Katwijkse volgens OM schuldig aan brand in haar woning: eis zestien maanden cel
© Flashlight Fotografie
Katwijk werd op 18 februari opgeschrikt door een korte, felle brand in een torenflat aan de Colijnstraat. Mensen stonden in paniek op de galerij. Het Openbaar Ministerie (OM) is ervan overtuigd dat bewoonster de brand heeft gesticht. Zij hoorde zestien maanden cel tegen zich eisen. De verdachte weet niks meer van die avond.
Bij de brand sloegen de vlammen uit het appartement op de zevende etage. De bewoonster lag op de grond, bevangen door de rook. Getuigen hoorden haar zeggen dat ze ’het zelf had gedaan’ en dat ze haar daar achter moesten laten. Toen de brandweer kwam, was ze volgens het OM niet voor rede vatbaar en wilde ze terug het huis in.
De bewoonster werd aangehouden en zit nog steeds vast. In de Haagse rechtbank zei ze dat ze op 18 februari een black out had na het drinken van een paar flessen rosé. De enige herinneringen zijn dat ze een sigaret rookte en een ’substantie’ omstootte. Het ging al een tijdje niet goed met haar: ze had psychische problemen en stond op de wachtlijst voor opname in een psychiatrisch ziekenhuis.
De officier van justitie geloofde niet dat de vrouw een black out had die bewuste avond. Ze had immers wel bewust de drank gekocht. Verder was er de dag ervoor al een poging tot zelfdoding geweest en ze zou het nu weer hebben geprobeerd. „Zij dacht alleen aan zichzelf en bracht anderen in gevaar”, zei de officier. Ze eiste twee jaar cel, waarvan acht maanden voorwaardelijk. Verdachte moet behandeld worden in een kliniek.
De raadsman van de Katwijkse vroeg om vrijspraak. Forensisch onderzoek had de oorzaak van de brand immers niet kunnen vaststellen. Het kon gaan om het achterlaten van vuur of iets technisch als kortsluiting. Er zijn geen brandbare vloeistoffen gevonden. Als bewijs resten er dan alleen wat onsamenhangende uitspraken van de verdachte. De bewoonster zelf zei dat zij zich niet kon voorstellen zo een einde aan haar leven te maken. „Een sneetje in een arm is niets vergeleken met een vuurzee.”
De rechtbank doet 20 augustus uitspraak.