Het zijn enkele opvallende punten uit het verkiezingsprogramma van het CDA dat is onderverdeeld in dingen waar de partij voor en waar ze juist tegen is. Bij de tegens staat, opvallend genoeg, de samenwerkingsagenda waarmee al jaren mee wordt gewerkt. Die komt erop neer dat alle partijen na de verkiezingen hun handtekening zetten onder alle dingen waar ze het over eens zijn, maar ook onder de paar dingen waar ze die overeenstemming nog proberen te bereiken in de daaropvolgende vier jaar.

Volgens fractievoorzitter Anja de Rijk is haar partij er zeker voor om er samen ’gewogen’ uit te komen, maar daar mag dan best een stevig gesprek aan vooraf zijn gegaan: „Ook omdat gemeenteraad en college nu eenmaal een andere rol hebben.” In werkelijkheid zou het ’publieke debat’ in de gemeenteraad zijn verstomd. „Macht en tegenmacht ontbreken nu of zijn minimaal. Dat is voor niemand goed en er wordt ook niemand beter van”, vindt ze. „Daar zijn we dus tegen.”

Braassemerland

Het pleidooi voor een tweede ontsluitingsweg van nieuwbouwwijk Braassemerland, naast Noord-/Zuideinde/Braassemdreef, verklaart ze als volgt: „In het oorspronkelijke plan zat die tweede ontsluiting. Door de bouwcrisis is de omvang van Braassemerland kleiner geworden en is-ie komen te vervallen. Nu het voornemen is om ook hier ’verdichtend’ te gaan bouwen er veel particuliere initiatieven zijn voor permanente, maar vooral ook recreatiewoningen, zien wij Roelofarendsveen de komende jaren dichtslibben.

We hebben er zelf wel een concreet idee bij. Zo zou je twee vliegen in één klap kunnen slaan wanneer je de in slechte staat verkerende Noorderhemweg opknapt en die functie geeft, maar we zijn geen experts. Door een onderzoek uit te voeren, kun je een ’stip aan de horizon’ zetten voor deze kern.”

Ook pleit de partij voor een tweewekelijkse nieuwsbrief die al het gemeentelijke nieuws bij de inwoners brengt, online of in de brievenbus, en breekt ze opnieuw een lans voor een dorpsfonds. Zo’n fonds zou het mogelijk maken om per dorp wensen te vervullen. Wat de hoogbouw betreft: die mag best tien tot best twaalf bouwlagen tellen als het gebouw maar ’alzijdig’ is en dus geen voor of achterkant heeft.