Het was in die stad dat de Hoofddorper in 2015 aan een schier onmogelijke klus begon: het redden van ROC Leiden. Door ongunstige vastgoedcontracten en te risicovolle vastgoed-ontwikkelingen was het grootste mbo van de Leidse regio bijkans failliet en werd ook de onderwijskwaliteit aangetast. Toen Winter aantrad als bestuursvoorzitter, was zelfs het voortbestaan van het ROC onzeker.

Aan de ene kant moest de rijksoverheid ervan worden overtuigd met extra geld over de brug te komen en diende er te worden onderhandeld met de vastgoedeigenaren van de gebouwen. Aan de andere kant moest ook de kwaliteit van het onderwijs omhoog. Winter ging daarbij consequent, constructief en spijkerhard aan de gang, memoreerde de burgemeester.

Het herstelprogramma onderwijs kreeg de hoogste prioriteit en een jaar later concludeerde de onderwijsinspectie dat het ROC op de goede weg was: de resultaten over de hele linie lieten dat zien.

Daarna lukte het hem ook om de relatie met het ID-College te herstellen. De fusie met die instelling, in 2017, werd deel van het reddingsplan van ROC Leiden. Van mboRijnland, dat zo ontstond, werd Ricardo Winter lid van het College van Bestuur. Dat is hij tot zijn pensionering gebleven.

Kansen geven

Eerder was hij ook bestuurder in het speciaal lager beroepsonderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Daarbij maakte hij zich sterk voor doorlopende leerlijnen tussen speciaal onderwijs en mbo. Zijn focus lag altijd op de minder kansrijke jongeren.

Hij vindt nu eenmaal ’dat elk talent de beste plek verdient in de samenleving’. Hij gelooft in talenten en de toekomst van jongeren, ongeacht waar hun wieg heeft gestaan. Ook buiten zijn werk zet hij zich daarvoor in. Zo was hij jarenlang bestuurslid van het platform JINC, dat jongeren die opgroeien in een omgeving vol armoede en weinig rolmodellen helpt bij een goede start op de arbeidsmarkt. Ook maakte hij, als voorzitter van de Raad van toezicht bij het Jongeren Cultuurfonds in Amsterdam, creatieve cultuurlessen toegankelijk voor kinderen uit alle inkomensgroepen.