Volgens de partij zit het noordelijke deel van de provinciale weg nu al ’qua verkeersintensiteit op zijn limiet’ en komt de leefbaarheid in met name Rijnsaterwoude en Leimuiden in het geding bij extra verkeersaanbod.

Dat bleek maandagavond tijdens een commissievergadering, waar de christen-democraten van verkeerswethouder Yvonne Peters wilden horen wat ze bij Alphen en provincie heeft ondernomen - of gaat ondernemen - tegen die dreiging.

Om te controleren of het deel van de N207 door Kaag en Braassem echt geen extra verkeersdruk aan kan, had Peters contact opgenomen met de provincie. Van de projectleider begreep ze dat de weg ’zeker druk is’ en in spitsperioden vertragingen kent en ’regelmatig enige filevorming’. Ook de kruispunten in het noordelijke deel tussen Alphen en Hillegom zouden druk zijn. „Maar zij kunnen het verkeer op dit moment nog verwerken”, is zijn inschatting, al tekende hij daar wel bij aan dat de verkeerssituatie in deze coronatijd niet stabiel en representatief is. En dat ook brugopeningen van de Leimuiderbrug ’in bepaalde periodes voor congestie kunnen zorgen’.

Al met al zou niet exact te duiden zijn hoeveel rek er nog is. Het lopende project Actualisatie corridorstudie N207-noord moet meer duidelijkheid verschaffen. Enerzijds wordt daarbij gekeken hoeveel winst ’verbetermaatregelen’ kunnen opleveren, anderzijds wordt gerekend voor hoeveel verkeersdruk ’mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen in Kaag en Braassem en Alphen’ kunnen zorgen.

Leefbaarheid

De leefbaarheid in Rijnsaterwoude en Leimuiden staat volgens de wethouder vooral onder druk door het vele sluipverkeer, ’waarbij Rijnsaterwoude het eerste dorp is dat geraakt wordt’. „Op dit moment is er - ook door de reconstructie van de Willem van der Veldenweg in Leimuiden - amper sluipverkeer. Maar als het verkeer aantrekt, kan dat weer anders worden. Met name bij slecht weer. Wat we nu proberen is, door de inrichting van de lokale wegen, de snelheid omlaag te krijgen en sluipen minder aantrekkelijk te maken.”

Verder liet ze weten dat ze bij de resentatie van de Alphense Noordrandplannen direct heeft aangeven dat ’ontsluiting een ding is’ en de regionale omgevingsagenda niet voor niets het adagium heeft: eerst bewegen, dan bouwen.

Dat de raad van Alphen in meerderheid een woningbouwvisie heeft aangenomen waarin ook de Gnephoek wordt genoemd en er opnieuw is gesproken met de provincie, zegt haar niet zo veel: „Want de provincie geeft al jaren dezelfde reactie: dat het prematuur is omdat ze een planlijst hebben waarmee ze voorlopig uit de voeten kunnen.”

„Het is ook niet zo dat zodra het woord Gnephoek in de krant staat, we op hoge poten naar Alphen bellen. We volgen wel de ontwikkelingen en indien iets tot concretisering komt, zullen we naar alle betrokken overheden input leveren op het gebied van ruimtelijke ordening en infrastructuur.” En die reactie zal volgens haar in de lijn van de raadsbreed aangenomen CDA-motie uit 2018 liggen. Doel van die motie is dat Alphen het eigen verkeer over eigen grondgebied afwikkelt: Gnephoekers moeten dus via de Koningin Máximabrug richting N11 en niet via de N446 bij Woubrugge naar de N207. Want daar werkt Kaag en Braassem niet aan mee.