’Precies boven het afwerpterrein gingen de bomluiken open en daalden aan 17 parachutes grote containers naar beneden. Vol met wapens, munitie en springstof!’ [video]

Katwoude

Het verzet kreeg in de Tweede Wereldoorlog onder meer wapens via Engelse bommenwerper. Die ’dropten’ ze met parachutes. Omdat het 75 jaar na de bevrijding is, plaatsen we nogmaals een artikel uit de krant van 2008 over wapendroppings in Waterland.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

(Hierboven: documentaire over wapendroppings in Spanbroek)

Lees hier alle verhalen over 75 jaar bevrijding

,,Koud en nat was het in de nacht van 14 op 15 oktober 1944, het laatste oorlogsjaar. De regen joeg over het veld en de uren kropen voorbij. Totdat plotseling... Daar! Precies om 2 uur s nachts daalde uit de regenwolken een viermotorige Engelse bommenwerper af tot op zo'n 80 meter hoogte.”

,,Het vliegtuig vloog over de lantaarns en de knipperende seinlamp op het afwerpterrein, om dan weer in het oneindige luchtruim te verdwijnen.... en even later terug te keren. Precies boven het afwerpterrein gingen de bomluiken open en ineens daalden aan 17 parachutes grote containers naar beneden. Vol met wapens, munitie en springstof!”

Aldus verzetsstrijder Kees Bootsman in zijn boek 'Volendam, hoe arm het was en hoe ver' over zijn eerste wapendropping: ,,Het was voor mij het grootste raadsel ter wereld dat daar, op het geplande uur, vanuit de vrije wereld, een vliegtuig verscheen boven een stukje weiland aan de Vrouwenweg in de Beemster om een lading af te leveren. Als een bakker, die zijn broodjes afleverde.”

Afgeworpen in de oorlog.© Archief

Wapendroppings

Vooral in het laatste oorlogsjaar hebben veel van dit soort wapendroppings plaatsgevonden. In heel Nederland meer dan 200. Het verzet tegen de Duitse bezetters en hun handlangers werd zo steeds beter bewapend. Waardoor het ook steeds effectiever kon optreden.

Een knokploeg (KP) zoals die van Kees Bootsman zorgde voor het inzamelen van de gedropte wapens.

,,Een afschuwelijk karwei. We moesten in het pikkedonker door sloten en greppels heen om door de wind afgedreven parachutes op te sporen. Dan moesten de zware containers naar een verzamelplaats worden gesleept en de wapens op een kar geladen, met een lading stro, mest of hooi erover heen. Alles in het nachtelijk duister natuurlijk, terwijl een aantal KP’ers met de stengun in de aanslag op de uitkijk stond. Vervolgens werden de wapens naar een boerderij in de buurt gebracht en daar verstopt. In dit geval de boerderij van Jan Smit aan de Vrouwenweg. De containers waren dan al in een sloot gedumpt en de parachutes begraven.”

Het afwerpterrein 'Hudson' bij de boerderij van Cor Middelbeek in Katwoude (op de foto rechts van de sloot). Aan het eind van de sloot stond op de plaats waar nu een huis staat vroeger de boerderij van Jan Bark.© Archief

Een vergelijkbaar verhaal vertelt Gert Middelbeek uit Katwoude. Op een stuk weiland achter de boerderij van zijn vader werden eveneens wapens gedropt. Hij was toen twaalf jaar oud.

,,Er kwam iemand van de ondergrondse bij ons langs die aan mijn vader vroeg of er wat wapens konden worden gedropt. Daarvoor zouden een paar jongens komen. Nou ja, een paar... het werd een ploeg van wel 30 man!”

Voor Gerts ouders een groot risico. ,,Maar ja, je doet iets. Het komt op je weg, dus je zegt ja. Toen de wapens gedropt waren, bleek het een hele toer om de loodzware containers naar de boerderij te slepen. Daar werd toen wat op gevonden. Er werd bij het afwerpterrein een schuurtje gebouwd. Bij de volgende dropping werden de wapens daarin verstopt. Het hout voor dit 'pinkenschuurtje van Cor Middelbeek' kwam van de Oranjevereniging. Die had ergens nog een houten dansvloer opgeslagen, voor op Koninginnedag. Maar Koninginnedag mocht tijdens de bezetting niet worden gevierd, dus die dansvloer lag ongebruikt.”

,,Daags na de dropping haalde het verzet de wapens uit dat schuurtje op. Over het land van Jan Bark ging het dan richting Volendam. Vandaar vonden de wapens verder hun weg naar de verschillende verzetsgroepen in Noord-Holland. Soms per fiets, soms met een boerenkar, een kleine vrachtauto of per vrachtschip. De wapens zaten dan in melkbussen of onder een partij aardappelen verstopt.”

Doodgeschoten

Levensgevaarlijk was het. Ontdekking door Duitse politie- of legereenheden kon je dood betekenen. Zoals het drama van boerderij Houtlust bij Rustenburg op 12 oktober 1944 nog eens had geleerd. Toen de Duitsers erachter waren gekomen dat daar wapens lagen opgeslagen, werden de boer en diens vader zonder pardon doodgeschoten.

De boerderij werd in brand gestoken en toen vier onderduikers de brandende boerderij probeerden te ontvluchten, werden zij dodelijk getroffen door de kogelregen van de Duitsers.

Wapendroppings werden via de Belgische radio in de uitzending van 13.15 uur aangekondigd (België was toen al bevrijd). In een voor ieder afwerpterrein specifieke code. Voor het terrein aan de Vrouwenweg luidde die: 'Bericht voor Frank - beter laat dan nooit!'

Voor het afwerpterrein 'Laloe' bij Venhuizen luidde de code: 'Het gevaar komt uit het oosten', voor het terrein 'Hudson' bij de boerderij van Cor Middelbeek: 'De sokken zijn droog'.

En voor het droppingsveld bij de boerderij van Anton en Aagje Ham in De Purmer: 'Melk is goed voor elk'.

Met aparte slagzinnen zoals 'de melk kookt over' of 'de appel is rot' werd ook nog het precieze uur van de dropping aangekondigd. Uit Londen volgde 's avonds nog een herhaling via Radio Oranje.

Organizer 'Hans'

Voor de betreffende KP diende het radiobericht ter bevestiging van plaats en tijdstip. Dat er op 'hun' afwerpterrein gedropt zou worden, had een koerierster van de Commandant Afwerpterreinen (CAT) Hil Schipper al mondeling doorgegeven. Samen met de codezinnen, die in het radiobericht te horen zouden zijn.

Hil Schipper had die informatie op zijn beurt vernomen van een koerierster van 'organizer' Tobias Biallosterski, alias 'Hans'.

Deze Nederlandse geheim agent (zoon van een joodse vader) was op 9 september 1944 vanuit Engeland gedropt, samen met marconist 'Bram'. Vanuit Amsterdam organiseerde 'Hans' de wapendroppings.

Voor deze 'Mission Draughts' moest hij afwerpterreinen aanwijzen, 'ontvangstcomités' samenstellen uit plaatselijke verzetsgroepen en het verdere transport van de wapens organiseren. Bovendien moest hij de verschillende verzetsgroepen tot samenwerking bewegen en op doen gaan in één organisatie, de Binnenlandse Strijdkrachten.

Twee marconisten, de al genoemde 'Bram' én de iets later gedropte 'Douwe', onderhielden voor hem met geheime radiozenders het contact met Londen. Daarbij voortdurend op de hielen gezeten door Duitse peilwagens, van waaruit getracht werd de zenders op het spoor te komen.

Maar 'Bram' en 'Douwe' waren die peilers steeds te vlug af door voortdurend van frequentie én van zendstation te wisselen.

Geheime telefoon

Dat konden ze dankzij het geheime telefoonnetwerk, dat op initiatief van de Amsterdamse GEB-medewerker Jaap Carels voor het verzet was aangelegd. Dit netwerk verbond óók de op verschillende plekken geïnstalleerde zendapparaten met elkaar. Niet via de reguliere telefoonlijnen, maar via de voedingskabels van het elektriciteitsnet. Met gebruikmaking van het inductorsysteem.

De Duitsers hebben het nooit ontdekt. In de winter van 1944-1945 wist Carels zijn geheime telefoonnetwerk tot ver in Noord-Holland uit te breiden, onder meer naar Edam. Daar was Tijmen bij 't Vuur de verbindingsman. Biallosterski's koeriersters hoefden er toen niet meer op uit.

Voor het wapentransport was 'Dokter X', oftewel Henk Veeneklaas, verantwoordelijk. Henk Veeneklaas werkte als arts op het Binnengasthuis in Amsterdam. Hij raakte bij 'Mission Draughts' betrokken toen hij op verzoek van iemand uit het ziekenhuis marconist 'Bram' bij zich in huis nam.

Dokter X

Vervolgens vroeg 'Hans' hem om de wapentransporten vanaf de afwerpterreinen te organiseren. 'Dokter X' zette daarvoor het Bureau Intendance en Transport (BIET) op. En hij was het, die in februari 1945 na het overlijden van 'Hans' na een schietpartij met pro-Duitse landwachters in Obdam, diens taak overnam.

De Waterlandse verzetsstrijders hebben 'Hans' of 'Dokter X' misschien een keer op een geheime bijeenkomst of bij een dropping ontmoet. Maar kenden hen natuurlijk niet. Dat vereiste de veiligheid. Daardoor - én omdat er in de Waterlandse archieven weinig over deze wapendroppings gedocumenteerd is - zijn zij in Waterland onbekend gebleven.

Na de oorlog werden Biallosterski (postuum) en Henk Veeneklaas onderscheiden met de Militaire Willemsorde. Cor Middelbeek werd postuum onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis.

Meer nieuws uit Leiden

Net Binnen

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.