Sten Groenheiden (15): ’Het is heel erg cool om met een vlot door Zweden te varen’ | Hé Alphenaar, wat doe je daar?
Sten: „Ik kijk heel even hoe laat het is, ik ben namelijk op dit moment ook aan het werk. Ik ben nu foldertjes langs huizen aan het rondbrengen, voor de vader van vrienden van ons. Dat doe ik al een hele lange tijd, vier of vijf jaar.”© Foto Pim Bakx
Sten Groenheiden (15) trekt elke zomer met zijn ouders, twee broers en zusje naar Scandinavië: „We hebben ook vlotgevaren in Zweden, dat was heel erg cool. Het vlot hadden we zelf gebouwd.”
„Ik woon al heel mijn leven in Alphen. Ik zit nog op de middelbare school, in havo 4. Ik vind natuurkunde en scheikunde leuk, daar ben ik ook goed in. Ik ben een tijdje geleden bij een open dag in de Jaarbeurs geweest. Daar waren heel veel kraampjes van middelbare scholen, mbo’s en hbo’s om je een beetje te oriënteren. Bij elk kraampje stonden dan mensen van die school om er wat over te vertellen. Luchtverkeersleider lijkt me leuk, of elektrotechniek. In ieder geval iets technisch.
Voorlopig zit ik hier in Alphen wel goed. Ik kom vooral graag bij de hockeyclub, HC Alphen. Daar zit ik al zo’n acht jaar op. We zijn in december binnen gaan spelen vanwege de kou, maar dat is direct weer gestopt door de lockdown. Nu zijn de buitentrainingen net weer begonnen.
De middelbare school is wel nog steeds dicht dus ik zie mijn vrienden niet echt. Maar het is niet dat ik ze per se hoef te zien, ik heb er geen problemen mee. Ik mis het sociale contact niet. Ik kom ook uit een grote familie; ik heb een broertje, een zusje en een oudere broer.
Met de familie gaan we heel vaak naar Noorwegen en Zweden, altijd naar een andere plek en op een andere manier. We zijn twee jaar geleden naar Noorwegen gegaan met de camper en vorig jaar gingen we naar Zweden met de tent. We gaan ook vaak de natuur in, om te wildkamperen. We hebben ook vlotgevaren in Zweden, dat was heel erg cool. Het vlot hadden we zelf gebouwd, en toen zijn we zeven dagen lang gaan varen met tentjes die we dan opzetten op strandjes aan een rivier. We hebben toen één keer op het vlot zelf geslapen.”