De UWV-cijfers sluiten aan bij de economische analyses die het Leidse onderzoeksbureau Blaauwberg enkele weken geleden maakte voor de Leidse regio en de Duin- en Bollenstreek. Dat de impact van de coronacrisis relatief beperkt is, komt door de aard en samenstelling van de werkgelegenheid in de regio. De sectoren met de grootste krimp, de uitzendbranche en de horeca, zijn minder sterk vertegenwoordigd in de regio (28 procent, tegen 32 procent landelijk). De sector zorg en welzijn, die in deze periode groeit, is in de regio juist stevig aanwezig (26 procent, tegen landelijk 23 procent) - met name zorg en onderwijs zijn goed vertegenwoordigd.

Zwaarst getroffen

In Holland Rijnland werken 43.800 werknemers in de zwaarst getroffen sectoren. Dat is 18 procent van alle werknemers in de regio. Van de sectoren met een zeer grote krimp van de werkgelegenheid herbergt de uitzendbranche (onderdeel van de sector verhuur en overige zakelijke diensten) in Holland Rijnland veruit de meeste werknemers. Maar ook de horeca heeft te maken met een zeer sterk verlies van werkgelegenheid. In beide sectoren zijn relatief veel (66 procent) werknemers met een flexibel contract werkzaam - veelal omdat ze speciaal voor het hoogseizoen worden aangetrokken. Zij lopen het grootste risico op verlies van (een deel van hun) werk.

Sectoren die in Holland Rijnland juist hardere klappen krijgen dan in andere regio’s zijn de sierteelt en de luchtvaart. De Duin- en Bollenstreek is (naast de kop van Noord-Holland en het Westland) een van de drie gebieden waar de sierteeltsector geconcentreerd is. Vanwege de nabijheid van Schiphol werken ook veel inwoners van Holland Rijnland in de luchtvaart en aanverwante beroepen. Slechts weinig regio’s in Nederland hebben meer last van de duikvlucht van de luchtvaart dan Holland Rijnland, stelt het UWV.