Waarom vertrekken jullie van de oude locatie?

„Ons magazijn zit in Ter Aar, maar we delen uit in de Briljantstraat. Voor ons verandert er dus heel veel: onze vrijwilligers en wij hoeven niet zo ver meer heen en weer te rijden tussen Ter Aar en Alphen. Onze werkzaamheden zijn efficiënter, we hebben minder manuren nodig.

Wij hebben altijd bij de gemeente aangegeven dat we op een zeker moment een pand in Alphen aan den Rijn willen hebben dat geschikt is om op te slaan en uit te delen. We hebben ook aangegeven dat zelf te willen betalen. Dus dit project is geen gift van de gemeente.”

Wordt het ook een groter pand?

„We blijven ongeveer hetzelfde qua ruimte. Voor de Voedselbank wordt het 400 vierkante meter magazijn en 200 vierkante meter uitdeelruimte. In totaal is het best een project.

Qua uitdeelplek hebben we wel een ruimte die enigszins werkt, maar het is absoluut niet optimaal. We hebben eerder een uitdeelruimte moeten verlaten, het Kasteel, omdat het verkocht werd door de gemeente.

Een eigen pand betekent ook dat we niet meer afhankelijk zijn van de goedertierenheid van de gemeente of andere plekken waar we uitdelen. We hebben nu zelf de leiding. Ik zou alle andere voedselbanken willen aanraden om het ook op die manier te organiseren.”

Zo een groot project zal vast veel kosten.

„Het kostte ongeveer 900.000 euro. We hebben een aantal acties gehouden onder het Alphense publiek, waaronder mijn fietstocht naar Berlijn, om donaties te krijgen. Die hebben 40.000 euro opgeleverd. Daarnaast hebben we zelf gespaard in de afgelopen acht jaar, door ieder jaar ietsje meer binnen te halen dan uit te geven. Dat heeft ongeveer 100.000 euro opgeleverd. Voor een ander deel hebben we giften gekregen van goede doelenfondsen.

Het laatste stuk, iets meer dan de helft, hebben we verkregen via afgesloten leningen bij particulieren die ons een warm hart toedragen. Zo is uiteindelijk die 900.000 euro bij elkaar gefietst, om het toch weer bij fietsen te houden.”

Verandert er veel, met een eigen pand?

„Op termijn willen we wel invulling geven aan het feit dat we die ruimte permanent ter beschikking hebben. Je zou kunnen denken aan een winkelruimte voor onze doelgroep.

Nu krijgt iedereen een standaardpakket. In de toekomst zou het kunnen zijn dat je zelf een deel in de winkel mag ophalen. Je kiest dan zelf wat je wilt.

Als je nu pindakaas krijgt in je pakket maar je houdt daar niet van, dan zit het er toch in. Stel je wilt liever hagelslag, dan kun je dat in het winkeltje afrekenen. Je krijgt dan van ons wat saldo op een kaart om af te rekenen wat je ophaalt. Je kunt dan kiezen: wil je pindakaas, jam of hagelslag.”

Dus jullie hebben genoeg mogelijkheden om uit te breiden?

„De capaciteit is er absoluut. Nu is onze capaciteit een beetje beperkt omdat we iedere week 6.000 kilo heen en weer moeten sjouwen van Ter Aar naar Alphen aan den Rijn. Dat is een probleem dat we straks niet meer hebben. We kunnen op de nieuwe locatie wel 400 klanten bedienen. Dat is ook een van de redenen waarom we dit op deze manier graag wilden.”

Groeit jullie klantenbestand?

„Afgelopen jaren is het stabiel. Maar elke lastenverzwaring die de onderkant van de maatschappij raakt zorgt er ook voor dat er bij ons wat binnendruppelt. Op dit moment is het nog steeds heel hard nodig en ik verwacht in de toekomst ook. Maar als het niet meer nodig is dan ben ik de eerste die staat te juichen.

Ik hoop dat de centrale overheid een keer tot de conclusie komt dat we dit niet moeten willen in Nederland. Dan hebben we wel een pand gebouwd voor niks, maar dan weet ik wel dat het niet meer nodig is. Dat vind ik het belangrijkste. Dat gebouw zal wel weer een nieuwe bestemming krijgen.”

Lees ook: Voedselbank Alphen: 2021 was een roerig jaar, maar lockdown treft onze klanten niet zo