Met oud-stadsbioloog Frits van de Sluis op vroege-ochtendwandeling door de Leidse Hout: ’Op de mooiste momenten van de dag slapen wij’

,,Op de mooiste momenten van de dag slapen wij.’’© Foto Hielco Kuipers

Ruurd Kok
Leiden

Volkspark de Leidse Hout bestaat op 30 juni 90 jaar. Het is geen bijzonder park, stelt Frits van der Sluis. ,,Het is een park dat je krijgt als je het beheert zoals het wordt beheerd.’’ Voor de oud-stadsbioloog is de Leidse Hout een van de groene vlekjes rondom de stad. Toch raakt hij er niet uitgekeken.

Het park speelt als groene schakel een belangrijke rol in de uitwisseling van planten en dieren. ,,Al zal niet elke bezoeker dat zien.’’ De gepensioneerd bioloog ziet dat wel, zoals de koningsvaren die uit het nabijgelegen heempark afkomstig moet zijn. Zelf is de Leidse Hout een belangrijke verspreider van daslook, het naar uien geurende plantje dat net is uitgebloeid en een paar weken eerder nog zorgde voor een witte bloemenzee onder de bomen.

Toen het park in de jaren twintig werd ontworpen, speelde dat idee helemaal niet; niemand dacht nog aan wat later ecologische verbindingszones zouden worden genoemd. Het is ontworpen als volkspark, al had landschapsarchitect Van Nes ’de schurft’ aan dat woord, aldus Van der Sluis; de architect was niet zo bezig met ’de verheffing van de arbeidersklasse’. Die verbindingen blijven een aandachtspunt. De bioloog: ,,Al die sportclubs rondom het bos vragen zich niet af wat het effect is van kunstgras op de omgeving.’’ Hij legt uit: ,,Als de sporters weg waren, zaten die grasvelden vol vogels op zoek naar regenwormen.’’

Natuurzaken

Het samengaan van mens en dier is een rode draad tijdens de wandeling die we maken bij het ochtendgloren; een uur na vertrek zullen de eerste zonnestralen pas tussen de bomen door komen (’Op de mooiste momenten van de dag slapen wij’). Hij kwam hier als kleine jongen al en kreeg in 1977 beroepsmatig met het park te maken als ’ambtenaar natuurzaken’ bij de gemeente. Terwijl z’n functie amper veranderde, werd hij via schoolbioloog later stadsbioloog genoemd. Bij zijn pensioen in 2016 was hij onder meer verantwoordelijk voor de heemtuin, de kinderboerderijen en het hertenkamp. Mooiste van zijn werk: ’s ochtends met kleuters op de kinderboerderij en ’s middags aan tafel bij de wethouder. Vertellen doet Van der Sluis (69) vol enthousiasme en hij heeft daarvoor alle gelegenheid in een langzaam wandeltempo, de knieën doen het niet meer zo.

Startpunt is de boerderij in het bos waar hij al meer dan dertig jaar woont. We wandelen het jongste gedeelte in, het Bospark. Die verbinding richting Oud-Poelgeest is er pas in de jaren vijftig gekomen, al had Van Nes er wel over nagedacht. ,,Het is allemaal groen’’, zegt Van der Sluis. ,,Maar aan de bomen kun je duidelijk zien dat het is aangelegd door plantsoenbazen: allemaal gekweekte soorten.’’ Hij wijst op de Chinese mammoetbomen, de hoge sprieten van naaldbomen die als een decor achter het openluchttheater staan. ’Arboretumspul’, noemt Van der Sluis het. ,,Als een dierentuin van de bomen.’’

Eenvoudig

Architect Van Nes wilde juist geen park ’met perkjes vol bloemen, met een keur aan exotische gewassen’, zo sprak hij bij de opening van het park op 30 juni 1931. ’Het is gedacht als een eenvoudig wandelbosch, met boomen en struiken, zooals die in deze streek groeien, met veel bloemen zooals we die vinden langs wegen, in slooten, in weiden en bosschen.’ De gedachte ’in harmonie met de landelijke omgeving van deze gewesten’, met als doel ’recreatieterrein voor de bewoners van de zich meer en meer uitbreidende woonkernen.’

Frits van der Sluis: ,,Jouw gedrag bepaalt of je vogels ziet.’’© Foto Hielco Kuipers

Recreatieterrein is het nog steeds, zo had Van der Sluis de voorgaande nacht weer gemerkt. Jongeren die luidruchtig langs de boerderij liepen. Hij had alleen even gekeken of ze niet op het erf rondhingen en toont duidelijk begrip: ,,Het is voor jongeren een prachtige plek om samen te komen, niemand heeft er last van.’’ Alleen af en toe, als de muziek te hard staat spreekt hij ze aan. Ze lijken zich vaak niet te realiseren dat er midden in het bos ook mensen wonen.

In het Bospark wijst Van der Sluis op de grasvelden vol bloemen langs het wandelpad, ooit gazons waar mensen konden picknicken. ,,Je kan een park ook zo veranderen dat het voor anderen dan alleen mensen interessant wordt.’’ Plantsoenmensen zijn geen biologen en zijn opgegroeid in een cultuur van ’gras moet je maaien en onkruid moet je bestrijden.’ Typisch voorbeeld daarvan vindt hij ook de oude dame die hij eens trof terwijl ze bezig was met een schaartje uitlopers van bomen weg te knippen, alsof ze in haar eigen tuin aan het snoeien was.

,,Roodborst!’’ Van der Sluis – kijker om de nek – onderbreekt zijn verhaal regelmatig als hij iets hoort: hij luístert vooral naar het bos. Af en toe dringen andere geluiden door, zoals het brommertje van de krantenjongen. Geluiden die overdag verloren gaan in de drukte.

Hongerwinter

We wandelen over de Van Waverenweg, de laan die genoemd is naar de Leidse bierbrouwer die een van de geldschieters was voor de aanleg van het park. De dubbele rij eiken is de tweede beplanting: oorspronkelijk stonden hier populieren. Die zijn tijdens de Hongerwinter gekapt als brandhout, net als de rest van het park. Wijzend op de nestkastjes vertelt hij dat Leiden in 2009 vogelstad van Nederland was. ,,Terwijl we in die tijd ook probeerden de meeuwen de stad uit te pesten’’, zegt hij lachend. ,,Een stad moet aantrekkelijk zijn voor vogels, maar ook voor inwoners.’’ Van der Sluis onderbreekt zijn verhaal: ,,Wat een herrie maakt ’ie toch’’, niet doelend op de motor in de verte, maar op een zingend winterkoninkje.

Een paartje Nijlganzen op het dak van de boerderij in de Leidse Hout.© Foto Frits van der Sluis

Op de grote speelweide scharrelen meerdere paartjes eenden rond. Van der Sluis zet de verrekijker aan de ogen om een Nijlgans te bekijken die ertussen loopt. ,,Dan zie je dat er verschillende gebruikerstijden zijn.’’ Hij vertelt geamuseerd over de eenden die hij aan het eind van de dag in een rijtje achter elkaar van de grote vijver naar de weide zag waggelen. ,,Dan weten ze dat de meeste mensen weg zijn.’’ In de verte spotten we een jogger, de enige persoon die we in anderhalf uur zullen zien.

Werfpop

Sinds 2003 verandert het grasveld ’s zomers tijdelijk in een festivalterrein voor Werfpop. Omwonenden hadden hun zorgen uitgesproken over geluidsoverlast, voor de vogels. Van der Sluis was op onderzoek uitgegaan en ontdekte dat het hoog in een dichte boomkroon verborgen nest jonge sperwers zich er niks van aantrok, vlak naast het hoofdpodium.

We komen in het oostelijk deel van het park, vol sloten. Van der Sluis vermoedt dat de architect hier heeft willen aansluiten bij het slootrijke polderlandschap. Bijkomend effect is dat bezoekers hier weinig mogelijkheden hebben van de paden af te wijken. ,,Alles wat vanzelf goed gaat, hoef je niet te regelen.’’ Hij herinnert zich de jongen die hij betrapte op het te vroeg afsteken van vuurwerk en die het bos in rende. Na de eerste plons, kon Van der Sluis het moment uittellen dat hij in de volgende sloot zou verdwijnen. ,,Vuurwerk ook gelijk onbruikbaar.’’

Toen hij net in het park woonde, ging hij ’s nachts met oud en nieuw eens kijken wat het effect was van het vuurwerk op de damherten in het hertenkamp. ,,Ze reageerden niet op de knallen, keken alleen op wat ik daar midden in de nacht kwam doen.’’

Hoe dieren reageren op de mens, blijkt ook als we een tijd naar de herten staan te kijken. Een roodborst komt poolshoogte nemen, vlak langs ons vliegt een koolmees die boven ons op een tak gaat zitten en vlakbij op het hek strijkt een kauwtje neer om ons aandachtig op te nemen. Van der Sluis: ,,Jouw gedrag bepaalt of je vogels ziet.’’

Jubileum

Volkspark de Leidse Hout bestaat op 30 juni 90 jaar; zie voor (jubileum)activiteiten: vriendenvandeleidsehout.nl

Meer nieuws uit Leiden

Net Binnen

Ombudsteam

Ons Ombudsteam springt in de bres voor de consument.