Slapen tot de crisis over is: corona moeilijk te bevatten voor mensen met een verstandelijke beperking
Tim doet boodschappen in de winkel van woonzorgpark Willem van den Bergh.© Foto Taco van der Eb
Hij mocht niet meer naar werk, niet meer naar zijn ouders, geen boodschappen doen en om besmetting van medebewoners te voorkoming zelfs enige tijd niet naar buiten. De coronacrisis heeft er voor de 26-jarige autistische Tim de Jong stevig ingehakt. Zijn persoonlijke verhaal is, net als dat van enkele andere cliënten van zorginstantie ’s Heeren Loo, in enkele tekeningen vervat. ’Het liefste zou ik willen slapen tot de crisis over is’, vat het eerste plaatje de gevoelens van Tim over corona in de kern samen.
Tim komt uit Vijfhuizen maar woont sinds 2017 op het Noordwijkse woonzorgpark Willem van den Bergh, waar mensen met een verstandelijke beperking worden bijgestaan. Tot tevredenheid van hemzelf en zijn moeder Anja Smink. Al was het de laatste maanden wel erg lastig. Tim omschrijft het als de zwaarste periode van zijn leven sinds hij in Noordwijk verblijft.
Het feit dat de uitbraak van corona zijn wens om zelfstandiger te kunnen wonen doorkruist, heeft daarbij een rol gespeeld. „We werden 15 maart bij elkaar geroepen en kregen te horen dat alles dichtging tot 6 april, alleen duurde het uiteindelijk veel langer. We konden nergens meer naartoe.” De bus reed niet, de bloemenzaak waar hij werkt, ging dicht en ook de Academie voor Zelfstandigheid sloot de deuren.
Deodorant
Juist die academie is zo belangrijk om de bewoners op weg te helpen. „Er wordt daar per cliënt gekeken wat iemand nodig heeft om verder te komen”, legt Nanda Troost van zorgorganisatie ’s Heeren Loo uit. „Iemand die zich bijvoorbeeld niet goed verzorgt, leert tandenpoetsen en deodorant gebruiken. Tim wil zelfstandig koken. Daar wordt hij weer bij geholpen. Alleen gebeurt dat nu veel op afstand, met behulp van filmpjes.”
(Tekst gaat door onder de foto)
De tekening die over Tim is gemaakt.© Afbeelding Social Envoy
Omdat veel van de vaste routine was weggevallen en Tim toch iets te doen wilde hebben, ging hij de tuin opknappen. „Tim is in die periode best wel somber geworden”, zegt zijn moeder Anja. „Hij sliep slecht en belde op een dag wel vijf keer op.” Een keer was hij zo in paniek dat een hulplijn uitkomst moest bieden.
Mobieltje
Tim zelf was maar wat blij dat zijn mobieltje het deed. Vlak voordat de regering strikte maatregelen afkondigden om het virus in te dammen, begaf zijn mobieltje het. „Gelukkig was alles op tijd hersteld, anders had ik niet kunnen beeldbellen.”
Dankzij zijn goede geheugen weet Tim alle gebeurtenissen van de afgelopen maanden moeiteloos op te lepelen. Of het nou gaat om uitspraken van premier Mark Rutte of minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge of het laatste nieuws. Hij zegt volop te hebben geleerd van de crisis. Tim houdt van knuffelen, maar dat doet hij maar even niet meer. „Ik weet dat ik nu geen zoenen mag geven. Als in het verleden verkouden was, vond ik het erg dat het niet kon. Als alles straks weer normaal is dan vind ik dat niet meer zo erg. Ik heb nu geleerd afstand te houden.” Anja: „Tim heeft zich goed aan de afspraken gehouden. Knuffelen heeft hij niet meer gedaan. Zijn gedragsdeskundige zegt dat hij het heel goed heeft gedaan.”
Alleen mist Tim wel de feestjes en de disco’s die hij zo graag bezocht, maar ook dat heeft weer een voordeel. Voor de corona was hij soms snel geprikkeld. „Ik heb nu rust in mijn hoofd en dat ligt niet alleen aan de medicatie. Ik heb ook geleerd geen alcohol meer te drinken, want dat gaat niet goed met die medicijnen samen.”
Omruilen
Niet alleen voor Tim zijn de afgelopen maanden bijzonder geweest, ook zijn moeder moest eraan wennen. „Hij kwam om de week naar huis, maar dat ging even niet. Toen ik hier zijn winterkleren voor zomerkleren wilde omruilen moest dat aan voorzijde van het terrein. Nu mogen we samen weer buiten lopen, maar wel op anderhalve meter.”
Een bezoekverbod was enige tijd nodig, omdat ’s Heeren Loo ook heel kwetsbare cliënten begeleidt en opvangt. Zozeer dat zij bij een besmetting met corona niet altijd naar het ziekenhuis kunnen omdat de zorg die ze nodig hebben te complex is.. Nanda: „Cliënten snappen soms niet wat corona is en snappen niet dat familie daardoor niet langs kan komen. Vreselijk. Dat doet wat met de cliënt, de familie, maar ook de medewerkers. Ook zij moeten anderhalve meter afstand bewaren, maar als een cliënt heel erg verdrietig is, moet je soms toch knuffel geven.”
„We proberen zoveel mogelijk maatwerk te leveren”, zegt ze. „Zo hebben we voor bezoek buiten partytenten neergezet en de dagbesteding gebeurt sinds corona in de woning. Sommige cliënten worden daar rustiger van, omdat ze minder prikkels hebben. We gaan het effect hiervan dan ook onderzoeken.”
Sporten
Tim kan nu weer naar buiten en mensen ontmoeten, op afstand dan. Ook logeren bij zijn ouders is weer mogelijk. „Ik vermaak me wel, omdat ik weer allerlei dingen kan, zoals sporten. We hebben heel lang in lockdown gezeten en hadden toen geen vrijheden. Ik dacht dat het lang zou duren voordat we weer mochten sporten, maar sinds juli mag het gelukkig weer. Nu drie, vier keer in de week. Ik hoop dat er zo snel een vaccin is.” En als alles achter de rug is, zo snel mogelijk een meer zelfstandige woonplek.