Lieke van Boven, zwerfvuilraper in de Leidse Hout, wil geen ’deugmens’ zijn: ’Dit ga ik straks in de app zetten, dit is mij te gortig’
Een of twee keer in de week gaat Lieke van Boven op pad met een grijper, pedaalemmerzakken en een latex handschoen aan.© Foto Hielco Kuipers
Soms wordt ze wel gek van zichzelf: ze ziet overal rotzooi liggen. Een straat voor de Leidse Hout had Lieke van Boven haar verhaal al onderbroken met een ’Oh, daar ligt al wat’. Via de Fagelstraat (’mooie zichtlijn’) lopen we het negentig jaar oude stadspark in voor haar wekelijkse ronde zwerfafval rapen.
Van Boven (72) woont al meer dan 47 jaar in de buurt. Kwam hier als moeder met kleine kinderen dagelijks naar de eendjes, later om samen met haar man een uurtje hard te lopen voor het werk en nu wandelt ze hier elke dag een uur, voor haar gezondheid. Ook op die dagelijkse wandelingen raapt ze op wat ze ziet liggen. Maar één of twee keer in de week gaat ze op pad met een grijper, pedaalemmerzakken en een latex handschoen aan.
Dan zoekt ze gericht alle bankjes op (’altijd omheen lopen’) en controleert ze of de prullenbakken niet te vol zitten (’om te zorgen dat de kraaien niets eruit halen’). Ze doet het nu enkele maanden en merkt dat anderen ook rapen. Met een aantal van die zwerfafvalrapers heeft ze een appgroepje waarin ze elkaar op de hoogte houden van de plekken waar is geraapt, of waar nodig nog een keer extra langs moet worden gelopen.
Knuttel
We lopen over het Knuttelpad, het slingerende schelpenpaadje aan de kant van de Warmonderweg. Van Boven had tijdens haar studie Nederlands al kennis gemaakt met de letterkundige naar wie dit pad vernoemd is. Op haar literatuurlijst stond zijn proefschrift ’Het geestelijk lied in de Nederlanden voor de kerkhervorming’. Toen ze als werkstudent aan de slag ging bij het Woordenboek der Nederlandse taal kwam ze zijn werk opnieuw tegen (’hij had geloof ik de C onder z’n hoede gehad’). Het pad draagt echter zijn naam omdat hij als sociaal bewogen Leids gemeenteraadslid als eerste de aanleg van een volkspark aan de orde had gesteld. „Mensen moesten zich kunnen verpozen in de natuur, niet alleen voor hun gezondheid, maar ook vanuit een verheffingsideaal”, legt Van Boven uit, „Daarom was er ook altijd muziek in het park.”
Hoeveel geschiedenis het park heeft, ontdekte Van Boven pas toen ze actief werd als bestuurslid van de Vereniging van Vrienden van de Leidse Hout. Daar is ze nu als vicevoorzitter verantwoordelijk voor natuureducatie en kwam ze dus J.A.N. Knuttel weer tegen. Deze initiatiefnemer van het park moet het overigens zonder bordje doen, anders dan geldschieter Johan de Koster, naar wie het fietspad langs de atletiekbaan is genoemd.
(Tekst gaat door onder de foto)
Met een volle pedaalemmerzak keert Van Boven terug naar huis.© Foto Hielco Kuipers
De naam van Knuttel ontbreekt ook op de grote bank aan het einde van de grote speelweide. Die is opgericht ter ere van ontwerper Klaas van Nes. De opengewerkte letters in de rugleuning vermelden ook de industriëlen Boudewijn Krantz en Aleidus Bosman. Juist als Van Boven de rondgaande tekst voorleest, strijkt er een schoolklas neer die op het veld aan het sporten was. Terwijl Van Boven achter de bank stukjes glas uit het gras peutert, wijst de docente de scholieren erop hun bekertjes niet op de grond te gooien.
Docente Alice van Zandwijk sport met de havo 2-klas van het Bona Mariënpoelstraat normaal op de naastgelegen kunstgrasvelden, maar is vanwege de verwachte hitte uitgeweken naar de Leidse Hout. „Al is het niet ideaal vanwege de kuilen in het gras.” Het blijkt niet alleen de laatste gymles van het schooljaar, maar na 41 jaar haar allerlaatste lesdag ooit; wat een groepje meisjes een welgemeend ’neeee’ ontlokt. Van Zandwijk kwam hier veel en graag. „Lekker sporten, genieten van de bomen en de schaduw.”
Borrelglaasjes
Van Boven is inmiddels verderop bezig rond de picknicktafel naast de Julianaboom. Hier trof ze tijdens de lockdown aan het eind van de middag vaak gezelschappen in een grote kring op klapstoeltjes om een verjaardag te vieren. „Die families nemen hun afval altijd mee”, zegt Van Boven. „Daar hoef je niet bang voor te zijn.” Op basis van haar top 3 van bierdoppen, peuken en blikjes lijken het toch vooral jongeren te zijn die de weg naar de prullenbakken niet altijd weten te vinden. Het afval geeft een beeld van de nachtelijke activiteiten in het park, zoals een borrelglaasje in het openluchttheater, met vlak ernaast een haarklem.
Als Van Boven bekenden ziet wijkt ze van haar route af. Het zijn drie dames van de Groengroep, de ploeg vrijwilligers die ze in voorjaar 2017 in overleg met de gemeente heeft opgezet voor het groenbeheer in het park. Ze zijn bezig ’de befaamde meidoornhagen’ te vlechten; alle drie rapen ze ook zwerfafval. Een van hen vertelt dat de Groengroep tijdens de lockdown niet kon doorgaan als groepsactiviteit en ze dus maar afval ging rapen. „Je wandelde toch al bijna elke dag”, vertelt ze. „En dit is iets wat je in je eentje of met z’n tweeën kon doen.” Pas sinds april dit jaar doen ze het meer georganiseerd, met een appgroep.
Kassabonnetjes
Naast het volle terras van het Theehuis bekent Van Boven dat ze in het begin wel wat moest overwinnen om hier te gaan rapen, gadegeslagen door terrasbezoekers. Nu raapt ze hier zonder aarzeling de weggewaaide kassabonnetjes en servetjes en weet die soms ook door het hek heen uit het hertenkamp te vissen. Tussen de picknickbanken bij de speeltuin is het ’dagelijkse kost’: peuken, bierdoppen, rietjes, wegwerpbestek en wietzakjes. „Dit ga ik straks in de app zetten, dit is mij te gortig.” Ze hoort de goedkeurende opmerkingen niet van een gezelschap op het terras dat zich afvraagt of ze dit ook niet zouden kunnen gaan doen.
(Tekst gaat door onder de foto)
Tussen de picknickbanken bij de speeltuin: peuken, bierdoppen, rietjes, wegwerpbestek en wietzakjes.© Foto Hielco Kuipers
Van Boven krijgt vaak positieve reacties. Zoals van de dame die op een bankje bij het hertenkamp een bomenpartij zit te schetsen: „Bedankt voor jullie nuttige werk.” Zonder aarzeling raapt Van Boven een verscheurd sigarettenpakje tussen haar voeten vandaan. Een man die verderop op een klapstoeltje zit te schilderen vraagt of we met archeologisch onderzoek bezig zijn. Daar lijkt het soms wel op. Achter het bakstenen trafohuisje van de ’Stedelijke Lichtfabrieken’ is een sixpack Desperados soldaat gemaakt, getuige de kartonnen verpakking en de kroonkurken; een rode schroefdop wijst op het nuttigen van een fles Apfelkorn. Onder het afdakje aan de achterkant van het gebouwtje woonde ooit een dakloze, weet Van Boven.
Deugmens
Bijzondere vondsten heeft ze nog niet gedaan. Anderen wel en ze toont de berichtjes in de appgroep. ’Ik had 1x een tientje’, appt een raper als reactie op iemand die als meest bijzondere vondst een tandenborstel kan melden; de gelukkige vinder voegt er met een knipoog aan toe: ’Dat vond ik wel een mooie beloning voor het zwoegen’. Van Boven raapt omdat ze het leuk en nuttig vindt en omdat het ook een sociale activiteit is. Bewegen moet ze toch, om gezond te blijven. Ze wil geen ’deugmens’ zijn dat anderen terecht wijst. Ze blijft altijd vrolijk, maakt een babbeltje, vraagt soms of mensen hun spullen willen meenemen of wijst op prullenbakken. Langs sommige paden staan die minder, omdat de wagen van de gemeente daar niet kan komen om ze te legen.
Voor ze met een volle pedaalemmerzak naar huis terugkeert, loopt ze nog om de grote vijver heen langs de rode houten bank ter herinnering aan medeoprichter Boudewijn Krantz. „Een A-locatie”, aldus Van Boven. „Hier wordt veel gechilld, dus we zorgen dat we hier vaak langskomen.” Hier vond ze tot twee keer toe ook een gebruikt condoom. „Zal wel lekker liggen.”
Volkspark de Leidse Hout bestaat op 30 juni 90 jaar; zie voor (jubileum)activiteiten: vriendenvandeleidsehout.nl De gemeente Leiden verstrekt afvalknijpers in bruikleen via: aandeslag@leiden.nl
Leidse Hout
Volkspark de Leidse Hout bestaat op 30 juni 90 jaar; zie voor (jubileum)activiteiten: vriendenvandeleidsehout.nl
De gemeente Leiden verstrekt afvalknijpers in bruikleen via: aandeslag@leiden.nl