In een uitspraak neemt de hoogste bestuursrechter zelfs een verbeterde regeling voor de verplichte waterberging op. Andere fouten had de gemeente Kaag en Braassem zelf al gerepareerd nadat de Raad van State het bouwplan een jaar geleden had teruggestuurd met een reparatieverzoek.

Het door de gemeente aangepaste plan is nu in orde bevonden, op de regeling voor de geplande waterberging na. Voor de enige bezwaarmaker, melkveehouder Albert van der Meer, is de uitspraak toch een tegenvaller. Hij vindt nog steeds dat de woningen te dicht bij zijn bedrijf en agrarische percelen komen en hem in zijn bedrijfsvoering beperken.

Volgens de Raad van State heeft de gemeente nu beter onderbouwd waarom een kleinere afstand aanvaardbaar is en niet minimaal vijftig meter hoeft te zijn. Immers, tussen de woningen en de melkveehouderij ligt Van der Meers bedrijfswoning en zijn tuin.

De Raad is het met de gemeente eens dat het zeer onwaarschijnlijk is dat de veehouder ooit in die richting wil uitbreiden. Veel logischer zou het zijn om het melkveebedrijf in oostelijke richting uit te breiden, verder van de woningen vandaan.