Directeur Chrétien Mommers van Rijnhart Wonen zegde in de zomer van 2019 de overeenkomst op, die het vijf jaar eerder had gesloten met de Leiderdorpse huurdersorganisatie. Die zou zich niet voldoende inzetten voor de huurders. Bovendien, zei Rijnhart, zaten er mensen met koopwoningen in het bestuur van de HBOL en dat mocht niet.

De corporatie bepaalde, tot woede van de HBOL, dat de 2800 Leiderdorpse huurders voortaan ook werden vertegenwoordigd door de tot dan uitsluitend Zoeterwoudse belangenorganisatie De Huurderij. ,,Omdat wij te kritisch zijn’’, zei een vertegenwoordiger van de HBOL. ,,Wij gaan tot het gaatje voor onze leden.’’

De Huurcommissie vindt de stap van Rijnhart, zo blijkt uit de uitspraak in het geding, niet terecht. In het nieuw aangetreden bestuur van de HBOL zitten geen woningeigenaren en ook op alle andere punten voldoet de organisatie aan de eisen van de wet. ’Het is niet aan de verhuurder om de huurdersparticipatie in de vorm te gieten die haar het beste uitkomt’, aldus de Huurcommissie in haar uitspraak.

Die uitspraak betekent volgens woordvoerster Evelyn Berling van Rijnhart niet dat het overleg met de HBOL wordt hervat. ,,Wij beraden ons de komende dagen op de gevolgen’’, zegt ze. ,,Onze problemen met de HBOL zijn niet gewijzigd. Alle Leiderdorpse bewonerscommissies zijn inmiddels overgestapt naar De Huurderij. Wij hebben geen zicht op wie de HBOL vertegenwoordigt.’’