouwd aan de Voorschoterweg in Leiden Zuid-West. De honderd prefab stapelwoningen staan in een carrévorm rond een grote binnentuin. De helft van de woningen is voor statushouders – vluchtelingen met een verblijfsvergunning – en de andere helft voor reguliere sociale huurders. Om het contact tussen de verschillende bewoners te stimuleren is er een gezamenlijk tuinhuis en kunnen bewoners initiatieven ontplooien.
Het complex – een initiatief van gemeente Leiden en woningcorporaties Ons Doel en De Sleutels – is er gekomen om plaats te bieden aan de grote toestroom van vluchtelingen in Nederland, zonder dat dit ten koste gaat van woningen voor sociale huurders, waar lange wachtlijsten voor zijn. De woningen zijn permanent, maar blijft niet op dezelfde plek: de wijk kan maximaal tien jaar blijven staan op de huidige locatie.
Tafeltennis
Er wordt veel getafeltennist door bewoners.
Terwijl Abdul zijn gieters nog eens vult in het tuinhuis, komt de Syrische student Noureddin binnenlopen. Hij is een van de bewoners die de sleutel hebben van het gemeenschappelijke tuinhuis. Binnen staat een tafeltennistafel, wat fitnessapparaten en is er een klein keukentje met een koffiezetapparaat. Her en der hangen stickers met Nederlandse woorden: ’koelkast’, ’deur’. Er wordt veel getafeltennist door bewoners en sinds kort ook gesjoeld door een groepje Eritrese bewoners.
Noureddin komt bijna dagelijks in het tuinhuis om een kopje thee te drinken en een praatje te maken met medebewoners. „Ik ben een sociaal mens, van alleen thuis zitten word ik gek.” Als student woonde hij in Damascus, daarnaast had hij een groot familiehuis waar hij met zijn ouders en broers woonde. Alleen wonen in een studio van 23 vierkante meter is dus erg wennen. Veel tijd om te tafeltennissen heeft hij niet, want hij is net begonnen aan zijn studie Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek.
Nieuwe buren
Na de opbouw van het Nico van der Horstpark verhuisde een grote groep huurders, afkomstig uit verschillende landen, tegelijkertijd naar deze nieuwe wijk. Christoffel Klap, directeur van woningcorporatie Ons Doel: „Het is een afgelegen plek aan de rand van Leiden. Er zijn geen winkels of voorzieningen direct naast de deur. Dus we wisten: als mensen het niet naar hun zin krijgen, wordt dit een onaantrekkelijke plek om te wonen. Om het project tot een succes te maken, moesten we een samenlevinkje creëren.”
„Je ziet ook dat het taalniveau van statushouders op het Nico van der Horstpark hoger is dan in de rest van Leiden.”
Peen en Ui, een creatieve organisatie met ’social designers’, werd gevraagd de bewoners hierbij te helppen. Danny Molenaar van Peen en Ui: „We hebben mensen vooral met elkaar in contact gebracht. Als iemand een schroevendraaier miste, zeiden we: kom mee, volgens mij zag ik je buurman net met een schroevendraaier.” Ze gaven bewoners de ruimte om zelf dingen te organiseren. Molenaar: „Zo werd een tafeltennistafel geopperd, dus die kwam er.” Verder is er een aantal activiteiten georganiseerd, zoals een taalcafé waar bewoners hun Nederlands oefenden, een kinderactiviteit en een hardloopavond.
In april vorig jaar nam Peen en Ui afscheid van het Nico van der Horstpark. Vanaf dat moment was het aan de bewoners om het tuinhuis te beheren en activiteiten te organiseren. Molenaar: „De wijk moet van de bewoners zelf worden.” Zelfbeheer, dat is het idee.
Het idee dat ’Nico’ van iedereen is, heeft ook nadelen. Ester Lacourt, sociaal beheerder van Ons Doel: „Vanuit de corporatie wil je met iemand communiceren die dingen regelt, maar niemand draagt de verantwoordelijkheid. Maar ik heb gemerkt: als je met de flow meegaat, lost het zich meestal vanzelf op.”
Van de georganiseerde activiteiten zoals het taalcafé en de kindergroep, blijkt inmiddels weinig meer over. Ook wordt er niet meer gezamenlijk hardgelopen. Noureddin: „Toen Peen en Ui hier was, ontmoetten we elkaar bijna elke dag beneden in het tuinhuis. Nu is dat wel minder.” De Nederlandse archeologiestudent Leon nuanceert: „Het contact is niet minder, maar wel anders.” Mensen zien elkaar nog wel, maar de bewoners hebben meer hun eigen groepje gevonden. Het is minder een mix dan in het begin.
Verwachtingen
Een van de galerijgenoten van Noureddin is Zamira. Ze is gevlucht uit Azerbeidzjan, waar ze als vredeswerker en journalist werkte. Een afspraak maken is lastig. Haar agenda is overvol. Overdag geeft ze door het hele land trainingen aan andere statushouders, ’s avonds komt ze laat thuis. Ze had meer verwacht van het samenwonen met elkaar. „Ik ken negentig procent van het complex niet. Misschien oordeel ik te snel, maar veel contact met Nederlanders heb ik niet. Soms zeg ik mensen gedag en dan zeggen ze iets terug, maar soms dat niet eens.”
Oppervlakkig contact heeft ze wel, maar Nederlandse vrienden maken blijkt moeilijk. „Iedereen heeft al een sociaal netwerk. Uiteindelijk gaan nieuwkomers toch veel om met andere nieuwkomers. Ook op het Nico van der Horstpark. Dan is de vraag: in hoeverre integreren we nu echt in de Nederlandse samenleving?”
Zamira geeft toe dat haar verwachtingen wellicht te hoog waren. Klap: „Als woningcorporatie vinden wij het een geslaagd project als er geen problemen zijn. Als het een gewone Leidse wijk is.” Met dat doel in gedachten vindt hij het een succes. „Er heerst een prettige sfeer”, aldus Lacourt. „Als je het binnenterrein oploopt, maak je snel een praatje. Dat is het succes.”
Een kleine kern van bewoners komt op de vergaderingen af die Lacourt met enige regelmaat organiseert. In de zomer van 2018 werd de irritatie uitgesproken dat veel bewoners barbecueën in hun tuin. Toen is het idee ontstaan om een gezamenlijke barbecueplek aan de rand van het park te maken om de rookoverlast te beperken. Peen en Ui koppelde de bewoners aan kunstenaar Paul Bouter, die met behulp van een donatie een barbecue met meubilair ontwierp. De bewoners hielpen uiteindelijk mee om de barbecueplek te bouwen.
Tijdens de feestelijke opening van de nieuwe barbecueplek in september regent het af en toe pijpenstelen, maar dat houdt de bewoners niet tegen. Mahmoud uit Syrië draait de burgers en kippenpoten – wel van halalvlees – behendig om. Joost komt nog met een paar vegaburgers aanlopen. Abduls zoontje Mohammed rent enthousiast rond en praat met iedereen in zijn eigen taal, een combinatie van Nederlands en Oezbeeks.
Een idee dat die avond ontstaat, is om een gezamenlijke logeerwoning en extra opslagunits op het terrein te plaatsen. „Mooie initiatieven”, zegt Klap later. „Ik heb gezegd: kom met voorstellen. Ik laat het initiatief bij de bewoners.”
Plannen
Er zijn wel plannen geweest om in Leiden Zuid-West meer van dit soort projecten te plaatsen en er zijn ook al plaatsen aangewezen. „Maar de praktijk is weerbarstiger dan verwacht”, vertelt Klap. „De grond is vuil, soms is er verzet van huurders.” Ook bij het Nico van der Horstpark was er weerstand van bewoners van omliggende huizen en wijken. „Mensen gaan van het ergste uit. Dat was best een heftige bijeenkomst”, aldus Klap. „Uiteindelijk hebben we een klankbordgroep opgericht en is dat allemaal fijn verlopen.”
Afgezien van de grootte van de woning is Noureddin erg te spreken over deze woonvorm. Zeker als hij het vergelijkt met een reguliere woonwijk. „Ik hoor van andere statushouders dat ze geen contact hebben met buren, ze vervelen zich.” Ook volgens Klap is hier meer contact met Nederlandse buren dan in een gewone Leidse wijk. „Je ziet ook dat het taalniveau van statushouders op het Nico van der Horstpark hoger is dan in de rest van Leiden.”
Het tuinhuis als gezamenlijke hang-out lijkt cruciaal voor het succes van deze plek. Misschien worden er geen wekelijkse taalklassen meer georganiseerd, maar het blijft een plek waar mensen elkaar ontmoeten voor hulp bij het lezen van een Nederlandse brief, een kopje koffie of een potje tafelvoetbal. Noureddin: „Hier kan je altijd iemand vinden om Nederlands mee te praten. Ik praat nu meer Nederlands dan mijn eigen taal.”
Documentaire
Filmmakers Floor de Bie en Evelien Vehof maakten een documentaire over het Nico van der Horstpark. ’Een Goede Buur’ gaat op 6 januari om 20:00 uur in première bij PLNT in Leiden, gevolgd door een nagesprek (vrije toegang, iedereen welkom). Op 11 januari is de film om 17:00 uur te zien op Omroep West. Vanaf 11 januari is de film ook op de site van Leidsch Dagblad te zien.
Dit artikel en de film werden gefinancierd door het Leids Mediafonds.